Met de Z van Zwendel
Lady Z had steengoed kunnen worden. Het derde deel in de stripreeks Zwendel is weeral prachtig getekend. Dit is de sterkte en de zwakte van dit album.
Lady Z is het derde album in de spin-off-reeks Zwendel. Dit album is wederom uiterst knap getekend. Het verhaaltje zou ermee door kunnen voor een krantenstrip. Helaas vervalt Muñuera in zijn tekeningenweer veel te vaak in de groteske invloeden van manga. En van Amerikaanse comics . Een beetje zelfkritiek bij het maken had misschien een steengoede strip kunnen opleveren.
De Marsupilami van Franquin
Nadat Brusselaar André Franquin (1924-1997) als tekenaar van Robbedoes in 1967 met die reeks ophield, had hij tal van vondsten en nevenpersonages bedacht. De bekendste twee waren de Marsupilami en het kantoorhulpje Guust Flater (in het Frans Gaston Lagaffe). De afspraak was dat zijn opvolger bij Dupuis, Jean-Claude Fournier, alle personages mocht gebruiken in de Robbedoes-verhalen. Behalve dan de Marsupilami. Als steun aan zijn jongere collega tekende Franquin wel de Marsupilami in het eerste album van Fournier (Robbedoes en Kwabbernoot nr 20: De goudmaker).
Al in 1956 creëerde Franquin een spin-off met de Marsupilami, maar een echte stripreeks volgde pas in 1987. Tekenaar was de Luikenaar Luc Collin (pseudoniem Batem). Franquin had rond die tijd al zijn auteursrechten – inclusief afgeleide producten – verkocht aan Marsu Productions van Jean-François Moyersoen. In 1992 zou Marsu Productions ook de rechten op Guust Flater verwerven. Omdat Guust Flater uit 1957 nooit in de reeks Robbedoes en Kwabbernoot voorkwam, maar enkel in losse gags met Kwabbernoot en later Kersepit in het weekblad Robbedoes hield Franquin dus ook Guust als eigen reeks.
Franquin spin-offs à volonté
In 2013 kocht uitgeverij Dupuis haar concurrent Marsu Productions op, waardoor alle werk van Franquin nu het eigendom is van het Karolingse Dupuis. Zoals de Marsupilami eerder al een apart leven gingen leiden als stripreeks volgden later andere personages als de graaf van Rommelgem en diens malafide neef Zwendel. Rommelgem is een briljante nieuwe reeks, Zwendel daarentegen blijft een buitenissig twijfelgeval.
De briljante tekenstijl van Franquin is nog steeds bron van inspiratie voor vele tekenaars. Als één jongere tekenaar de dynamiek van Franquins tekeningen vrij goed kan vatten, dan lijkt datde Spanjaard Jose-Luis Muñuera wel. Daarom dat de booswicht Zwendel de uitgeverij ideaal leek als spin-off-materiaal.
Franquin bedacht Zwendel, de valse neef van de graaf van Rommelgem, in een periode dat hij mentaal compleet vast zat. Het album QRN op Bretzelburg wou maar niet vorderen. Het zou uiteindelijk meer dan twee jaar duren voor het afgewerkt raakte. De naargeestige Zwendel kreeg ook een belangrijke rol in andere albums
Slaapverwekkend en irritant
Helaas heeft de talentrijke Muñuera één groot probleem: hij overdrijft ontzettend qua dynamiek. En hij levert constant vliegende personages af die lijken weggelopen uit manga’s. Of uit Amerikaanse comics. De overdrijving is indrukwekkend, maar past geheel niet bij een spin-off op basis van personages die duidelijk werden uitgewerkt door een groot stripauteur.
De albums in de reeks Robbedoes en Kwabbernoot die Muñuera tekende werden door de meeste liefhebbers bij de slechtste verhalen gerekend. Wel is iedereen het erover eens dat zijn tekenwerk vaak briljant was.
Toch wrong de tekenstijl te hard naar smaak van de striplezers en -kopers. Het effect van de bombast bleek kortstondig. En bij teveel herhaling zelfs slaapverwekkend en irritant. Hetzelfde fenomeen dreigt ook het album Supergroom met een superheldversie van Robbedoes te nekken.
De flauwe kolder overheerst
Het derde album in de Zwendel-serie is Lady Z. De fysionomie van de personages houdt het midden tussen de tekenstijl van Franquin en die van het duo Tome (schuilnaam van Philippe Vandevelde) en Janry (pseudo van Jean-Richard Geurts). Bij Tome & Janry tekende Janry wel het meeste. Het probleem is dat die zeer herkenbare stijl bij momenten te grotesk van beweging werd voorzien. Daardoor kan de lezer bijna niet meer genieten van de soms subliem getekende normale delen van de strip.
Als scenarist bedacht Muñuera wel een aangenaam verhaaltje, maar de humor is bijzonder zwak. De dosis ongeloofwaardige en humorloze sciencefiction verheft het verhaal bovendien niet boven de gemiddelde krantenstrip. De flauwe kolder overheerst.
Nochtans zijn de personages best degelijk uitgewerkt en uiterst knap getekend. Assistentie van een eindredacteur om de Iberische bewegingsexuberantie onder controle te houden was wenselijk geweest. En ook een beetje hulp van een scenarist om het verhaal wat meer inhoudelijke body te geven. De bizarre vondst van een fold out met een tekening ter grootte van vier A4’s werkt al evenmin. Zoiets zorgt enkel voor ezelsoren.
Van de spreuk In der Beschränkung zeigt sich der Meister heeft Muñuera vast en zeker nog nooit gehoord. Iemand bij Dupuis zou het hem toch beter een keertje uitspellen. Want met een prijskaartje van € 8,50 voor een softcover stripverhaal mag de lezer wel wat extra kwaliteit eisen.
Lode Goukens is master in de journalistiek. Zijn masterproef behandelde de journalistieke cartografie. Voordien was hij jaren beroepsjournalist en schrijver. Begonnen als officieel IBM multimedia developer in 1992 en één van de eerste professionele ontwikkelaars van DVD’s (dvd-authoring) schreef hij ook het eerste Belgische boek over het Internet in 1994. Hij behaalde ook al een master in de kunstwetenschappen en archeologie en een master filmstudies en visuele cultuur.
Europa stevent op een nieuwe energiecrisis af. En dit keer tijdens de winter. Ondertussen speelt Rusland met de gaskraan.