Ali: op de vlucht voor de terreur van Al Shabab
Hoe opera relevant te maken in 2024
Titel | Ali |
---|---|
Regisseur | Ricard Soler Mallol |
Locatie | De Munt |
Speeldata | 21 april tot 27 april 2024 |
Meer info |
Ali vertelt het waargebeurde verhaal van een Somalische jongen die na een vlucht van twee jaar voor de islamitische Al Shabab in Brussel terechtkomt.
Als opera als kunstvorm de volgende decennia relevant wil blijven, mag hij zich niet opsluiten in een museaal repertoire waarbij meesterwerken steeds herhaald worden, met als enige vernieuwing de gedurfde mise-en-scènes. Creatie, om te bewijzen dat gezongen theater van alle tijden is, blijft daarom levensbelangrijk. De Brusselse Munt heeft dat altijd al beseft.
Niet alleen om hedendaagse componisten kansen te geven, maar ook om met actuele onderwerpen aan te tonen dat opera mee is met zijn tijd en een jong publiek kan aanspreken. Ali, een compositie van Grey Filastine, Walid Ben Selim en Brent Arnold slaagt daar meesterlijk in.
Het Kamerorkest van De Munt, onder leiding van Michiel Delanghe, versterkt met veel percussieve elementen en geluidseffecten, vormt de perfecte soundtrack van het waargebeurde verhaal van Ali Abdi Omar,een Somalische jongen van twaalf die in 2017 de terreur van de islamistische Al Shabab ontvlucht. Ali woont nu in Brussel en schreef zelf mee aan het libretto.
Smokkelaars
De zeer jonge Ali kwam snel in de handen van meedogenloze smokkelaars die hem een jaar lang opsluiten tot zijn familie 10.000 dollar opstuurt. Uiteindelijk wordt hij op de Middellandse Zee uit een zinkende boot gered door een vrijwilligersorganisatie. Via Malta komt hij in 2019 na bijna twee jaar omzwervingen aan in Brussel-Zuid.
Ali gunt de toeschouwers geen respijt of adempauze, want die zijn vluchtelingen evenmin gegund. We worden meegenomen op de helletocht van de heel jonge Somaliër die zelf niet goed begrijpt wat hem overkomt en ook niet weet waar hij zal terechtkomen.
Stinkende barakken
Het sterke punt van deze opera is dat de muziek ons bij de keel grijpt, alsof we zelf geen andere keuze hebben dan met Ali te lopen voor ons leven. Het uitzichtloze leven in stinkende barakken met nauwelijks eten waar Ali twaalf maanden opgesloten zit, doet denken aan concentratiekampen.
Geen toeschouwer die bij deze doorleefde getuigenis onbewogen blijft. Even hebben we het gevoel dat we het lot van Ali delen. Wie soms misprijzend neerkijkt op vluchtelingen en ze ‘profiteurs’ noemt, moet dringend naar Ali gaan kijken.
Cabaret
Klein minpunt is de cabareteske kritiek op het Europese vluchtelingenbeleid. Dat mag terecht een gebrek aan politieke moed en solidariteit verweten worden, maar die bedenkingen kan men ook hebben bij de totale passiviteit van de Afrikaanse Unie en de Arabische Wereld, die niet één initiatief nemen om de crisis op hun continent aan te pakken.
Maar tegelijk worden wij als Europese toeschouwers geconfronteerd met onze eigen hypocrisie waarbij we de persoonlijke miserie van vluchtelingen reduceren tot een probleem dat niet wij, maar anderen voor ons moeten regelen. De essentiële vraag die Ali aan de zaal stelt is waarom men als misdadiger wordt beschouwd omdat men een grens overschrijdt…
Verdrinkingsdood
Sanele Mwelase, contratenor uit Johannesburg, is briljant in de titelrol. Al even indrukwekkend is de Belgische bariton Kamil Ben Hsaïn Lachiri, die liefst vier rollen voor zijn rekening neemt en vooral als bendeleider zowat de hele zaal terroriseert. Het is jammer dat de componisten geen plaats voor een koor hebben voorzien. Het zou het geheel van Ali’s lotgenoten nog krachtiger gemaakt hebben.
Het artistiek concept van Ricard Soler Mallol is schitterend in zijn eenvoud. Met eenvoudige middelen slaagt hij erin de gruwel te evoceren, met als ijzingwekkend hoogtepunt de dreigende verdrinkingsdood van Ali. Het is wel alsof de geprojecteerde golven de zaal lijken binnen te stromen en ons naar adem doen happen.
Het geeft Sanele Mwelase de kans om zijn meest aangrijpende tekst te zingen, waar Ali de dood in de ogen kijkt en de kracht vindt om te blijven vechten voor zijn leven.
Luckas Vander Taelen (1958) werkte als tv-regisseur, en was voor Groen schepen, Vlaams en Europees Parlementslid en senator.
Het federale Beliris-fonds, bestemd voor de uitstraling van Brussel, wordt systematisch misbruikt door de bevoegde minister Karine Lalieux (PS).