Verberckmoes ziet veel Europese vooroordelen
Titel | Wij, Habsburgers |
---|---|
Subtitel | Een geschiedenis van onze globalisering, 1500-1700 |
Auteur | Johan Verberckmoes |
Uitgever | Houtekiet |
ISBN | 9789089249722 |
Onze beoordeling | |
Aantal bladzijden | 247 |
Koop dit boek |
Een cultuurhistorische kijk op de globalisering tijdens de Spaanse overheersing.
Met Wij, Habsburgers schreef cultuurhistoricus Johan Verberckmoes Een geschiedenis van onze globalisering, 1500-1700. Hoewel in de tekst hier en daar slordigheden bleven staan, is dit boekje een mooi voorbeeld van hoe met een aantal voorbeelden of microgeschiedenissen een groter cultuurhistorisch verhaal kan worden geschetst. Het belangrijkste is dat het vlot leest en vaak zeer informatief is.
Intercultureel perspectief
Johan Verberckmoes is cultuurhistoricus aan de KU Leuven en doceert cultuurgeschiedenis van de Nieuwe Tijd. Het boek dat verscheen bij de Antwerpse uitgeverij Houtekiet is bestemd voor de liefhebber van geschiedenis en geen academisch werk. Dat betekent helaas dat soms herhaaldelijk veralgemenende uitleg of iets minder genuanceerde paragrafen het boek sieren. Soms valt de auteur zelfs in herhaling. Dat is niet erg. Ook enkele ideologische oprispingen passeerden de eindredactie net als onzorgvuldigheden qua eindredactie.
Het boek sluit aan bij een eerder boek Ontmoetingen in het Westen: een Wereldgeschiedenis van Verberckmoes dat in 2019 bij Pelckmans verscheen. Dat boek paste het interculturele perspectief toe net zoals Verberckmoes probeert in dit boek.
De insteek van Verberckmoes is dat gewone mensen binnen een wereldrijk zoals dat van de Habsburgse vorsten die in onze contreien regeerden, zelf soms onderdeel werden van dat wereldrijk en dus ook van een groter verhaal. Meestal bleven ze miskend omdat ze onder de noemer Spanjaarden de geschiedenis ingingen. Of hun wedervaren verdween in de massa aan gelijkaardige bronnen van Spanjaarden.
Habsburgers
De periode die Verberckmoes koos is niet de Spaanse of de Oostenrijkse tijd, maar de periode van de Habsburgse heersers van Keizer Karel in 1500 tot de Oostenrijkse keizer Jozef II rond 1800. Een periode die eigenlijk niet zo bekend is bij het grote publiek en al zeker niet wat betreft de ‘Habsburgers’ (om ‘Belgen’ en één Duitser te noemen). Met die term Habsburgers bedoelt Verberckmoes niet de adellijke dynastie, maar hun onderdanen. Die destijds meestal Nederlanders of Vlamingen werden genoemd. Al permitteert de Leuvense professor daar wel enkele vrijheden om het verhaal completer te krijgen. Een Duitser vertaald in het Nederlands in de zestiende en zeventiende eeuw moest het plaatje completer maken.
Hij koos voor inwoners van de Habsburgse Nederlanden en hun lotgevallen buiten de eigen landsgrenzen. Lees over de oceanen. De keuze voor de naam Habsburgers is betwistbaar. Betwistbaarder dan bijvoorbeeld de ‘Bourgondiërs’ zou geweest zijn voor de generaties voor 1500. Verberckmoes beargumenteerde echter duidelijk zijn keuze. Een keuze die in de academische wereld ook gemaakt werd bij een reeks zoals ‘Habsburg Worlds’ van uitgeverij Brepols.
Verberckmoes volgt ‘Nederlanders’ (een geografische benaming eerder dan een taalkundige) op hun tochten aan de hand van hun eigen geschriften. Soms met succes in eigen tijd uitgegeven. Soms kiest hij in archieven belande manuscripten. De verhalen gaan over suikermolens in Brazilië, leven tussen pro-Spaanse of pro-Franse Amazone-indianen, de handel in diamanten in India of de gevangenschap bij Maghrebijnse piraten.
Globalisering
De globalisering die tijdens het Spaanse wereldrijk ontstond, ging niet voorbij aan de inwoners van de Lage Landen. Ook in de Spaanse, katholieke Nederlanden na de splitsing tijdens de Tachtigjarige Oorlog. De veruit boeiendste passage in het boek is gebaseerd op de Spaanse autobiografie van de Brugse diamanthandelaar Jacques De Coutre. Verberckmoes benadert hier net als in de andere passages de bronnen vanuit het perspectief van de interculturaliteit. Dit laatste wil zeggen dat hij niet enkel de culturele uitwisseling beschrijft, maar ook de kijk die de elkaar ontmoetende culturen op elkaar hadden of ontwikkelden. Dat is natuurlijk niet evident omdat veel niet-Europese culturen daar nooit iets van op papier zetten. Vaak blijft dat laatste dus gissen.
De voorbeelden zijn echter allemaal uitzonderingen. Een algemene trend van internationale dienst binnen het globaliserende Habsburgse wereldrijk bestond niet. Al is het aantal Nederlanders als diplomaten bij het Ottomaanse rijk wel opvallend. In bepaalde gevallen blijkt ook de achterdocht jegens de ‘Vlamingen’ omdat ze verdacht werden van sympathie voor de ‘Nederlanders’ van de opstandige Republiek.
Uitweiding gevraagd
Het is jammer dat Verberckmoes ook een voorbeeld als Joris van Geel (Georgius Gelensis) links laat liggen. Hij verwees wel heel vaag in de inleiding naar de Congo-missie van 1651. Deze Adriaen Willems uit Oevel was een kapucijn die in Congo stierf als martelaar in 1652 na een conflict over afgodsbeelden. Gelensis was ook de auteur van het eerste vocabularium van een Congolese inheemse Bantoetaal. De briefwisseling van de koning van het Congo-koninkrijk met de paus had een belangrijke aanvulling kunnen zijn.
Wat extra uitweiding of uitwerking over André de Thevet wiens Les singularités de la France Antarctique onder andere bij Plantin in Antwerpen verscheen, zou ook boeiend geweest zijn. Verberckmoes laat wel zeer veel merken dat hij het kannibalisme dat toch uitvoerig in de door hem gebruikte bronnen voorkomt eerder als een straf verhaal van de Westerlingen ziet. Nochtans nam een tijdgenoot zoals de wijze Montaigne dit wel ernstig. Die nadruk op de Europese vooroordelen of gruwelverhalen die de ‘Habsburgers’ gaarne aan hun tijdgenoten opdisten, is opvallend. Soms bekruipt toch het gevoel dat Verberckmoes zeer veel aan een gekleurde kijk van zijn ‘Habsburgers’ toeschrijft.
De lectuur van Wij, Habsburgers levert enkele sappige verhalen op over reizigers of zelfs migranten vanuit onze contreien naar exotische oorden. Het interculturele aspect komt uitvoerig aan bod, maar laat de lezer toch iets op zijn honger in bepaalde hoofdstukken. De hoofdstukken over Zuid-Amerika, India en Noord-Afrika lonen zeker de moeite.
Lode Goukens is master in de journalistiek. Zijn masterproef behandelde de journalistieke cartografie. Voordien was hij jaren beroepsjournalist en schrijver. Begonnen als officieel IBM multimedia developer in 1992 en één van de eerste professionele ontwikkelaars van DVD’s (dvd-authoring) schreef hij ook het eerste Belgische boek over het Internet in 1994. Hij behaalde ook al een master in de kunstwetenschappen en archeologie en een master filmstudies en visuele cultuur.
De klimaatmiljarden gaan blijkbaar niet altijd naar klimaatadaptie. Verdwijnen ze in de foute zakken?