JavaScript is required for this website to work.

Marokkaanse Jood van analfabete ouders

Chris Ceustermans25/4/2020Leestijd 4 minuten
TitelEen marokkaanse jood van analfabete ouders
AuteurProf. Dr. David Pinto
UitgeverAspect
ISBN9789463388375
Onze beoordeling
Aantal bladzijden204
Prijs€ 19.95
Koop dit boek

David Pinto, bekend om zijn ongezouten meningen over integratie en zijn werk over interculturele communicatie, publiceerde een autobiografie.

Professor David Pinto, in Nederland bekend door zijn ongezouten meningen over integratie en zijn werk over interculturele communicatie, publiceerde een autobiografie: Een Marokkaanse Jood van analfabete ouders. Dat boek verhaalt hoe Pinto als Berberkind dat in een Joodse gemeenschap in Marokko opgroeide, een unieke maar weerbarstige stem werd in het integratiedebat.

Pinto’s piramide

De piramide van Pinto is in vele publicaties over interculturele communicatie terug te vinden. Pinto werd in het interculturele werkveld bekend omdat hij betoogde dat de concepten van sociale wetenschappers zoals de behoeftepiramide van Maslow te sterk op een moderne, vaak Westerse cultuur, zijn gebaseerd. Die benoemt hij als ‘G-cultuur’: culturen waar de sociale regels grofmazig zijn en niet erg dwingend. Daartegenover zet Pinto de ‘F-culturen’. Die kennen een fijnmazig regelsysteem met bijhorende controle, waardoor de groepsdruk erg groot is. Pinto stelt dat voor mensen uit de F-culturen niet ‘zelfontplooiing’ het hoogste streven is, maar ‘goede naam’ en ‘eer’. Wanneer men daarvan niet bewust is, stoot men in interculturele contexten, zoals in het stedelijke onderwijs, onvermijdelijk op onoplosbare conflicten.

David Pinto staat in Nederland bekend als een van de vroege critici van het integratiebeleid. Legendarisch is zijn opiniestuk in de linkse Volkskrant van 18 juni 1988, waarin hij betoogde dat de welzijnssector en politiek door een te softe G-cultuuraanpak, de allochtonen ‘doodknuffelen’. Men zou omwille van opportunisme en misplaatste voorzichtigheid onder meer de Nederlandse Marokkanen te weinig voor de eigen verantwoordelijkheid plaatsen. Het resultaat is dat die dieper in isolement, armoede en eigen wereldbeeld verzinken. Het signaal van Pinto werd opgepikt door onder meer de liberale politicus Frits Bolkenstein. Ook eigenzinnige auteurs als Anil Ramdas (1958-2012), toen columnist bij onder meer de Groene Amsterdammer waren door Pinto’s kritiek gecharmeerd.

Tegen laffe gezapigheid

Als pionier van de interculturele trainingen botste Pinto op de conflictschuwe Nederlandse cultuur. Daardoor liet hij ambtenarenfuncties als docent achter zich en richtte hij zijn Inter-Cultureel Instituut (ICI) op. Het ICI specialiseerde zich in het management en communicatie tussen mensen uit verschillende landen en culturen. Na enkele moeilijke opstartjaren, werkte het ICI voor klanten zoals het leger, de politie, bedrijven. Het ICI redigeerde visienota’s voor de toenmalige burgemeester van Rotterdam Gedragsgids voor de multiculturele stad en boeken zoals Samen Verder.
Pinto’s autobiografie, op papier gezet met de hulp van Tom Nijhof, onthult de achtergrond en de verbetenheid van Pinto. Waarom de Berberse immigrant de vaak gezapige Nederlandse polder-maar-voort-mentaliteit door elkaar probeerde te schudden. Pinto’s leven is zelf een spanningsveld — soms zelfs een mijnenveld — van invloeden en identiteiten.

Joods-Marokkaanse apartheid

Het boek verhaalt hoe hij een Berber is die opgroeide in een gezin van analfabete ouders en dertien kinderen. De familie woonde in de Marokkaanse stad Midelt in het Atlasgebergte. De familie Pinto behoorde daar tot de Joodse stam Ait Izdeg — deel van de toen nog honderdduizenden Joden tellende minderheid in Marokko, intussen verminderd tot enkele duizenden. De Joods-Berberse gemeenschap leefde grotendeels gescheiden van de moslimmeerderheid: aparte scholen, feesten, kinderspelen… Wegen en waterpomp werden wel gedeeld. In Pinto’s herinneringen dienden de Joden als ’tweederangsburgers’ voorrang te verlenen aan de moslims. Indien ze geen onderdanigheid toonden, liepen ze het risico om in elkaar te worden geslagen. De idee van gelijkheid van mensen en burgers, is in de islamitische wereld totaal niet van tel, aldus Pinto.

Ook bij de Joodse Berbers bleek geweld erg aanwezig. Pinto verhaalt in zijn geschiedenis hoe hij enkele keren door zijn vader werd bewusteloos geslagen omdat hij diens bevel negeerde. Hoe hij zelf moslimjongens, meestal in de meerderheid, terroriseerde. Hoe zijn vader en zijn oudere broer met moordplannen reageren op een Joodse leraar van Pinto wanneer die de kleine David te hard had aangepakt. Op vele vlakken van was stamcultuur (of de F-cultuur) van de Joden identiek aan die van de moslims – en allen waren ze Berbers: koppig, onbuigzaam en opvliegend.

Filosofie en elektronica

Door zijn leergierigheid, die in die omgeving verre van vanzelfsprekend was, kon Pinto na een succesvol Franstalige staatsexamen (Certificat d’Etudes Primaires) verder studeren, maar altijd binnen de beperkte mogelijkheden van zijn arme familie en van de Joodse gemeenschap. Dat betekende dat hij in de steden Sefrou en Rabat werd opgeleid  tot Talmoed-specialist en ‘Rabbi’ in onder meer het Frans, Hebreeuws en Arabisch. Zijn passie lag echter bij het lesgeven, het opdoen van kennis (onder meer radio-elektronica en filosofie) en bij vakbondswerk voor de Joodse arbeiderspartij.

Toen de Israëlische staat de Marokko betaalde voor laisser-passer-documenten opdat de Marokkaanse Joden zich in Israël zouden vestigen, verliet de Pinto-famillie Marokko. Dat levert een boeiend hoofdstuk op over hoe Joodse migranten van over de hele wereld hun plaats zoeken in de jonge en allesbehalve rijke Joodse staat. Pinto ontmoette en huwde er zijn eerste vrouw, Yaël — met een Nederlandse achtergrond. Hij vond zijn plaats in Israël als (onderbetaald) leraar. Ironisch genoeg werd hij in de stad Akko verantwoordelijk voor een heel moeilijke klas die vooral uit Joodse Marokkanen bestond. Ook daar heerste een ‘Marokkanenprobleem’, zo beschrijft Pinto. Om de klas tot pedagogisch rendement dwingen, hanteerde Pinto een aanpak van discipline, veeleisendheid, maar ook van geloof in de leerlingen en passie voor de leerstof. Zijn aanpak blijkt verrassend gelijklopend met vele moderne pedagogische visies. Alleen  de huidige mantra van de ‘autonomie’ van leerling paste hij weinig toe, wegens niet erg efficiënt in F-culturen.

Ervaringsdeskundige

Pinto’s pedagogische aanpak bleek goed te werken. Daardoor  kreeg hij een vaste benoeming en kansen om op te klimmen en de economische situatie van zijn jonge gezin te verbeteren. De Zesdaagse Oorlog gooide echter roet in het eten. Toen de Arabische landen Israël binnenvielen om de Joodse staat van de kaart te vegen, deed Pinto dienst als ‘hospik’ in een tankdivisie. Hij zag kameraden doodbloeden en zelf legde hij ei zo na het loodje. Het Joodse leven werd door de oorlog door elkaar geschud.

Een tijdelijk verblijf in het Nederland van zijn echtgenote, werd een definitieve migratie naar West-Europa. In Nederland begon Pinto zijn ervaringen als Berberkind, polyglot, leraar en migrant in te zetten. De laksheid en de naïviteit van de Nederlanders en het blinde opportunisme van de welzijnssector verontwaardigden hem. Zo werd hij met vallen en opstaan — hij voelde zich veeleer een Berber en Jood dan een Nederlander — een stem in het integratiedebat.

Pinto heeft erg uitgesproken standpunten over onder meer de islam, als alomvattende ideologie. Zelfs voor hen die het daarmee niet eens zijn, blijft zijn levensweg erg boeiend. Dat maakt deze biografie —  met inleiding van Paul Cliteur en Wim van Rooy — de moeite waard voor iedereen die bekommerd is over het interculturele samenleven. De vele schoonheidsfouten in de uitgave, zoals het gebrek aan data of jaartallen of de talrijke taalfouten doen daaraan geen afbreuk.

What do you want to do ?

New mailCopy

Chris Ceustermans is een veertiger die ooit van zijn pen leefde als journalist bij onder meer De Morgen. Na andere wegen te hebben verkend, keerde hij terug naar zijn oude liefde: de literatuur. Op Doorbraak pleegt hij af en toe een stuk over dingen die in de eenzijdige media te weinig aan bod komen. 'Ni dieu, ni roi, ni maître', blijft zijn motto, al lijkt dit voor de meeste zelfverklaarde 'links weldenkenden' al lang vergeten.

Meer van Chris Ceustermans
Commentaren en reacties