JavaScript is required for this website to work.

Veiligheid versus politieke correctheid

Winfried Matheeussen18/2/2021Leestijd 3 minuten

Metsu en De Wit analyseren het mank lopende Belgische veiligheidsbeleid en komen met oplossingen, wars van de politieke correctheid.

Ontwapend. Dat is de titel van het boek dat N-VA-volksvertegenwoordiger Koen Metsu en auteur Julien de Wit samen schreven over de veiligheidsproblematiek in ons land. Metsu is ondervoorzitter van de Commissie Binnenlandse Zaken en gewezen voorzitter van de tijdelijke Commissie Terrorismebestrijding. Hij kent het thema dan ook als geen ander.

Historische analyse

Vijf jaar na de aanslagen van 2016 is het tijd om de balans op te maken. Waar stonden we toen, waar staan we nu, en waar moeten we naartoe? Metsu en De Wit overlopen in hun boek een ruim aantal thema’s om telkens een aantal voorstellen tot oplossing of verbetering te formuleren. Op die manier kan je het boek lezen als een goed onderbouwd programma voor een nieuw en bijgestuurd veiligheidsbeleid.

In een historische analyse proberen Metsu en De Wit een verklaring te geven voor de haat waarmee het Westen wordt geconfronteerd. Die haat zorgt voornamelijk vanuit islamitische hoek voor terroristische dreiging. Vertrekkend bij Sykes-Picot, over het ontstaan van Israël en via de invallen in Irak komen ze uiteindelijk bij de situatie in Syrië terecht. Deze beschouwingen geven een beknopt maar overzichtelijk overzicht van de recente geschiedenis van het Midden-Oosten.

Persoonlijke getuigenissen

Hoe verloopt radicalisering? Ontwapend schetst een beeld aan de hand van een persoonlijke getuigenis van de moeder van een Syriëstrijder. Concreet gaat het over een jonge bekeerling die uiteindelijk in Turkije wordt tegengehouden en nu onder toezicht van de overheid een deradicaliseringstraject volgt, dat al in de gevangenis werd opgestart. Uit de analyse van de deradicaliseringsaanpak blijkt dat er nog veel werk voor de boeg is. Met slechts twee islamconsulenten in de gevangenissen en een beleid dat nauwelijks een beleid kan worden genoemd, lijken we niets te hebben geleerd de voorbije jaren.

De auteurs hebben ook oog voor de slachtoffers van terreur. Voor de manier waarop zij tot op heden aan hun lot worden overgelaten. Uit de getuigenissen blijkt dat de overheid niet over de instrumenten beschikt om hen degelijk bij te staan. Vooral de contacten met verzekeringsmaatschappijen getuigen van een wraakroepende kilte en onmenselijkheid. Metsu kijkt naar het Verenigd Koninkrijk voor inspiratie. De Britse slachtoffers van de aanslagen in 2016 werden blijkbaar ogenblikkelijk professioneel opgevangen door hun overheid. De Belgische slachtoffers moeten tot op de dag van vandaag nog vechten om erkenning en hulp.

Staat van ons veiligheidsbeleid

De staat van ons veiligheidsapparaat wordt eveneens onder de loep genomen. België heeft verschillende veiligheids- en inlichtingendiensten. We hebben de Staatsveiligheid (VSSE), het OCAD en de militaire veiligheidsdienst AIVD. Deze worden geacht samen te werken, wat niet altijd even vlot liep in het verleden. Al lijkt dat wel hoe langer hoe beter te gaan.

Bij de politie komt vooral de DSU, de opvolger van het Speciaal Interventie Escadron (SIE), aan bod. Rode draad in de analyse van one veiligheidsdiensten: structurele onderfinanciering en een gebrek aan geschikte gespecialiseerde profielen. Dat laatste is vooral het geval voor de aanpak van de cyberdreiging. Een probleem dat in de nabije toekomst wel eens héél accuut zou kunnen worden.

Uit het boek blijkt dat de strijd om een degelijke aanpak van de veiligheidsproblematiek niet over rozen loopt. Metsu schetst zijn teleurstelling die hij opliep bij het afwijzen van zijn wetsvoorstel ter afname van de Belgische nationaliteit van veroordeelde terroristen. Hij botste op een muur van onbegrip en politieke correctheid. Nochtans stak de man behoorlijk wat tijd en opzoekwerk in het bestuderen van de problematiek. Getuige daarvan zijn relaas over een bezoek aan de Koerdische vluchtelingenkampen waar Belgische IS-vrouwen met hun kinderen verblijven. Dat heeft de politicus gesterkt in zijn overtuiging dat het geen goed idee is om IS-strijders terug te halen. Metsu pleit dan ook voor een berechting in het land waar ze hun misdaden begingen.

Oplossingen aanreiken

Metsu en De Wit formuleren ook tal van suggesties die moeten leiden tot een betere aanpak van ons veiligheidsbeleid. Één daarvan is het pleidooi voor een minister van Veiligheid, die het veiligheidsbeleid en vooral de -diensten kan coördineren. Tot nu toe zijn die bevoegdheden verdeeld tussen de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie. Dat zorgt potentieel voor een diffuus beleid.

Na het lezen van dit boek heeft de lezer een goed beeld van wat er momenteel allemaal misloopt in de aanpak van terreur. Metsu en De Wit gaan verder dan enkel een analyse te maken. Ze reiken ook oplossingen en voorstellen aan. Voorstellen en oplossingen waar de volksvertegenwoordiger in het parlement mee aan de slag wil gaan. Of dit tot iets zal leiden, nu N-VA federaal in de oppositie zit, is maar zeer de vraag. Maar het boek geeft in elk geval een duidelijke aanzet om de problemen effectief aan te pakken.

Ontwapend. De ongelijke strijd is vlot en toegankelijk geschreven. Een aanrader voor ieder die inzicht wil krijgen in het kluwen dat ons veiligheidsbeleid is. Eveneens een aanrader voor elk van ons die op de hoogte wil zijn van wat er onderhuids broeit.

Hier kan u de boekpresentatie herbekijken: gesprekken van Koen Metsu en Julien De Wit met o.a. prof. Marc Cools, Heidi De Pauw (Childfocus), advocaat Walter Damen, Philip Vansteenkiste van V-Europe, imam Brahim Laytouss en vtm-journalist Faroek Özgunes.

Winny Matheeussen (1973) noemt zichzelf misantroop, hondenvriend en bergzitter.

Commentaren en reacties