JavaScript is required for this website to work.

Kleine prachtige lelijke tekeningen

Lode Goukens16/9/2020Leestijd 4 minuten

Een heks strijkt neer in Tollembeek. Al snel gaan de groenten aan het dansen. Urbanus moet weer eens de boel redden.

Met Het drama van Wortelana brengen Linthout en Urbanus het 190ste stripalbum uit van de bv-strip rond de komiek Urbanus. Het album valt zeker te pruimen en is als onschuldige absurde ontspanning gewoon wat het pretendeert te zijn. Toch is het fenomeen van een lelijk getekende, absurde en vulgaire strip die uitgroeide tot een mainstreamproduct vrij uniek. Trouwens dat ‘lelijk getekend’ is een gimmick. Wie goed kijkt zal merken dat het juist heel goed werd getekend.

Langstlopende bv-strip

In 1983 verscheen het eerste stripalbum met Urbanus als hoofdpersonage. Willy Linthout tekende en schreef dit verhaal. Het fritkotmysterie verscheen op een oplage van 10.000 exemplaren en die bleek binnen enkele weken uitverkocht. Later zou de oplage van de eerste druk meestal 60.000 zijn. Dit was het begin van de ondertussen langstlopende bv-strip of vedettestrip. Het aantal pagina’s was maar 32 en dat is nog steeds het geval. Aanvankelijk verschenen de stripalbums bij Uitgeverij Loempia van Jef Meert, maar Standaard Uitgeverij nam ze in 1996 over om de reeks De avonturen van Urbanus in handen te krijgen.

Op zich bleek de reeks een onwaarschijnlijk succes. De vulgaire onderwerpen of eerder oprispingen en een lelijke tekenstijl leverden steevast kritiek op, maar de verkoop in Vlaanderen en zelfs Nederland bleef goed. Urbanus is in de strips een twaalfjarige (met baard) die hoofdzakelijk in Tollembeek de raarste avonturen beleeft. De scenario’s zijn bizar, absurd en rommelig tot incoherent. De facto is de Urbanusstrip echter uitgegroeid tot een familiestrip. Maar in elk ander land zou zo’n strip als underground staan geclassificeerd.

Qua grofheid, seksuele grappen, pipi-kaka-moppen, onderwerpen en taalgebruik sluiten de verhalen aan bij het werk van de Amerikaanse stripauteur Robert Crumb. Willy Linthout bevestigde dit ook in verschillende interviews. Maar qua strip nam Linthout toch vooral Nero van Marc Sleen als voorbeeld. Hij is trouwens ooit begonnen met een parodie op Nero, die hij notabene van Marc Sleen mocht uitgeven.  Zo kwam hij bij Uitgeverij Loempia terecht, waar hij zijn Urbanus-idee gestalte kon geven. Dat was 38 jaar geleden!

Mainstream underground

Hoewel een totaal nieuw soort strip in Vlaanderen, waren het absurde Fritkotmysterie en de daaropvolgende verhalen niet zo uniek. Elders bestonden dergelijk grove en vaak lelijk getekende stripverhalen reeds. In Nederland bleek de Familie Doorzon van Gerrit de Jager een groot succes. Ook in Frankrijk kenden een aantal vulgaire stripverhalen in de jaren 1970 en 1980 relatief veel succes. De Franse komiek Coluche werkte zelfs mee aan de scenario’s van enkele vedettenstrips met zichzelf in de hoofdrol. Die ranziger strips sloegen vooral aan bij universiteitsstudenten. Een grote naam was tekenaar en uitgever Gotlib (pseudoniem van Marcel Mordekhaï Gottlieb) die grafisch een enorme invloed kreeg op de volgende generaties.

De extreem lelijke en grove strips van Jean-Marc Reiser kenden in Nederlandse vertaling zelfs een bescheiden succes. Ook de recent overleden striptekenares Claire Bretécher mag gerust als voorbeeld van dergelijke socio-satirische strips gelden. Qua ‘moedwillig lelijke’ tekeningen was de Brusselaar Frédéric Jannin een van de eerste tekenaars met een ruimer succes. Toch valt elke vergelijking van andere reeksen met de Urbanus-strips in het water. De Urbanus-strips zijn nu immers mainstream en dat kan van al die underground-strips niet gezegd worden. Die schopten het hoogstens tot strips voor volwassenen. Merkwaardig genoeg werden die underground-strips cultureel gerecupereerd en hoger ingeschat door de culturo’s dan de mainstream underground strips van Willy Linthout en Urbanus.

Nooit naakt

Het complete ontbreken van naakt is trouwens een goede graadmeter. Zo kan een strip die verder alle vieze woorden de revue laat passeren toch een familiestrip blijven. Eigenlijk blijven Linthout en Urbanus in hun 190 stripalbums ook eerder braaf. Het doel is de typisch Vlaamse boerenfamilie in een boerengat te gebruiken in absurde en zelfs licht anarchistische verhaaltjes. Choqueren om te choqueren zit er niet in. Wat dat betreft zijn de reeks en zeker dit album veel minder puberaal dan vaak gedacht. Menig studentenblad is veel degoutanter in een poging grappig te zijn.

Urbanus die zelf een opleiding animatiefilm volgde stapte al snel in de succesreeks als coscenarist van Willy Linthout. Het nieuwe album, Het drama van Wortelana, voldoet aan alle kenmerken van een Urbanus-strip. Een heks komt in Tollembeek wonen en de miserie begint. Het scenario navertellen zou ten eerste een spoiler zijn en ten tweede onbegonnen werk. De ene onnozele absurditeit volgt op de andere, maar toch vormt het een soort geheel. Dat is het geheime recept van Linthout en Urbanus. Een mannekensblad moet niet noodzakelijk ergens over gaan, als je maar wil blijven doorlezen en de avonturen blijven volgen.

In dit album vraagt elke pagina om een volgende ondanks de absurde en soms minder geslaagde grappen. Met amper 32 pagina’s (eigenlijk 30 in dit geval) is zo’n stripalbum dan ook snel uit. Nergens duikt die krampachtige sfeer op die andere vedettenstrips zo kenmerken. De onderbroekenhumor moet de lezer er dan maar bijnemen. Al zitten er ook enkele parels van grappen in.

Prachtig getekende lelijke tekeningen

Linthout en zijn assistent Steven De Rie leveren trouwens een prachtig getekende verzameling lelijke tekeningen af. Aan de details zoals de heks die met haar voetjes buiten het vakje (case) staat, de tekstballonnen die duidelijk mee de bladspiegel bepalen en de extreme consistentie in het tekenen van elk figuurtje ziet wie goed oplet hoe vernuftig en hoe knap de tekeningetjes wel zijn.

Uiteraard valt over smaak moeilijk te twisten. Over vakmanschap daarentegen valt wel te bakkeleien. Over Linthout als striptekenaar bestonden veel vooroordelen. Zelfs na een meesterwerk als Het jaar van de olifant dat voor enige erkenning zorgde en een tentoonstelling in het Stripmuseum in 2019 zullen vele stripliefhebbers Linthout blijven verguizen.

Prijs van de Vlaamse Gemeenschap

Het alom bejubelde Jaren van de Olifant werd bekroond met de Prijs van de Vlaamse Gemeenschap voor Strip (2009). Een bekroning die ondertussen werd wegbespaard, zodat striptekenaars niet echt meer een prijs kunnen ontvangen. Verder mocht Linthout de Carolus Quintus Prijs, de Nederlandse Stripschapspenning en de Bronzen Adhemar op zijn kast zetten.

De vertaling Years of the Elephant werd in de Verenigde Staten genomineerd voor twee Eisner Awards. ‘Linthout’s slordig simpele tekeningen zijn onaf, geschetst met potlood, niet geïnkt, niet ingekleurd’, schreef een Nederlandse recensent toen Linthout vanaf 2011 de reeks Wat wij moeten weten uitbracht. Dit waren ‘stripromans’ Daarin verschenen Solden in Griekenland en De ingreep bij De Bezige Bij. Beide boeken verkochten zeer matig en de uitgever toont ze zelfs niet meer op zijn website.

Het drama van Wortelana is goed gemaakt. De strip is absurd en onnozel, maar boeit toch en verschaft onschuldige ontspanning met een vleugje ondeugendheid.

Lode Goukens is master in de journalistiek. Zijn masterproef behandelde de journalistieke cartografie. Voordien was hij jaren beroepsjournalist en schrijver. Begonnen als officieel IBM multimedia developer in 1992 en één van de eerste professionele ontwikkelaars van DVD’s (dvd-authoring) schreef hij ook het eerste Belgische boek over het Internet in 1994. Hij behaalde ook al een master in de kunstwetenschappen en archeologie en een master filmstudies en visuele cultuur.

Commentaren en reacties