Woenstijnvos Rommel door de ogen van een tankcommandant
Olivier Speltens schreef en tekende neen ijzersterke reeks met ‘Afrikakorps’. Historisch correct en subliem getekend.
Met de reeks Afrikakorps bracht Silvester Strips een boeiende reeks uit met historische strips over de Tweede Wereldoorlog. Na het succes van de reeks De Hel van het Oostfront geldt tekenaar Olivier Speltens als een topnaam qua historische oorlogsstrips. Qua sfeer en coloriet overtreft de nieuwe reeks alvast de vorige.
Militair genie
Weinig fronten uit de Tweede Wereldoorlog spreken dermate tot de verbeelding als de strijd om Libië tussen Erwin Rommel met zijn Afrikakorps en de Britten en Australiërs. Allicht door de mythevorming tijdens en na de oorlog. Tijdens de oorlog toonden de Britten ontzag voor Desert Fox Rommel. De overwinning in Libië en Egypte was ook lang de enige waarmee het Britse volk kon worden opgepept na pijnlijke nederlagen van de evacuatie van Duinkerken tot Tobroek. Na de oorlog was Rommels betrokkenheid met admiraal Canaris in het complot tegen Adolf Hitler allicht een excuus om zijn zogenaamde militair genie te blijven bewonderen.
De mythevorming is dus hoofdzakelijk te danken aan de propagandafilms van de Britten (die elders niet bepaald veel successen konden voorleggen). Persoonlijk vond ik als knaap geen bal aan die zwart-wit oorlogsfilms Five Graves to Cairo (1943), Desert Victory (1943), The Rats of Tobruk (1944) enzovoort. Tegenwoordig zijn ze het zien zelfs niet meer waard. Latere oorlogsfilms zoals Desert Rats (1953) Desert Patrol (1958), Tobruk (1967) en The Battle of El Alamein (1969) konden evenmin echt bekoren, maar vulden een zaterdagnamiddag toen de BRT oude films uitzond om 16 uur en het enige alternatief RTB en NOS 1 en 2 was. Mijn grootvader keek naar elke oorlogsfilm, dus was het ook een stukje male bonding. Behalve wanneer hij naar films met Fred Astaire keek. Dat was voor mij Een brug te ver. (Dat was overigens ook zo’n oorlogsfilm).
Historisch correcte uniforms
Voor veel mannen die opgroeiden in de jaren 1970 zijn die legers geen vreemd gegeven. Als kind had ik de soldaatjes van Airfix van zowel het Afrikakorps als van de Britten van het 8th Army in korte broek en de Australiërs in jungle kit met stoere hoed. Die plastic soldaatjes worden trouwens terug geproduceerd en de oude zijn ondertussen echte collectors items. Net als de poppen van Action Man in historisch correcte uniforms. Destijds allemaal extreem populair en duur speelgoed. Iets doet me vermoeden dat ook de Franstalige Brusselse striptekenaar Olivier Speltens (1971) hetzelfde speelgoed had, al vermoed ik dat Speltens ook modelbouwversies door Matchbox, Revell of Airfix van die tanks en vliegtuigen in elkaar zat te prutsen.
De stripverhalen beginnen met een historische tekst die de context geeft. Het wapentuig is buitengewoon goed getekend en de narratieve opbouw van de scenario’s zit goed in elkaar. Boeiend is dat de strips geen anachronismen bevatten. De personages en de interacties tussen de personages komen heel contemporain over. Enkele vreemde anekdotes zitten vernuftig in het verhaal verwerkt. De attitude en de retoriek van de personages ogen authentiek en geloofwaardig. Dus geen politiek correcte kunstgrepen of revisionisme. Dit is geen sinecure, want in Frankrijk waar de strips eigenlijk oorspronkelijk verschijnen bestaat een zeer restrictieve wetgeving rond het afbeelden van swastikas enzovoort. Zo zal een liefhebber van militaria op Franse websites van veilinghuizen steeds gecensureerde foto’s van de objecten zien als er nazisymbolen op te zien zijn. Dit kan enkel omdat de documentatie (met literatuurlijst in de strip!) ontzettend zorgvuldig werd uitgevoerd.
Drie delen
Daarom zijn de strips van Speltens geen foute strips, maar wel heel historisch getrouw. Ze verheerlijken geen oorlog en al zeker niet de Duitse militairen. De problemen (technische problemen zoals zand in de filters van de motoren, zowel als menselijke) komen evenwichtig aan bod. Speltens toont ook de persoonlijke tragedies zonder te zwelgen in gruwel. Alles is zeer kies en dat is lovenswaardig. Nergens duikt de klassieke dweperij op zoals soms wel in de sensationele tv-documentaires van History Channel, National Geographic of Discovery Channel. De aanpak van Speltens laat zich het beste vergelijken met de degelijkheid van bijvoorbeeld Timewatch van de BBC.
De Afrikakorps-reeks bestaat uit drie delen waarvan de eerste twee onlangs verschenen in het Nederlands en de derde later dit jaar in het Frans en nadien in het Nederlands. Tekenaar en scenarist Olivier Speltens studeerde aan het Brusselse Saint-Luc en debuteerde bij het bescheiden Brusselse P&T Production (Editions Joker). Ondanks de waardering voor zijn tekentalent liepen zijn stripverhalen commercieel minder goed en stopte de uitgever reeksen voortijdig. Speltens is gelukkig als auteur doorgebroken toen de Zwitserse éénmansuitgeverij Paquet van Pierre Paquet hem de kans gaf een reeks over de Tweede Wereldoorlog te tekenen. Paquet wist steeds zeer sterke Belgische auteurs te strikken voor succesvolle reeksen. Het eerste album van De Hel van het Oostfront verkocht ruim 13.000 exemplaren in het Frans en ook de Nederlandse edities deden het goed. Zelfs tentoonstellingen van de originele platen te Brussel konden op positieve receptie rekenen.
Hyperrealisme
De Nederlandse versies bestaan dusver uit deel 1 Battleaxe en deel 2 Crusader. Deze twee delen behandelen de Duitse successen. Aangezien het verhaal de hele militaire campagne volgt is het samenvatten een beetje zinloos. Op 14 februari 1941 landden de Duitsers in Tripoli (Libië). Het zou deel van een bijna legendarische strijd in volle Tweede Wereldoorlog worden. Met ‘helden’ zoals Woestijnvos Rommel en, na een aantal nederlagen, de populaire maar minder ‘geniale’ Monty. De Engelsen overschatten de aantallen van de Duitse troepen en op 4 april werd Bengazhi ingenomen, waardoor luitenant-generaal Erwin Rommel vrij spel kreeg om Tobroek aan te vallen. De Britten van hun kant konden dankzij betere bevoorradingslijnen via het Suezkanaal en het feit dat de Duitsers op teveel fronten actief waren standhouden.
De stripliefhebber kan houden van de tekenstijl van de personages of juist niet. Speltens drukt geen heel persoonlijke stempel op zijn personages. Alles is heel sec en meticuleus getekend. De mimiek is knap gedaan en consistent wat echt niet eenvoudig is (tenzij bij luie foefelaars die fotoshoppen wat Speltens duidelijk niet doet). Persoonlijk bevalt die tekenstijl me erg, maar ik kan begrijpen dat niet iedereen van dit soort hyperrealisme houdt. Niettemin verdient deze reeks alle lof. Voor geschiedenisliefhebbers loont de reeks zeker de moeite en voor stripliefhebbers heeft ze alles om te bekoren. Zowel grafisch als narratief zijn het twee topalbums.
Lode Goukens is master in de journalistiek. Zijn masterproef behandelde de journalistieke cartografie. Voordien was hij jaren beroepsjournalist en schrijver. Begonnen als officieel IBM multimedia developer in 1992 en één van de eerste professionele ontwikkelaars van DVD’s (dvd-authoring) schreef hij ook het eerste Belgische boek over het Internet in 1994. Hij behaalde ook al een master in de kunstwetenschappen en archeologie en een master filmstudies en visuele cultuur.
Europa stevent op een nieuwe energiecrisis af. En dit keer tijdens de winter. Ondertussen speelt Rusland met de gaskraan.