Kitty Beaufort: een fijn nieuw geluid
Titel | Kitty Beaufort zoekt 't uit |
---|---|
Auteur | Eric Albert (tek. en dialogen), Jean Depelley (scen. en dialogen) |
Uitgever | HUM |
ISBN | 9789491593574 |
Onze beoordeling | |
Aantal bladzijden | 48 |
Prijs | € 8.99 |
Kitty Beaufort is een nieuwe stripreeks in retrostijl van twee late roepingen. Een blijvertje indien ze een nieuwe Franse uitgever vinden.
Een nieuwe spannende stripreeks die zich afspeelt in Occitanië in 1959 is sowieso een aanwinst. Indien deze dan ook nog prachtig getekend is in een stijl die aan Maurice Tillieux (1921-1978) doet denken kan de pret bijna niet meer op. Een jonge vrouwelijke politie-inspecteur als heldin kiezen was bovendien een risico, maar wel een geslaagd risico. De misogyne sfeer uit die tijd fungeert als een perfect vehikel voor humor.
Louise Petibouchon
Zeer zelden komt nog een nieuwe reeks uit die op eigen benen staat en geen afgeleid product is van een bestaande succesreeks. De door Uitgeverij HUM uitgegeven Nederlandse versie van de nieuwe Franse stripreeks Louise Petibouchon vormt wat dit betreft een welkome aanvulling van het striplandschap. De strip is jong. Pas in 2018 verscheen het eerste album. De vertaling van de naam van de reeks en dus ook van het hoofdpersonage is echter raar en onverklaarbaar. Kitty Beaufort als vertaling voor Louise Petibouchon. Il faut le faire.
De vertaling van de namen van de personages is allicht grappig bedoeld, maar slaat vaak werkelijk nergens op. De macho-inspecteur Plumier met de vrouwonvriendelijke flauwe grappen kreeg de naam Pluimvé. Pennenzak had toepasselijker geweest. Hoeveel Françaises zouden in de jaren 1950 Kitty zijn genoemd? Een gevoeligheid die bij Nederlandse vertalers wellicht ontbrak. De naam is trouwens, zoals trots vermeld, een hersenkronkel van Lyia Tigchelaar.
Het eerste album ‘Perdreaux aux pruneaux’ kreeg als vertaling de titel ‘zoekt ’t uit’. Die Nederlandse titel klinkt alsof ie uit de jaren 1930 kwam. Letterlijk vertaald was de originele titel ‘Patrijzen met pruimen’.
Duidelijke fans van Tillieux
De auteurs zijn Éric Albert (tekeningen, inkleuring en dialogen) en Jean Depelley (scenario en dialogen). Tekenaar Albert is duidelijk een grote fan van Guus Slim (in het Frans Gil Jourdan) zoals ook uit een ex libris blijkt dat hij maakte waar zijn heldin twee personages van Tillieux (Felix en Guus Slim) vergezelt.
De Waalse tekenaar/scenarist Maurice Tillieux gold in de jaren 1940-1950 als een van de grootste talenten van de francobelgische strip. Zijn werk voor weekblad Robbedoes is het bekendste (Paul Panter, Guus Slim…), maar hij tekende ook voor het in 1947 opgerichte Heroic-Albums dat meer pulpy detectivestrips naar Amerikaans voorbeeld uitgaf (de Felix-reeks). Het zal veel stripliefhebbers ook verheugen dat de integrale reeksen van Felix en Guus Slim recent werden heruitgegeven (sommige delen dienen nog te verschijnen).
Laatbloeiers maken zelf strip
Jean Depelley is een Franse scenarist van films en stripverhalen, maar hij is vooral bekend als recensent van films en Amerikaanse comics zoals die van de 102-jarige legende Jack Kirby. De Fransen leerden Kirby’s werk (pseudoniem voor Jacob Kurtzberg) pas kennen sedert een dertigtal jaar. Voordien werden de meeste van zijn comics in Frankrijk gecensureerd. Depelley maakte in 2016 een documentaire over Kirby voor France 3. Erg veel eigen reeksen heeft Depelley nog niet op zijn actief. Zijn bekendste stripreeks is Megasauria.
Deze subliem getekende fantasy-reeks combineert dinosauriërs met superhelden. Zelf gaf hij de prachtige zwart-wit strip Valry Bonpain van striptekenaar Frank Le Gall en de scenarist Alain Clément (later vervangen door Stéphane Iscar) uit. Bonpain was de voorloper van Le Galls succesreeks Theodoor Cleysters (in het Frans Théodore Poussin). Verder dan enkele (ingekleurde) kortverhalen in het weekblad Robbedoes kwam de reeks over saxofonist Valry Bonpain echter nooit. De reeks stopte in 1982 plots zonder uitleg.
Vermakelijk en spannend
Éric Albert van zijn kant is een illustrator van zestig die met Louise Petibouchon zijn eerste stripreeks uitbracht. Het project van Albert en Depelley leek het begin van iets moois. Helaas legde de Franse uitgeverij van de reeks Les éditions du Long Bec op 20 januari 2020 de boeken neer. De uitgever meldde droogjes ‘98 albums au catalogue, plus de 40.000 exemplaires vendus en 2019… Les éditions du Long Bec en liquidation judiciaire’.
Hopelijk vinden beide auteurs een nieuwe Franse uitgever, want hun eerste strip was naast onzettend mooi getekend en ingekleurd ook heel vermakelijk en spannend. Dergelijke fijne nieuwe geluiden zijn uiterst zeldzaam.
Lode Goukens is master in de journalistiek. Zijn masterproef behandelde de journalistieke cartografie. Voordien was hij jaren beroepsjournalist en schrijver. Begonnen als officieel IBM multimedia developer in 1992 en één van de eerste professionele ontwikkelaars van DVD’s (dvd-authoring) schreef hij ook het eerste Belgische boek over het Internet in 1994. Hij behaalde ook al een master in de kunstwetenschappen en archeologie en een master filmstudies en visuele cultuur.
Europa stevent op een nieuwe energiecrisis af. En dit keer tijdens de winter. Ondertussen speelt Rusland met de gaskraan.