Schouder aan schouder
Buruma analyseert de evolutie van de Bijzondere Relatie tussen het VK en de VS, van Churchill tot Johnson en van FDR tot Trump.
De Bijzondere Relatie (‘Special Relationship’) tussen het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Het was president Obama die ik ze in 2010 voor het eerst hoorde ophemelen. Tijdens een persconferentie met de Britse premier Cameron sprak Obama over het gedeelde erfgoed en de gemeenschappelijke taal en waarden van beide landen. Wanneer het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten schouder aan schouder staan, zo oreerde de president, zijn volkeren over de hele wereld, niet alleen het Britse en Amerikaanse, veiliger en welvarender. De Verenigde Staten hebben geen sterkere en intiemere partner dan het Verenigd Koninkrijk. De premier was in zijn nopjes.
Anglo-Amerikaanse broederband
Nochtans: de Anglo-Amerikaanse broederband is er één van ups en downs. Zo is het best curieus dat de Amerikaanse opperbevelhebber de Britse leider lovend toespreekt in het gebouw dat Britse troepen in 1814 in brand staken toen zij de hoofdstad van de jonge republiek bezetten. Dat is, inderdaad, meer dan 200 jaar geleden. Maar dat de ‘Bijzondere Relatie’ een positieve bijklank zou krijgen, was geen uitgemaakte zaak in de jaren na de Onafhankelijkheidsoorlog.
Of die positieve bijklank ook overeenkomt met de werkelijkheid, dat analyseert de Nederlander Ian Buruma in zijn boek Het Churchillcomplex. Als leidraad hanteert hij daarvoor de relaties tussen de opeenvolgende leiders van beide landen. Zoals de titel van het boek doet vermoeden start hij niet bij George III en James Madison — staatshoofden tijdens de Burning of Washington in 1814. Buruma begint met premier Winston Churchill en president Franklin Delano Roosevelt. Beide heren stonden in de strijd tegen nazi-Duitsland schouder aan schouder. Zij het dat FDR in de begindagen voldoende afstand hield van de strijdlustige Buldog.
Buruma schetst een machtsverhouding die tussen beide wereldoorlogen beslissend in het voordeel van de Amerikanen kantelde. Daarnaast toonden de begindagen van de Tweede Wereldoorlog dat de fameuze broederband tussen het Amerikaanse en Britse volk geen garantie was op broodnodige militaire steun. Want hoewel Roosevelt de Voormalige Marineman — zo noemde Churchill zichzelf in hun briefverkeer — best genegen was, verbood de Amerikaanse neutraliteitswetgeving (en publieke opinie) een al te oorlogszuchtige houding van de president. ‘Politieman van de wereld’ en ‘beschermer van de democratie’ werkt voor velen sowieso maar totdat de met Amerikaanse vlaggen gedrapeerde doodskisten per vliegtuig (of toen nog per boot) worden aangebracht.
Europa of Amerika?
Buruma betoogt in zijn boek dat de trans-Atlantische relatie — of correcter: Groot-Brittannië’s perceptie van die relatie — schadelijk was voor de rol en invloed van Groot-Brittannië in het zich verenigende, post-Hitler Europa. Brexiteers promoten vandaag nog de idee dat een Verenigd Koninkrijk dat haar lot te innig verbindt met dat van ‘het continent’, haar invloed in de rest van de wereld zal verliezen. ‘Global Britain’, met de woorden van de huidige premier en Churchillbewonderaar. Churchills uitspraak dat wanneer zijn eiland moet kiezen tussen Europa en de open zee (lees: Amerika en het Gemenebest) het altijd voor dat laatste moet kiezen, wordt wel eens ter staving aangehaald (en misbruikt).
Maar de Europese economische integratie en politieke eenwording is een proces dat de Voormalige Marineman lang zou overleven. Dat Europa steeds de aandacht van zowel conservatieve als sociaaldemocratische premiers moest delen met de VS, is één verklaring voor de ambivalente houding van de Britse politieke elite. Nochtans, als er één iets is wat de auteur doorheen het boek duidelijk maakt, dan is dat het afnemende belang dat de VS hechtten aan de ‘bijzondere relatie’. Het Verenigd Koninkrijk was, met de woorden van sir Henry Tizard, nog wel een grote natie, maar niet langer een Grote Mogendheid. En de VS, die waren dat eens te meer.
Het afbrokkelende imperium zorgde ervoor dat Groot-Brittannië voor zijn globale invloed meer dan ooit afhankelijk werd van de Bijzondere Relatie. Maar die relatie deed het Verenigd Koninkrijk mede uit de boot vallen wanneer de overige Europese landen elkaar in de armen vielen. Buruma zet dit permanente spanningsveld uitmuntend uiteen.
Persoonlijke, bijzondere relaties
De geschiedenis van de bijzondere relatie tussen het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten schetst Buruma mede op basis van de (bijzondere, maar niet noodzakelijk warme) relaties tussen de leiders van beide landen. Naast de eerder vermelde Churchill-Roosevelt-tandem bespreekt de auteur andere duo’s die een prominente rol speelden in heel wat (gewapende) conflicten over de hele wereld. President Eisenhouwers ultimatum aan de Britse premier Anthony Eden tijdens de Suez-crisis. De vaderlijke adviezen van de ervaren Harold Macmillan aan John F. Kennedy — die ‘brutale jonge Ier’ — tijdens de bijna-oorlog in Cuba. De Reagan-Thatcherjaren. En, natuurlijk, de escapades van Bush en Blair in het Midden-Oosten. Allemaal passeren ze de revue.
Buruma’s schrijftalent is onmiskenbaar. Zijn kennis over de evenementen en de personages die hij kadert en analyseert, is dat eveneens. De schrijver bewaart voldoende afstand tussen zijn eigen, politieke opvattingen en de, soms controversiële, politieke figuren die hij fileert. Dat betekent niet dat deze niet doorschemeren. Wél dat ze de cohesie en correctheid van het werk niet aantasten. Net daarom is het jammer dat de auteur op een valse noot eindigt wanneer hij de Trumpjaren en de brexitpolitiek aansnijdt. Veel stemmingmakerij, weinig inhoud. Maar dat is deze lezer bereid met de mantel der liefde te bedekken. Het Churchillcomplex is een aanrader voor iedere anglofiel of would be Amerikakenner.
Roan Asselman is de opinieredacteur en Amerikacolumnist van Doorbraak. Samen met David Neyskens produceert hij de podcast 'Amerika In Alle Staten' en in 2023 verscheen van zijn hand 'Amerika Ontrafeld. Over de cultuurstrijd die een natie verscheurt' (Doorbraak Uitgeverij). Roan is jurist (KUL) en behaalde een postgraduaat in het vermogensbeheer (EMS).
De staat die haar burgers geen gerechtigheid biedt, houdt op gerechtvaardigd te zijn. Een belangrijke les uit de zaak-Julie Van Espen.