JavaScript is required for this website to work.

Le syndrome de la dictature

Lieven Van Mele27/9/2020Leestijd 4 minuten

De Egyptische romancier Alaa al Aswany analyseert het fenomeen dictatuur.

In zijn nieuwe werk Le syndrome de la dictature tracht de Egyptische auteur Alaa al Aswany de mechanismen van dictatoriale regimes te doorgronden. Als Egyptenaar is hij dan ook ervaringsdeskundige. Het heeft een leuk en informatief werkstuk opgeleverd.

Zesdaagse Oorlog

Alaa al Aswany (1957) kennen we vooral als romancier, een van Egyptes grootste romanciers. Maar hij waagt zich af en toe ook aan non-fictie. Hij is een notoir voorvechter van democratie, steunde dan ook de Arabische lente in Egypte (2011), maar is duidelijk teleurgesteld over wat die Arabische lente nu eigenlijk heeft opgeleverd. Zijn boeken werden vertaald in 30 talen, zijn roman Imara Yacoubian (Het gebouw Yacoubian, 2006) met succes verfilmd. Alaa is geboren in de Cairotische wijk Garden City, in zijn tijd een bourgeoisbuurt, en ging naar een Franstalige, elitaire school. Het boek dat we bespreken is een vertaling uit het Engels.

Een van de kenmerken van dictaturen, volgens de auteur, is dat veel inwoners van dictatoriale regimes daar positief tegenover staan. De Egyptische president Gamal Abdel Nasser (1918-1970) regeerde Egypte met ijzeren vuist en liet massa’s mensen martelen in de gevangenissen. Tijdens de Zesdaagse Oorlog met Israël (1967) kregen de Egyptenaren elke dag te horen op de radio en te zien op tv dat het Egyptische leger de ene overwinning na de andere had behaald op de Israëlische vijand. In werkelijkheid maakte het Israëlische leger vanaf de eerste dag fricassee van het Egyptische leger.

Het dictatorsyndroom

Ook al werd dat uiteindelijk bekend bij de Egyptenaren, toen Nasser besloot af te treden kwamen honderdduizenden Egyptenaren op straat om hem te smeken aan te blijven. Hoe komt het dat de Britse premier Winston Churchill (1874-1965) de verkiezingen verloor, terwijl hij net de Tweede Wereldoorlog had gewonnen, terwijl de Egyptenaren Nasser smeekten president te blijven terwijl hij de oorlog had verloren en de bevolking wat had voorgelogen, vraagt Al Aswany zich af ? Het heeft te maken met een complex fenomeen dat de auteur het dictatorsyndroom noemt.

Zich verzetten tegen een dictatuur brengt meestal geen bal op, want betogen is verboden. Als je protesteert riskeer je in de cel te belanden. Dat is de reden, schrijft de auteur, dat in landen als Egypte de meeste mensen alleen maar geïnteresseerd zijn in hun job, familie en huisvesting.  Voor de rest trekken ze zich niets aan van de samenleving. Ze voelen zich niet geroepen om zich voor wat dan ook te engageren. Meer nog, de weinige mensen die wel protesteren riskeren door de modale burger beschouwd te worden als verraders. Hun acties zouden immers chaos kunnen veroorzaken.

Complottheorieën

Zo hebben we ook tijdens de Arabische lente in Egypte gezien dat veel proletarische Egyptenaren de betogers voor vrijheid en democratie beschouwden als gevaarlijk tuig. Een ander kenmerk van dictaturen volgens Al Aswany is het gebruik van complottheorieën. Door het gebruik van imaginaire externe gevaren (bijvoorbeeld het zionisme), leidt men de aandacht van de bevolking af van interne problemen en het wanbeleid van de dictator, en worden de frustraties van de mensen naar het buitenland gericht.

Alaa al Aswany is ook tot de vaststelling gekomen dat de meeste dictators meestal geen intellectuelen zijn, maar individuen van bescheiden statuur (Hitler, Saddam Hoessein,…). De uitzonderingen op deze regel zijn de Portugese dictator Antonio de Oliveira Salazar (1889-1970) en de Haïtiaanse sterke man François – papa Doc – Duvalier (1907-1971). Wat het overleven van veel dictaturen ook mogelijk maakt is de collaboratie van intellectuelen en bekende figuren met autoritaire regimes. Aswany verwijst daarbij naar onder meer de Peruaanse auteur Mario Vargas Llosa (1936-) en diens decennialange sympathie voor de Cubaanse dictator Fidel Castro (1926-2016), om nog niet te spreken over de Colombiaanse auteur Gabriël Garcia Márquez (1927-2014), die in hetzelfde bedje ziek was.

Scheiding van kerk en staat

Maar dan zijn er nog de intellectuelen die weliswaar  niet sympathiseren met de dictator, maar er ook geen greintje kritiek op geven, waarbij al Aswany er even de Egyptische Nobelprijswinnaar literatuur Naguib Mahfouz (1911-2006) flink doorsleurt. En wat te denken over de Chileense auteur Pablo Neruda (1904-1973), die zijn sympathieën voor Stalin nooit heeft verborgen ?

Onze Egyptische auteur verwijst ook naar de rol van godsdiensten, of toch sommige vormen van godsdienst, bij het propageren en in stand houden van dictaturen. Gezien vele religieuzen menen het monopolie te hebben op de absolute waarheid, is de stap naar onverdraagzaamheid richting diegenen die de absolute waarheid niet willen aanvaarden, vlug gezet. Zo gaan we richting uniformisering van de samenleving, uniformisering die onmisbaar is bij het in stand houden van dictatoriale regimes.

‘La séparation de la religion et de l’Etat est une condition essentielle pour prévenir la dictature’, stelt Al Aswany dan ook (blz. 163). (‘Scheiding van kerk en staat is een essentiële voorwaarde om niet in een dictatuur te belanden’ vert.) Ook tribale mentaliteiten kunnen leiden tot het aanvaarden van autoritaire regimes. Voor Al Aswany is dat de reden dat de Golfstaten, landen met een sterke tribale traditie, allemaal dictaturen zijn. Dit en nog veel meer relevante elementen komen aan bod Le syndrome de la dictature. Aanbevolen.

Islam en democratie

Al Aswany gaat ook in op de redenen waarom mensen terroristische groeperingen vervoegen. Voor hem zijn de minderwaardigheidscomplexen van vele terroristen, en de uitbuiting van die complexen door extremisten, daarbij essentieel.

Zijn regimes als het Egyptische autoritair omdat de Egyptenaren moslim zijn, en vormen islam en democratie een moeilijk huwelijk is? ‘Cet argument simpliste tombe de lui-même si l’on se souvient que la dictature a existé en Argentine, en Italie, en Espagne, en Allemagne, au Portugal, au Chili et dans de nombreux autres pays non musulmans’, is het antwoord van de auteur (blz. 18). Blijft natuurlijk de vraag waarom al deze landen die de auteur opsomt, uiteindelijk geëvolueerd zijn van dictatuur naar democratie, terwijl dat in de Arabische en islamitische wereld blijkbaar moeilijk gaat. Maar daar krijgen we geen antwoord op.

Lieven Van Mele is Midden Oosten-reiziger en volgt sedert de jaren '90 de actualiteit in de Arabische wereld en het fenomeen van de islamisering in de islamitische wereld en het Westen. Eerder verschenen al bijdragen van hem in diverse media

Commentaren en reacties