In Leuven lopen geen seriemoordenaars rond
Titel | De doden moeten hun getal hebben |
---|---|
Auteur | Jo Claes |
Uitgever | Houtekiet |
ISBN | 9789052400976 |
Onze beoordeling | |
Aantal bladzijden | 400 |
Prijs | € 24.99 |
Koop dit boek |
De nieuwste misdaadroman van Jo Claes excelleert weer met cultuurhistorische weetjes, spanning en een nukkige hoofdinspecteur Thomas Berg.
De nieuwste misdaadroman van Jo Claes De doden moeten hun getal hebben is weer een mengeling van kunsthistorische weetjes, wijnkennis, Leuvens erfgoed en spannende lectuur. Claes ontpopte zich sinds De zaak Torfs in 2008 verscheen tot één van de begenadigdste en succesvolste Vlaamse misdaadauteurs.
Boeiende scenografie
In zijn eerste misdaadromans begon Claes vaak met een lange aanloop. Daarbij ontsponnen de protagonisten en hun verhaal zich binnen een boeiende scenografie. Net voor de moord stopte dat deel. Een beetje zoals een aflevering van Columbo, maar dan zonder dat de lezer meteen de moord zag en wist wie de moordenaar was. Op dat moment introduceerde Claes zijn hoofdinspecteur Thomas Berg. Een inwijkeling die in Leuven eerst theologie studeerde en nadien criminologie. Na een pijnlijke driehoeksverhouding moest hij zijn job in Brussel verlaten en belandde Berg in Leuven bij de sectie geweld. Daar lost hij nu al 17 boeken moorden op.
Berg sukkelt boek na boek met slapeloosheid, overmatig drankgebruik en problemen met boeiende en gecultiveerde vrouwen. Zijn bezoekjes aan zijn stamcafé de Gambrinus en zijn voorliefde voor reizen naar Rome vormen een rode draad in de serie. In elk boek krijgt ook een bronzen standbeeld in Leuven een plekje op de cover en een rolletje in de plot. Het enige wat Claes niet doet is een vleugje humor verwerken in zijn misdaadromans.
Claes, die vroeger prachtige boeken schreef over heiligenlevens en symboliek in de kunst, gebruikt die boeiende kennis vaak in de plot. Daarnaast documenteert Claes zich als schrijver ook steeds zeer uitvoerig in zijn gekozen context. Of het nu een oud muziekhandschrift, opgravingen in Sagalassos, een Middeleeuwse legende over een Leuvense maagd, een monumentaal graf in wit marmer… is. Die mix van rijke cultuurhistorische anekdotes, mythologie, het Leuvense bouwkundig erfgoed en soms zeer smakelijke persoonlijke meningen van Thomas Berg over bijvoorbeeld het wereldkampioenschap wielrennen in Leuven of de lockdown maken allemaal deel uit van het leesplezier die zijn misdaadromans opleveren. De lezer weet vaak niet wat verzonnen is en wat effectief behoort tot de kunstgeschiedenis.
Complexe plot
Het belangrijkste is natuurlijk de complexe plot met vele wendingen. Die plots zitten steeds degelijk in elkaar en zijn zelden voorspelbaar. Het associatieve denkproces van Berg is zeker de oorzaak van de spanning en de leeshonger die maken dat de lezer de roman niet kan neerleggen. Echte pageturners dus.
De plot van het nieuwste boek hier navertellen is uiteraard uitgesloten. Niet omwille van een hekel aan spoiler alerts (of toch eentje: één van de ergernissen van Thomas Berg is het gratuite gebruik van Engelse woorden). De plot of dénouement verklappen zou dat reeds genoemde leesplezier vergallen. Dit keer begint de vertelling met een naakt lijk van een jonge vrouw dat geënsceneerd gevonden werd (iets dat in Een tragisch verhaal, waar een naakt vrouwenlichaam op een oever gevonden werd, ook al enigszins het begin was).
Honger naar meer
Het grote verschil is dat Berg en zijn team zeer lang in het duister tasten betreft de identiteit van het eerste slachtoffer en daarna het tweede. De alerte lezer zou hierbij allicht kunnen gruwen dat weer een seriemoordenaar opgevoerd wordt. Toch dit keer geen rode vlag voor het spotten van veel slechte misdaadromans en afgeleiden sedert het terechte succes van steengoede seriemoordenaar-verhalen van Thomas Harris, Patricia Cornwell of Michael Connelly.
In Leuven lopen blijkbaar geen seriemoordenaars rond in de fictie van Jo Claes (de recensent heeft nog wel niet zijn ganse œuvre gelezen). Fijn voor de lezer en de geloofwaardigheid die Claes in dit verhaal toch tamelijk lijkt op te rekken. De doden moeten hun getal hebben is daar dus geen uitzondering op. De vaste ingrediënten van Claes zoals hoger vermeld zijn wel allemaal van de partij. De roman staat borg voor spannende en onderhoudende lectuur en honger naar meer. Mooi geschreven in een elegante stijl en met overtuigende dialogen. Een aanrader dus voor de liefhebber van de betere literaire moord en doodslag.
Lode Goukens is master in de journalistiek. Zijn masterproef behandelde de journalistieke cartografie. Voordien was hij jaren beroepsjournalist en schrijver. Begonnen als officieel IBM multimedia developer in 1992 en één van de eerste professionele ontwikkelaars van DVD’s (dvd-authoring) schreef hij ook het eerste Belgische boek over het Internet in 1994. Hij behaalde ook al een master in de kunstwetenschappen en archeologie en een master filmstudies en visuele cultuur.
De klimaatmiljarden gaan blijkbaar niet altijd naar klimaatadaptie. Verdwijnen ze in de foute zakken?