Uitgeleefde formule schaadt Suske en Wiske
De scheve Schot is de zoveelste mislukte poging een nieuw, lezenswaardig album van Suske en Wiske te maken.
Het nieuwste Suske en Wiske-album De scheve Schot heeft welgeteld nog één ding gemeen met de verhalen van Willy Vandersteen: de allitererende titel. De formule van de huidige auteurs lijkt versleten en de inspiratie opgedroogd. Het resultaat is ronduit meelijwekkend.
Het wordt langzamerhand bijzonder pijnlijk om keer op keer vast te stellen dat de stripreeks Suske en Wiske aan chronische bloedarmoede lijdt. Over de schabouwelijke restyling van de reeks gaat deze recensent niet opnieuw fulmineren. Los van de restyling levert dit verhaal stof genoeg om dit album genadeloos af te kraken. Zelfs de anders zo verzorgde tekeningen vormen dit keer geen verzachtende omstandigheid.
Helemaal niet grappig
Wat schort er aan De scheve Schot? Suske en Wiske was altijd een humoristische familiestrip. De kenmerken waren steeds de brave humor, een vermakelijk verhaal met een happy end en meestal positieve boodschap, duidelijke en herkenbare personages en bovenal degelijk tekenwerk. Op elk van deze eigenschappen scoort De scheve Schot ondermaats.
Ten eerste blijkt de humor wederom extreem flauw. Als de grap dat Lambik uit een DNA-test weet dat hij 0,00000000005 procent Schots is bij de minst slechte grappen hoort dan is duidelijk dat het niveau van de humor cero cero cero is. Wie grappen zoals whisky-namen on the socks, Johnny Stalker en Jack Spaniels kan pruimen moet toch een zware lobotomie hebben ondergaan. Personages met namen als MacNuggets, MacFlurry, MacChicken en MacCheese opvoeren is bijna even erg als de familie MacBig een hotel te laten bouwen in de vorm van een hamburger.
Allicht vloog scenarist Peter Van Gucht een keer met een lagekostenmaatschappij naar Schotland, maar de overvloed aan zinnetjes in zogenaamde Schots Engels of zelfs Gaelic kan al evenmin erg overtuigen. Erger ze zijn hoogst irritant en vaak ook fout.
Erbarmelijk scenario
Ten tweede deugt het hele scenario voor geen meter. Los van het gebrek aan originaliteit (vele stukken zijn gewoon bijna letterlijk uit andere stripverhalen geplagieerd) lijkt de beproefde formule van scenarist Peter Van Gucht om een humoristische verhaallijn te alterneren met het hoofdintrige sleets. In de humorlijn moet Lambik met coaching van tante Sidonia tal van proeven afleggen om een Schots kasteel te winnen. De tegenstander is een Duitstalige spierbundel met de naam Herr Krab. Dus MacCrap als je de Duitse uitspraak koppelt aan het Schotse patroniem.
De opgelegde proeven zoals Schotse moppen tappen, whiskyproeven, touwtrekken en paalwerpen leveren niet één matig grappige gag op. Het hoofdintrige gaat over een tourist trap waarbij een kelpie (een soort mythisch wezen zoals het monster van Loch Ness) toeristen moet lokken naar een ontvolkt dorp aan een Schots meer.
Uiteraard is de grote booswicht een lelijke, laatste Amerikaanse afstammelinge van de MacBigs. Die Kirstie MacBig bouwt een hotel in het meer. Een hotel in de vorm van een hamburger. Zij zorgt voor waarnemingen van de kelpie door een mechanisch monster (neen, wie weet waar dit gepikt is ontvangt geen prijs). Haar dochter Keira is dan weer een rosse tegenhanger van Wiske die de helden doet beloven de booswichten en oplichters niet te verraden. Geen van de personages blijkt goed uitgewerkt. Eind goed al goed?
Vederlicht verhaaltje
Om dit vederlichte verhaaltje een beetje mysterie te geven duikt dan weer een maffe granda op. De grootvader van Kirstie. Granda orakelt steeds over de wraak van het meer. Deze dorpsgek is tegen het hotelproject omdat hij zijn dochtertje Bonnie verloor toen de uitkijktoren om de kelpie te observeren instortte. Zijn echtgenote en zoontje trokken naar Amerika en Kirstie en Keira zijn daar het gevolg van. Op het einde verzoent de oude man zich met de echte kelpie die uiteraard Suske en Wiske redde.
De verzakking van de uitkijktoren en het hotel waren het gevolg van het woelen naar voedsel door de kelpie. Kortom een draak van een verhaal dat op twee benen hinkt (de namaak kelpie en de mythische kelpie). Nu hoeven scenario’s niet realistisch te zijn om leesplezier op te leveren, maar met dergelijk geknoei valt met de beste wil van de wereld niet mee te gaan in het verhaaltje.
Dit keer maken de tekeningen van dit stripverhaal alles nog veel erger. Zo tekent Luc Morjaeu in de hatelijke restylingstijl beneden zijn gebruikelijk niveau. Reeds op de eerste pagina valt dit vooral op in het figuurtje van Wiske. Het hoofd van Wiske trekt op niks en al zeker niet op Wiske. De monden van Wiske en de rare profielweergaves zijn gewoon onbeholpen. Het hele album door is Wiske bijzonder slecht getekend.
Suske zijn benen zijn dan weer bij momenten zo dun en kort dat het storend wordt. Lambik op zijn beurt is dan weer de ene keer een korte dikzak en de andere keer meer klassiek qua proporties. De decors zijn mager en de bladindeling is inspiratieloos en saai. Het vreselijkst getekend is Granda wiens bewegingen wel een parodie lijken op merkwaardige figuurtjes in oude albums van Willy Vandersteen. Een mislukte parodie die eerder doet denken aan Tuizentfloot uit de Nero-verhalen van Marc Sleen.
Lode Goukens is master in de journalistiek. Zijn masterproef behandelde de journalistieke cartografie. Voordien was hij jaren beroepsjournalist en schrijver. Begonnen als officieel IBM multimedia developer in 1992 en één van de eerste professionele ontwikkelaars van DVD’s (dvd-authoring) schreef hij ook het eerste Belgische boek over het Internet in 1994. Hij behaalde ook al een master in de kunstwetenschappen en archeologie en een master filmstudies en visuele cultuur.
Europa stevent op een nieuwe energiecrisis af. En dit keer tijdens de winter. Ondertussen speelt Rusland met de gaskraan.