Smurfen: indoctrinerende genderconcepten in kinderstrips
Titel | Het verraad van Smurfbloesem |
---|---|
Subtitel | De Smurfen & het verloren dorp |
Auteur | Luc Parthoens (scenario), Thierry Culliford (scenario), Alain Maury (tekeningen), Paolo Maddaleni (inkleuring) |
Uitgever | Standaard Uitgeverij |
ISBN | 9789462107571 |
Onze beoordeling | |
Aantal bladzijden | 46 |
De laatste smurfenstrip blijkt doordrongen van genderconcepten. Moet dit ouders zorgen baren?
De spin-off-reeks De Smurfen & het Verloren Dorp is een nieuwe stripreeks gebaseerd op de Amerikaanse tekenfilm The Smurfs and the Lost Village uit 2017. De smurfen beleven avonturen met de nieuwe smurfinnen. Het smurfentaaltje is ook verdwenen.
De tekenaar is de Waal Alain Maury, die eerder reeds voor Studio Peyo werkte aan nieuwe reeksen van de Smurfen of Johan en Pirrewiet tussen 1988 en 2000. Momenteel is hij beter bekend als tekenaar van een Lefranc-album en de reeks de Reportages van Lefranc naar Jacques Martin. Tussen 2017 en 2019 tekende hij drie albums in de marge van die nieuwe Amerikaanse tekenfilm. Pas nu verschijnt het tweede album in de reeks in het Nederlands.
De scenarist van die drie albums is Luc Parthoens, eveneens een oudgediende uit de Studio Peyo. Hij staat samen met Thierry Culliford (zoon van de geestelijke vader Pierre Culliford alias Peyo) als scenarist vermeld in het album. Parthoens is zelf van opleiding striptekenaar en afgestudeerd aan Saint-Luc in Brussel. Behalve als scenarist werkte hij vooral als inkter, vaak van de potloodtekeningen van Alain Maury. Qua scenario’s schreef hij ook album 14 van Steven Sterk. Dit album (‘Op het spoor van de witte gorilla’) uit 2014 was het laatste in de reeks. Het verscheen in 2015. Daarna hield de reeks op te bestaan.
Ondanks de indruk die het falen van deze stripreeksen wekt, namelijk dat Maury en Parthoens tweederangsfiguren zouden zijn, moet zeer uitdrukkelijk gesteld dat beiden juist omwille van hun vakkundigheid en talent dit soort werk mogen doen. Puur op basis van de kwaliteit van de tekeningen valt op de auteurs niets aan te merken. De kritiek dient zich te richten op de uitgeverij (namelijk Lombard, dat de oorspronkelijke Franse uitgaven verzorgt) en de erfgenamen van Peyo.
Opmerkelijk fraai getekend
De kwaliteit van de tekeningen is immers opmerkelijk. Ook de computerinkleuring is opvallend, maar dan door het zeer onnatuurlijke uitzicht. De inkleuring van Paolo Maddaleni is onaangenaam, vaak lelijk en veel te plat commercieel ogend. Het is duidelijk haastwerk. De monsters (de grommerds) in het verhaal zijn een brug te ver voor de lezers die opgroeiden met de oude smurfen van Peyo en zijn team. De grommerds of monsters zijn bovendien duidelijk afgekeken van de ratcreatures uit de succesvolle stripreeks Bone door Jeff Smith. Al waren Moeder Aarde en de monsters uit de Amerikaanse tekenfilms van Hanna-Barbera uiteraard nog ondraaglijk veel slechter.
Voor de doelgroep van deze stripreeks lijkt het stripalbum goed genoeg. Kinderen die kunnen lezen, tot pakweg 14 jaar, zullen in het nogal kinderachtige en brave verhaaltje niet zoveel graten zien. Wie als volwassen striplezer het album leest, zal een enorme dosis suspension of disbelief nodig hebben om het album te voltooien.
Goedkope slapstick
Niet dat het aan avontuurlijke situaties zou ontbreken, maar de universele verhalen met meerdere lagen voor meerdere leeftijden van wijlen Peyo ontbreken toch. De verbeelding in dit scenario grijpt te veel naar bijzondere zaken zoals monsters en rare bomen en struikgewas. De kracht van Peyo’s scenario’s lag juist in zijn spaarzaam gebruik van de elementen buiten de smurfen en hun dorp. Bij Peyo draaide alles rond de psychologie van de smurfen en hun interacties. De Amerikaanse invloed van de barslechte tekenfilms maakte dat steeds meer rotzooi, magie en ongeloofwaardige zaken in de verhalen slopen. Meer actie die volledig ten koste van de scenario’s ging. En waardoor de humor aan diepgang verloor en eindigde in goedkope slapstick.
De scenografie van dit album, en dan vooral het decor in de tekeningen, is gewoon beneden peil. En duidelijk haastwerk. Gelukkig maken de prachtig getekende smurfen en zelfs de nieuwe smurfinnen veel goed. De zeer krampachtige pogingen om de strip als een meisjesstrip te profileren, kunnen niet overtuigen. Zelfs de overdaad aan roze en fuchsia helpt niet echt. Meer dan de helft van de pagina’s heeft roze achtergronden in bijna elk vakje. De Smurfbloesem uit de titel ‘Het verraad van Smurfbloesem‘ is een nieuw, blauwharig smurfinnetje met die naam. Zo’n bizarre titel helpt ook niet om de strip aantrekkelijker te maken.
Gendergekte
Hoe moet een recensent, na al deze kritiek op het concept van dit stripalbum, nu oordelen? De analyse van dit album blijkt echter veel boeiender dan op het eerste gezicht valt te denken. Ten eerste is er het probleem van de doelgroep. Kleine meisjes die leren lezen of kunnen lezen, maar nog niet puberen. De thematiek van vriendschap en verraad (zeer sterk overtrokken trouwens) moet ontzettend goed bij de doelgroep passen. Genre BFF (best friend forever). De overdaad aan roze? Valt ook iets voor te zeggen.
Doch vooral de smurfinnetjes vormen een moeilijk te beoordelen probleem. De vrouwelijke smurfjes bestaan in zowel stoere als flauwe versies. De leider met gezag is een ‘grote smurfin’ in rode kledij met een wandelstok in plaats van een grijze baard. De ‘mannelijke’ smurfen zijn vooral slachtoffer van grappen of figureren als verliezers of maximaal evenwaardige tegenstanders of vriendjes van de smurfinnetjes. Al deze elementen verraden een genderconcept achter deze stripreeks. Het verhaal begint zelfs met een ware battle of the sexes.
De onderliggende boodschap van gendergelijkheid en vooral het verwaterde feminisme in het scenario geven aan dat hier meer aan de hand is. De nadruk op meidenvriendschap is ook geen toeval. Voor meisjes is ‘vriendschap’ op die leeftijd allicht gespreksonderwerp nummer 1, terwijl bij jongens competitief gedrag zou overheersen. De recensent is geen ontwikkelingspsycholoog, maar blijkbaar schuilt er dus marktonderzoek achter dit scenario of albumconcept.
Conclusie
De slotvraag is of dit nu een goed stripalbum is of juist een stripalbum dat absoluut niet deugt. Puur formeel is het prachtig getekend, mooi gedrukt, fraai uitgegeven enzovoort. Zal de doelgroep, bestaande uit jonge meisjes, het lezen aangenaam vinden? Op die laatste vraag kan gek genoeg bevestigend worden geantwoord. En niet omwille van het verhaaltje, maar omwille van de tekeningen en vooral de leuke smurfinnetjes met het paarsblauwe haar. Kortom, de ouder kan zich ergeren aan het genderconcept achter deze spin-off-reeks van De Smurfen, maar de smaak van de kinderen zal uiteindelijk bepalen of het leesplezier hetzelfde zal zijn als bij de stokoude albums.
Lode Goukens is master in de journalistiek. Zijn masterproef behandelde de journalistieke cartografie. Voordien was hij jaren beroepsjournalist en schrijver. Begonnen als officieel IBM multimedia developer in 1992 en één van de eerste professionele ontwikkelaars van DVD’s (dvd-authoring) schreef hij ook het eerste Belgische boek over het Internet in 1994. Hij behaalde ook al een master in de kunstwetenschappen en archeologie en een master filmstudies en visuele cultuur.
Europa stevent op een nieuwe energiecrisis af. En dit keer tijdens de winter. Ondertussen speelt Rusland met de gaskraan.