JavaScript is required for this website to work.

Waanzinnige en absurdistische Nero-navolging

Lode Goukens19/12/2022Leestijd 2 minuten

De Hemeltergers is geen hemeltergende navolging van Nero. Het is een hoogst vermakelijk boekje.

Soms begint een boek met een briljante openingszin. Denk maar aan ‘Ik ben makelaar in koffie, en woon op de Lauriergracht No. 37’, ‘Aujourd’hui maman est morte. Ou peut-être hier, je ne sais pas.’ of ‘Longtemps, je me suis couché de bonne heure’. Soms volgt daar een parodie op zoals ‘Longtemps, je me suis touché de bonne heure’ of het braver ‘Longtemps, je me suis douché de bonne heure’. De Hemeltergers, naar scenario van Kim Duchateau en Dirk Stallaert, begint met een even goede openingszin: ‘Kom kinderen, het is lang geleden dat we Nero nog eens geambeteerd hebben.’

Met de Hemeltergers maakten de stripauteurs Dirk Stallaert en Kim Duchateau een zeer origineel album in de reeks ‘De nieuwe avonturen van Nero en Co naar Marc Sleen’. Het eerste driekwart van het lange verhaal voldoet het stripalbum aan de beste kwaliteiten van de klassieke Nero-verhalen. Uiterlijk lijkt het ook ontzettend goed op de bekende Nero-strips. Wat op zich logisch is omdat Stallaert ruim tien jaar de rechterhand was van Marc Sleen en de strip ook al die jaren tekende. Aanvankelijk naar schetsen van Sleen en uiteindelijk zo goed als helemaal alleen naar scenario’s van Sleen.

Het absurdistische scenario heeft zoals veel Nero-verhalen een duidelijk begin en vervolgens gaat het alle kanten uit om uiteindelijk te eindigen met een wafelenbak.

Grafisch en qua dialogen gaat dat uitzonderlijk goed tot pakweg strook 198 van de 248 stroken. Een strook is één rijtje kadertjes met tekeningen. De bladspiegel is immers zoals bij de oudere strips die vooraf in de krant verschenen opgebouwd uit vier strookjes. Qua opmaak zijn de lezers tegenwoordig meer variatie gewend in strips. Vanaf die strook 198 veranderen de tekeningen soms in een soort avant-garde-strip uit de jaren 1990. Het scenario desintegreert bij wijlen ook compleet.

Nu waren de scenario’s van Sleen ook niet altijd erg solide qua ontknoping en afwikkeling. Vaak viel het slot plots uit de lucht met meer dan eens een deus ex machina. In dit scenario is dat echter des te pijnlijker omdat zowel de grafische uitwerking van bepaalde personages als de plot een rommeltje lijken. De humor van die kunstgrepen ontging deze recensent. Het einde had zelfs letterlijk en figuurlijk iets van het eveneens minder geslaagde einde van de filmkomedie van Louis de Funès ‘L’Aile ou la cuisse’ uit 1976.

Niettemin woog die wat flauwe futloze ontknoping toch niet op het leesplezier en kijkgenot die het album tot die enkele mindere pagina’s opleverde. ‘De nieuwe avonturen van Nero en Co naar Marc Sleen’ is in vergelijking met veel voortzettingen van bekende stripreeksen een zeer geslaagd album. Dankzij de mooie harde kaft is het ook een perfect cadeau om onder kerstboom te leggen.

Lode Goukens is master in de journalistiek. Zijn masterproef behandelde de journalistieke cartografie. Voordien was hij jaren beroepsjournalist en schrijver. Begonnen als officieel IBM multimedia developer in 1992 en één van de eerste professionele ontwikkelaars van DVD’s (dvd-authoring) schreef hij ook het eerste Belgische boek over het Internet in 1994. Hij behaalde ook al een master in de kunstwetenschappen en archeologie en een master filmstudies en visuele cultuur.

Commentaren en reacties