JavaScript is required for this website to work.

Kolonialisme en racisme: niet zwart-wit

Erik Bruyland20/6/2020Leestijd 5 minuten
TitelZwarte Trots, Witte Schaamte?
SubtitelOver kolonialisme en racisme
AuteurPeter Verlinden
UitgeverSterck & De Vreese
ISBN9789056155995
Onze beoordeling
Aantal bladzijden160
Prijs€ 17.89
Koop dit boek

Gewezen VRT-journalist Peter Verlinden plaatst eigenzinnige bedenkingen bij het actuele thema racisme/kolonialisme.

Het nieuwste boek, Zwarte Trots, Witte Schaamte? Over kolonialisme en racisme, van gewezen VRT-journalist en Congo-kenner Peter Verlinden is een verademing tegenover tal van recente, soms fanatiek-ideologische geschriften over dit onderwerp. Een thema dat opnieuw in volle actualiteit werd gekatapulteerd na de wereldwijde verontwaardiging over de brutale dood van de Afro-Amerikaan George Floyd.

Militant-ideologische stemmen waren er ook nu weer naar aanleiding van debatten rond George Floyd. Ze weigerden bijvoorbeeld in gesprek te gaan met N-VA-politica Assita Kanko. In Parijs werden zwarte politieagenten door zwarte betogers uitgescholden voor ‘verraders’. En in de Zevende Dag beweerde een Afro-Vlaamse boud dat ‘zwart racisme niet bestaat,’. Anders gezegd: Alleen blanken/witte mensen zijn drager van een racisme-gen! De juffrouw is te jong om zoals ikzelf als ‘kind van de kolonie’ in Congo uitgescholden te zijn geweest voor ‘sale Belge’. Of om haatberichten tegen blanken te hebben gehoord op de Congolese radio. Voor dogmatici over dit thema zal ook het boek van Verlinden veel te vergoelijkend zijn ten aanzien van ons koloniaal verleden en racisme dat eruit voorkomend in de samenleving blijft voortkankeren.

Selectief geheugen

In zijn essay vertrekt Verlinden van de vaststelling dat racisme tegenover medeburgers van Afrikaanse afkomst wel degelijk bestaat en ‘verder woekert’. Van meet af aan plaatst hij echter vraagtekens bij de stelling van kritische Afrikaanse diaspora. Die zien hierin een voortzetting van de koloniale verhoudingen. Racisme komt echter ook voor in landen die nooit delen van Afrika gekoloniseerd hebben.

Een tweede uitgangspunt is dat de historische kennis over die periode en over wat die koloniale erfenis feitelijk inhoudt, vrij summier tot onbestaand is. Zowel bij de doorsnee-Belg als bij Belgen van Afrikaanse afkomst. In het beste geval is er sprake van een selectief geheugen. Het geschiedenisonderwijs geraakt nauwelijks voorbij de figuren van Leopold II en Patrice Lumumba, de met Belgische betrokkenheid vermoorde oud-premier van Congo. Dat is vreemd voor een samenleving die zichzelf, door de toevloed van nieuwkomers, bestempelt als gekleurd, divers en intercultureel (de term ‘multicultureel’ geraakt stilaan uit de mode).

Sinds de viering in 2010 van 50 jaar onafhankelijkheid in Congo duiken dat land en ons koloniaal verleden sporadisch iets vaker op in het maatschappelijke debat. Doorgaans bij occasionele emotionele opstoten rond sociale discriminatie en achteruitstelling van hier geboren Afrikanen of immigranten. Of bij tragische ontsporingen zoals de gewelddadige moord op George Floyd. Verlindens essay is daarom een welgekomen oppuntstelling. Een toelichting bij een tijdsgewricht uit de geschiedenis dat de gemoederen — zonder veel kennis van zaken — blijft beroeren. Dit essay is een voor een ruim publiek toegankelijke eerste kennismaking met de thematiek. Het draait immers rond thema’s als het weghalen van historische monumenten, commotie rond Leopold II en Zwarte Piet en andere erfenissen met koloniale wortels.

Standbeelden weghalen?

Zomaar principieel koloniale monumenten weghalen, vindt Verlinden geen oplossing. De ‘geschiedenis bevriezen is iets voor dictaturen’. Los daarvan zouden koloniale monumenten, parken en straatnamen integendeel aanknopingspunten dienen te zijn. Een manier om het grote publiek permanent in aanraking te brengen met dat deel van ons verleden. Verlinden raakt zelf een aantal controversiële onderwerpen aan. Onder meer de rol van Leopold II, ‘die zich niet persoonlijk verrijkt heeft aan zijn Congo Vrijstaat, wat tot vandaag nochtans dikwijls beweerd wordt’. Of ook de discussie rond ‘Rood Rubber’, afgehakte handen en volkerenmoord — ‘in juridische zin zeker geen genocide’. Hij beroept zich op gedegen academisch onderzoek van de historici Jean Stengers, Pierre-Luc Plasman en Zana Etambala (zie onze bespreking van Congo 1876-1914, Veroverd, Bezet, Gekoloniseerd).

Historisch relativisme

Verlinden herinnert aan het belang van historisch relativisme. Dat is veel nuttiger dan moreel oordelen en veroordelen vanuit verheven sentimenten en verontwaardiging. Historisch relativisme is het proberen de mensen in hun tijd te begrijpen. Kolonialisme was effectief gebaseerd op racisme of de overtuigde superioriteit van de bezetter over de bezette bevolking, stelt Verlinden. Het was een nieuwe geestesgesteldheid in Europa na de Verlichting. Gedurende driehonderd jaar voorafgaand aan de kolonisatie hadden Europeanen met Afrikaans koninkrijken diplomatieke- en handelsrelaties grotendeels op voet van gelijkwaardigheid. De nieuwe rationaliteit, wetenschappelijke en technologische vooruitgang vanaf de 18de eeuw werden machtsfactoren die de blanke man inspireerden en aanzetten om andere volkeren te (helpen) ontwikkelen naar zijn beeld en gelijkenis. Kolonialisme was meer een kwestie van superieure macht dan van superieure huidskleur.

België nam in 1908 de persoonlijke eigendom die Congo was, over van Leopold II. Daarna vertaalde die zendings- en beschavingsdrang zich in de creatie van een voorbeeldelite die afstand nam van de Congolese traditie. Verlinden wijdt uit over ‘het paternalisme als opleidingsvorm’ in Belgisch-Congo, over de economische kloof tussen blank en zwart, ‘de beste gezondheidszorg in de tropische wereld’. Hij benadrukt dat de structurele factoren die de voormalige kolonie geboetseerd hebben naar het Belgische maatschappelijke model, ontbreken in het debat. De economische verhoudingen, bijvoorbeeld. De rol van de Belgische bedrijven en van het administratieve bestuur. Of nog de sociaal-culturele invloed van de missies. Hoewel ze voor Congo vandaag veel bepalender zijn dan discussies over Leopold II en de gruwel van de afgehakte handen. (thema’s die hij aankaartte in zijn vorig essay: Hoe Congolees zijn de Congolezen?, Davidsfonds, 2010)

Excuses aanbieden?

‘De manier waarop de huidige Congolese machthebbers omgaan met het eigen verleden, hoe zij hun mythes omzetten in monumenten, staat erg ver van de manier waarop in België dat verleden wordt besproken en herdacht,’ schrijft Verlinden. En inderdaad, in mijn geboortestad Kolwezi werden prominent op de Place de l’Indépendance borstbeelden geplaatst van Leopold II, koning Boudewijn, Lumumba, Kasavubu, naast de bustes van Mobutu, van vader en zoon Kabila. Het aanbieden van verontschuldigingen door vertegenwoordigers van de Belgische staat is nogal gratuit, politiek correct, maar historisch incorrect. Althans wat de onbetwistbare wandaden in Congo Vrijstaat betreft, droeg de Belgische staat daarvoor geen enkele politieke of juridische verantwoordelijkheid.

Verlinden vindt het nuttiger ‘lessen te trekken uit wat nu begrepen wordt als fouten in het verleden’. Dat is de kern van zijn betoog. Erkennen dat het kolonialisme geleid heeft tot een verregaande vernietiging van de identiteit van de gekoloniseerde bevolking. Tot de ontwrichting van de waardevolle traditionele cultuur en structuren. En tot het dramatische verlies aan zelfredzaamheid.

Multiculturele en multiconflictuele samenleving

‘Belgische politici wentelen vandaag de verantwoordelijkheid af op hun voorgangers in plaats van hun verantwoordelijkheid op te nemen voor de huidige relaties met diezelfde landen en bevolkingen. Dat vereist veel meer politieke moed.’ Hij wijst ook op de verantwoordelijkheid van de eigen leiders in zowat alle Afrikaanse landen. Die verrijkten zich schandelijk, terwijl de bevolking voortdurend verarmde. Een blinde vlek bij propagandisten van het witte racisme-gen, zou ik eraan toevoegen. (tenzij ook dat weer de schuld is van koloniale uitbuiting, zes decennia na de onafhankelijkheid van de meeste Afrikaanse staten. De vraag is dan: hoe lang nog?)

Dat racisme tegenover zwarten in België een harde realiteit is, zoals Verlinden stelt, verdient alle nodige aandacht en actie. Meer dan gejammer in zwart/wit-termen over het verleden. Een dogmatische polarisering rond dit thema zal de kloof tussen extremen alleen maar groter maken. ‘Daarom vind ik de extreme manier waarop een nieuwe militante generatie jongeren van Afrikaanse afkomst aanspraak maken op het “zwart zijn”, de “zwarte identiteit”, een bijzonder spijtige en zelfs gevaarlijke evolutie,’ waarschuwt Verlinden. Multiculturalisme leidt effectief tot een multiconflictuele samenleving. Niet meteen een gunstig vooruitzicht voor een land waar bi-culturalisme (Nederlandstaligen vs. Franstaligen) al leidt tot verlamming voor de vorming van een regering op federaal niveau.

Erik Bruyland is beroepsjournalist en auteur van 'Kobalt blues - de ondermijning van Congo (1960-2020)', Uitgeverij Lannoo. Hij is geboren en getogen in Congo, waar hij van 1978 tot 1984 de familiale onderneming leidde en woont nu deels in Indonesië en België.

Commentaren en reacties