Prophète en son pays: over islam, terrorisme en de Arabische wereld
De Franse islamoloog en arabist Gilles Kepel kijkt terug op een rijk gevulde carrière. Hij is eerder pessimistisch voor de toekomst.
Prophète en son pays heet het nieuwste boek van professor Gilles Kepel, ongetwijfeld de belangrijkste islam- en Arabische wereldkenner van Frankrijk. En een Arabist, die met dit verhaal een einde maakt aan zijn professionele carrière. Kepel blikt terug op zijn jarenlange wetenschappelijk onderzoek en uit zijn bezorgdheid over het ‘islamo-gauchisme’.
In 1987 verscheen Les banlieues de l’islam, waarin Gilles Kepel de groeiende radicalisering van een deel van de moslimbevolking in Frankrijk schetste, lang voor de terroristische aanslagen door moslims die Frankrijk later zouden teisteren. En ook al is Kepel geen rechtse zak (tijdens zijn studententijd was hij zelfs actief in extreemlinkse organisaties), hij kreeg de wind van voren van links, moslims, collega’s op de universiteit en het gros van de politieke wereld. Kepel zou moslims stigmatiseren.
Frankrijk aangevallen
Pas later, toen Frankrijk geteisterd werd door moslimgeweld (bijvoorbeeld de aanslag op Charlie Hebdo in 2015), werd schoorvoetend toegegeven dat de man in de jaren ’80 al had geschetst welke bedenkelijke evoluties er aan de gang waren. Het is een blijvende frustratie van Kepel dat de politiek toen geen rekening hield met zijn bevindingen. Welke maatregelen de Franse regering toen dan had moeten nemen, komen we helaas niet te weten.
De manier waarop islamitische terroristen in het Westen opereren, gaat de auteur verder, stond al in geuren en kleuren beschreven in het boek Dawa ila mouqawama al islamiya al alamiyya van de totaal onbekende Syriër Moussab al Souri. En terwijl we ook in België niet begrepen wat ons overkwam met die aanslagen op luchthaven Zaventem en metrostation Maalbeek in 2016, stond de modus operandi van het jihadisme al in geuren en kleuren uitgelegd in de teksten van Al Souri.
Hoe terroristen denken
Gilles Kepel was ook de eerste Europeaan die in 2005 het boek Al Qaida dans le texte uitbracht, waarin de schrijfsels en toespraken van de topfiguren van de islamitsche jihad (Oussama bin Laden, Abadallah Azzam, Ayman al Zawahiri en Abou Moussab al Zarqawi) werden vertaald van het Arabisch naar het Frans, met een rits nuttige voetnoten en begeleidende commentaar. Een uitstekend initiatief, want alvorens je een strategie kan uitstippelen tegen het islamitische terrorisme, moet je natuurlijk weten hoe de terroristen denken, en wat hun beweegredenen zijn.
Al Souri stelde al dat je in het Westen een aantal politici, journalisten, intellectuelen, enzovoort moet zwartmaken door hen te bestempelen als vijanden van de islam en als islamofoben. Daardoor gaan een aantal moslims de zwartmakers beschouwen als noodzakelijke verdedigers van de islam en gaan ‘lauwe’ moslims zich ook opwerpen als verdedigers van het geloof. Zo vermijd je dat ze zich volledig integreren in de maatschappij, laat staan assimileren.
Aanslagen en extreemrechts
Jihadisten en extreemrechts zijn elkaars tegenpolen, meent Kepel. Door de jihadistische aanslagen gaan extreemrechtse partijen vooruit. Dat hebben jihadisten graag, want op die manier is zogezegd bewezen dat de haat tegen moslims in de maatschappij groeit, zodanig dat extremisten het gemakkelijker krijgen om ‘lauwe’ migranten van Algerijnse of Marokkaanse komaf warm te maken voor de strijd ter de verdediging van de islam.
De grens tussen islamitisch geweld en iemand beschuldigen van islamofobie is eigenlijk vrij dun, gaat Kepel verder. Want door iemand als vijand van de islam te bestempelen, geef je eigenlijk groen licht aan extremisten om tot geweld over te gaan. Kepel begrijpt niet dat de gewezen Franse minister van Binnenlandse Zaken Jean-Louis Debré terrorist Mohammed Merah (verantwoordelijk voor de moorden op onder meer Joden in Toulouse en Montauban) omschreef als een ‘loup solitaire’. Want die handelde ook volgens de principes van Moussab al Souri.
Internet op boodschap te verspreiden
Waar Gilles Kepel naartoe wil is dat we niet langer in de logica zitten van Al Qaida, een piramidaal gestructureerde organisatie, die terroristen opdracht gaf waar en wanneer toe te slaan. Vandaag gebruikt de jihad het internet en YouTube om haar boodschap te verspreiden en de zogenaamde ‘lone wolfs’ handelen volgens wat indoctrineerders hen daarmee voorschotelen.
In het Frans noemt men dat ‘Le jihadisme d’atmosphère’, een term uitgevonden door Kepel. Het idee dat een ‘eenzame wolf’ die een terroristische daad uitvoert minder erg is dan terrorisme ‘besteld’ door de Islamitische Staat of Al Qaida is dus verkeerd. En is islamitisch geweld een gevolg van sociale uitsluiting en armoede? Hoe komt het dan dat in stinkend rijke Golflanden als Koeweit en Saoedi-Arabië de islam vaak even reactionair is dan de islam van een pak moslims in de Franse ‘banlieues’?
Protest
Dan is er de Arabische Lente, de protestbewegingen die startten in 2011. De moslimbroeders profileerden zich toen richting het Westen als gematigde moslims die een goed alternatief zouden bieden voor de corrupte en deficiënte Arabische regimes, en moslimextremisten. Fout, volgens Kepel. Niet alleen waren de moslimbroeders absoluut geen gematigde moslims, maar ook heeft de pro-moslimbroedershouding van de Franse regering in dat decennium Frankrijk absoluut niet kunnen sparen van islamitische aanslagen.
En dan is er ook nog Syrië, dat bij veel Europeanen nog steeds het beeld oproept van jongeren uit Europa die daar zijn gaan vechten met alle gevolgen van dien. Door oproepen te lanceren om het regime van Assad omver te werpen hebben we er zelf voor gezorgd dat Syrië de thuishaven is kunnen worden voor allerlei islamitische heethoofden, jihadisten en terroristen, gaat de auteur verder.
Hadden Europeanen het regime van Assad wat beter bestudeerd, alsook de religieuze samenstelling van Syrië, dan had men kunnen weten dat Assad nooit ontslag zou nemen zoals bijvoorbeeld eerder een Hosni Moebarak in Engypte, of een Zayn Al Abidin in Tunesië, aldus Kepel.
Verzet
Waarom formuleerde de Iraanse ‘imam’ Khomeini vlak voor zijn dood een fatwa tegen de auteur Salman Rushdie? Wel, dat gebeurde, stelt Kepel, toen het Afghaanse islamitische-soennitische verzet op het punt stond de Russische bezetter uit hun land te verdrijven. Om te vermijden dat de soennieten deze overwinning op hun conto zouden kunnen schrijven en zich zouden profileren als de helden van de islam, creëerde Khomeini de Rushdie-rel. Zodat dat hij als sjiiet beschouwd zou worden als de echte verdediger van de islam en het Afghaanse succes op de achtergrond zou raken.
Rushdie kon in 1989 op de steun rekenen van veel westerse politici, journalisten en intellectuelen. In 2022, toen Rushdie neergestoken werd door een moslimextremist, waren de solidariteitsbetuigingen al heel wat minder. Dat komt volgens Gilles Kepel doordat het islamitische politiek-correct denken en het ‘islamo-gauchisme’ is opgerukt.
Sinds 2016, toen de Islamitische Staat een oproep deed om Gilles Kepel te vermoorden, leeft de auteur onder politiebescherming. ‘Nul n’est prophète en son pays’, luidt de laatste zin van het boek…
Lieven Van Mele is Midden Oosten-reiziger en volgt sedert de jaren '90 de actualiteit in de Arabische wereld en het fenomeen van de islamisering in de islamitische wereld en het Westen. Eerder verschenen al bijdragen van hem in diverse media
In Syrië woeden de conflicten volop. Wat nu? Verschillende wereldleiders dachten er het voorbije weekend over na.