De comeback van Europa: het politiek testament van een socialiste
Europarlementslid Kathleen Van Brempt (Vooruit) schreef een boek. Een pamflet dat leest als een politiek testament.
Met De comeback van Europa door Kathleen Van Brempt schreef de Antwerpse socialistische Europarlementariër een pamflet. Haar visie op ‘een Europa’. Daarmee bedoelt ze uiteraard de Europese Unie. En om iets accurater te zijn: een EU volgens de lijnen van een socialistische of groenlinkse visie. Critici zouden zeggen dat het om een visie van ‘de kosmopolitische elite’ gaat. Voorspelbaar, en dat is ontgoochelend. Elk betoog lijkt afgeschreven van de debatfiches van de socialistische fractie.
‘Het gaat allemaal nog te traag en te moeizaam, en onze organisatie is te complex’, geeft Van Brempt toe. En door de nadruk te leggen op crisissen dreigt ze vaak ook inconsequent te redeneren. Terecht wijst ze op het feit dat het Europees project ongeziene welvaart bracht. Na de val van het communisme leefden we volgens haar in een état de grace. Voor veel burgers in de EU is die état de grace eigenlijk waar ze terug naartoe willen, maar dat is zonder Van Brempt gerekend.
Europese regelneverij
Volgens haar is het enige recept meer EU. Wanneer ze de kritiek op de EU overloopt, stelt ze zonder blikken of blozen over de Europese regelneverij: ‘Oké die regulering ging in het verleden soms wat te ver, maar ze is geen handicap, ze is een troef.’ Dat is een klassieke retorische truc. Focus op de grootste kritiek en pak dan uit met een ‘ja, maar…’. Dat wordt ook een ‘whataboutism’ genoemd.
Een altijd terugkerend mantra in het boek blijkt de Green Deal. ‘Tegen 2050 moet Europa als eerste continent klimaatneutraal zijn’, schrijft Van Brempt. Moet, want ‘op die ambitie mogen we geen duimbreed toegeven’. Dus moet er een klimaatwet en een natuurherstelwet komen.
De natuurherstelwet heeft eigenlijk weinig of niets met het klimaat te maken, maar dat schrijft ze niet. Integendeel: ‘De natuurherstelwet is het sluitstuk van het Europese klimaatbeleid.’ Zogezegd omdat klimaat en natuur of biodiversiteit onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.
Populistische toer
Over de economische concurrentiekracht en de welvaart in de EU gaat ze zelfs de populistische toer op: ‘We waren verslaafd geraakt aan goedkope brol uit China. Producten aan hallucinante lage dumpingprijzen, die alleen mogelijk zijn omdat er tijdens het productieproces een loopje werd genomen met mensenrechten en milieurechten.’
Dat is deels waar, maar ook de oude EU kon dat oplossen. Denk maar aan de antidumpingmaatregelen tegen Zuid-Koreaanse en Taiwanese computerchips in de jaren 1990. Denk aan onderzoeksprojecten waaruit de Europese telecommunicatie-industrie de gsm en de digitale telefonie (ISDN) voortbracht. Of andere verwezenlijkingen zoals snel internet via telefoonlijnen dankzij ADSL. Nota bene in Antwerpen ontwikkeld met Europese subsidies.
Wat gedacht van de ARM-processoren in de laptops van Apple en veel smartphones? Een product uit een voormalig EU-project van het Esprit-programma. Die oude succesverhalen vermeldt Van Brempt niet.
Einde aan vetorecht
De EU van Van Brempt wil vooral reguleren. Vooral burgers en bedrijven. Zonder dat de parlementen van de lidstaten een rem kunnen zetten op de regeldrift. Daarom moet er volgens Van Brempt een einde komen aan het vetorecht van individuele lidstaten. ‘Weg met het verlammende veto’, klinkt het. Want dat is een obstakel. Dat obstakel ‘om komaf te maken met de unanimiteit is kafkaiaans. De unanimiteitsregel kan alleen maar afgeschaft worden met unanimiteit van stemmen’.
Zo zouden dankzij die unanimiteit lidstaten boven hun gewichtsklasse boksen. Dat is een rem op een toekomstbestendigere en besluitvaardigere Europese Unie, vindt Van Brempt. Want ‘in een wereld die steeds sneller verandert en waar crisissen elkaar steeds sneller opvolgen, moet Europa ook sneller kunnen beslissen’. Die lidstaten die boven hun gewicht boksen zijn wel parlementaire democratieën…
Machtigste parlement
Als Europarlementslid is het natuurlijk vanzelfsprekend dat ze het Europees Parlement het machtigste parlement vindt. Ze schrijft dat ook meermaals. Toch is het blijkbaar nog niet machtig genoeg. Dat is een opportunistische visie. Wie in de nationale parlementen niet zwaar genoeg weegt, probeert dan maar via het Europees Parlement de baas te zijn. Dat is een legitieme keuze, maar of het monddood maken van nationale parlementen dan maar de prijs is die moet betaald worden is natuurlijk de vraag.
Van Brempts teksten zijn activistisch. Elke reflectie over mogelijke perverse effecten lijkt in haar ogen nodeloos tijdverlies. Het lijkt wel of ze vreest dat het momentum dankzij de vele crisissen elk moment kan verdwijnen. Er is blijkbaar haast mee gemoeid.
Bovendien zijn de argumenten niet altijd even zuiver. Tegenstanders worden steevast weggezet als populisten, reactionairen of booswichten. Maar over Qatar-gate of over de rol van de socialisten? Geen woord. Dat mag, zolang de lezer dat beseft.
Lode Goukens is master in de journalistiek. Zijn masterproef behandelde de journalistieke cartografie. Voordien was hij jaren beroepsjournalist en schrijver. Begonnen als officieel IBM multimedia developer in 1992 en één van de eerste professionele ontwikkelaars van DVD’s (dvd-authoring) schreef hij ook het eerste Belgische boek over het Internet in 1994. Hij behaalde ook al een master in de kunstwetenschappen en archeologie en een master filmstudies en visuele cultuur.
Europa stevent op een nieuwe energiecrisis af. En dit keer tijdens de winter. Ondertussen speelt Rusland met de gaskraan.