Yakari, het grote avontuur
Xavier Giacometti kreeg kreeg voor Yakari de technische middelen om een tekenfilm te maken die kan wedijveren met grote tekenfilmstudio’s.
Op 12 augustus komt de tekenfilm Yakari in de bioskoop. Voor regisseur Xavier Giacometti komt een droom uit. Na korte tekenfilms voor tv met Yakari kreeg hij de technische middelen om een tekenfilm te maken die kan wedijveren met grote tekenfilmstudio’s. Teams in België, Frankrijk en Duitsland werkten mee aan deze prachtig ogende tekenfilm. Het Waalse Gewest steunde financieel via Wallimage. De Vlaamse stem van Yakari werd ingesproken door kindacteur William De Winter.
Het verhaal is een adaptatie van de eerste albums die bijna 50 jaar geleden bij uitgeverij Casterman uit Doornik verschenen. Terwijl de migratie van zijn stam op handen is, kiest Yakari de kleine Sioux voor het onbekende door het spoor te volgen van Kleine Bliksem, een mustang die de reputatie heeft dat hij ontembaar is. Onderweg redt Yakari Kleine Bliksem na een lawine en de Grote Adelaar (zijn totemdier) geeft Yakari een prachtige veer en een ongelooflijke gave. Yakari kan plots met dieren praten. Het avontuur leidt de jonge held over de prairie tot aan het territorium van de vreselijke jagers met poemahuiden. Toch wil Yakari maar één ding: naar de tipi van zijn familie terugkeren.
Tekenaar verliefd op nobele wilden
De stripreeks Yakari getekend door Derib (pseudoniem voor Claude de Ribeaupierre) en geschreven door Job (pseudoniem voor André Jobin) ontstond als een reeks voor de jongste lezers van het weekblad Kuifje. In bepaalde opzichten leek het figuurtje geïnspireerd op het Indiaantje Hiawatha van Walt Disney uit 1937. Van dit oude tekenfilmfiguurtje verschenen later in Zweden en nadien in het Nederlandse weekblad Donald Duck stripversies. In 1964 toen Derib voor Peyo (de tekenaar van de Smurfen) werkte bedacht hij tijdens een schaarse pauze een figuurtje. Dat indiaantje werd Yakari. De Zwitserse tekenaar Derib oogstte nadien vooral succes met een andere Indianenreeks met als personage Buddy Longway.
Westernstrips waren in de jaren 1970 en 1980 bijzonder populair (Jonathan Cartland, Luitenant Blueberry, MacCoy…). Buddy Longway van Derib was een uitzondering qua toon en tekenstijl. Waar de meeste strips zich zeer sterk inspireerden op films zoals A Man Called Horse of spaghettiwesterns, koos Derib voor de Indianen als nobele wilden die ecologisch en in harmonie met de natuur leefden. De hippieversie kortom. Iets wat in de jaren 1970 zeer sterk leefde als tegencultuur. Zijn tekenstijl was zwierig en leek aanvankelijk op die van het Waalse multitalent Joseph Gillain, beter bekend onder zijn pseudoniem Jijé die onder andere Robbedoes (voor Franquin in de jaren 1940), Jerry Spring, Jan Kordaat en tal van andere succesvolle stripreeksen tekende.
Die gelijkenis was geen toeval. Het ontstaan van de reeks Buddy Longway kwam voort uit frustratie. Derib, die voor tal van grote striptekenaars had gewerkt, plande met Jijé om de klassieke cowboy-reeks Jerry Spring nieuw leven in te blazen bij Dupuis, maar toen dat niet doorging belandde hij bij Le Lombard (de uitgeverij van weekblad Kuifje).
Van nevenproject tot succesformule
Yakari bleef een nevenprojectje. Een ideetje uit zijn jonge jaren, dat Derib in 1968 had uitgewerkt en in zijn vaderland Zwitserland in 1969 verscheen. Het eerste album verscheen bij het Franse Dargaud in 1973. In tussentijd had hij net als andere bekende striptekenaars voor Peyo gewerkt. Zo tekende hij net als Roger Leloup (van de reeks Yoko Tsuno), Degieter (van de reeks Papyrus) en Jo-El Azara (van de gag-strip Taka Takata) mee aan de stripreeks Jakke en Silvester van Peyo die in de Franstalige krant Le Soir verscheen. De volgende albums van Yakari verschenen bij uitgeverij Casterman (die ook Kuifje uitgaf) tot de breuk met die uitgeverij in 1999 waarna de albums 25 tot 35 bij Le Lombard verschenen (waar ook al Buddy Longway verscheen).
Het succes van Yakari in het Nederlandse taalgebied was eerder beperkt vergeleken bij het succes in de Franstalige wereld. Albums 36 tot 38 van Yakari verschenen zelfs nooit in het Nederlands. De albums 39 en 40 verschenen dan weer wel in het Nederlands bij Le Lombard. Datsuccesbij de Franstaligenbouwde immers voort op twee tv-versies. In 1983 verscheen een tekenfilmreeks van 52 afleveringen. Belviusion bracht in 2005 met de RTBF een nieuwe tekenfilmreeks uit met afleveringen van circa 13 minuten lang. In Wallonië en Brussel is er ook wat merchandising geweest met Yakari (vergelijkbaar met de succesvolle kinderkleding van Bollie en Billie in de jaren 1980 in Vlaanderen).
De uitgeefdirecteur bij Le Lombard, Gauthier Van Meerbeeck, beschouwt Yakari niettemin als een bijzondere reeks. ‘In tegenstelling tot andere kinderseries kent Yakari geen erosie van zijn lezerspubliek: het publiek vernieuwt zich met elke generatie. Bij elke nieuwe publicatie worden 30.000 exemplaren verkocht en gemiddeld 100.000 exemplaren per jaar. Sinds de publicatie zijn er in totaal vijf miljoen stripalbums verkocht. De kracht van de strip is dat hij niet verankerd is in een tijdperk en niet uit de mode raakt.’ De reeks verschijnt in 19 talen en is ook in Duitsland en Scandinavië zeer populair.
Zo nauw mogelijk aansluiten bij strips
Derib en Job tekenden en schreven tussen 1969 en 2014 samen 38 albums. Albums 39 et 40 zijn van de hand van scenarist Joris Chamblain en album 41 werd geschreven door Xavier Giacometti. Ook de echtgenote van Derib, Dominique, was steeds betrokken. Dominique tekende en schreef zelf ook zeer verfijnde kinderboeken, maar haar invloed op het werk van haar man is vooral te zien in haar prachtige inkleuring van de strips uit de reeksen Buddy Longway en Yakari. Nu volgt dus een langspeeltekenfilm in de bioskoop. Yakari is een gelukkig Sioux-kind gezegend met de fabuleuze gave om met dieren te kunnen praten. Dat is de synopsis van het eerste album en ook de synopsis van de eerste langspeelfilm die op 12 augustus 2020 in Franse en Nederlandse versie in de Belgische cinemazalen verschijnt.
Xavier Giacometti is de regisseur en de scenarist. Hij kent de stripreeks door en door aangezien hij als scenarist o.a. deel 42 uit de stripreeks schreef. Voordien werkte hij mee aan de tv-reeksen van Yakari en Kid Lucky (een spin-off van Lucky Luke). ‘En we hebben de mythische scènes die de lezers verwachten behouden, zoals de eerste uitwisselingen tussen Yakari en Grote Adelaar, het totemdier van het indianenkind. We wilden het simpel houden’, aldus Xavier Giacometti.
Een episch en nieuw origineel verhaal
‘Als je aandacht schenkt aan de anderen, als je respect voor hen hebt, kan je er jezelf beter door ontwikkelen en maak je meer vrienden.’ Giacometti schreef een episch en nieuw origineel verhaal. ‘Aan het einde van de film komt het goede gevoel, de energie die je voelt, voort uit dit humanistische discours’ besloot Giacometti. De bioskoopfilm laat toe om zoals bij westerns op breedbeeld veel panoramische landschappen te tonen, iets wat op televisie of in strips toch iets minder indrukwekkend oogt.
De modernste spitstechnologie kwam er aan te pas. ‘Om met 2D-decors een gevoel van diepte te creëren, worden veel diepteniveaus gebruikt. Vervolgens worden de computergeanimeerde personages erin geplaatst. In vergelijking met de serie is de technologie geëvolueerd en hebben we kunnen profiteren van de nieuwe evolutie van de software voor beeldverwerking. Om zo trouw mogelijk te blijven aan de lijn van Derib hebben we een revolutionaire software gebruikt om een vollere en soepelere pennentrek te verkrijgen. Het is alsof ze met de hand getekend zijn. De nieuwe software maakte het ook mogelijk om personages of rekwisieten te modelleren, om texturen toe te voegen…’ vertelde Giacometti. ‘Dankzij een zeer hoogwaardige 3D-animatie hebben we een palet van subtielere uitdrukkingen kunnen verkrijgen. We moeten niet vergeten dat de techniek altijd een emotie moet dienen. Zeker als de film gaat over zoektocht naar vriendschap!’. Ter gelegenheid van de film komt het eerste album uit de reeks ook opnieuw uit.
Lode Goukens is master in de journalistiek. Zijn masterproef behandelde de journalistieke cartografie. Voordien was hij jaren beroepsjournalist en schrijver. Begonnen als officieel IBM multimedia developer in 1992 en één van de eerste professionele ontwikkelaars van DVD’s (dvd-authoring) schreef hij ook het eerste Belgische boek over het Internet in 1994. Hij behaalde ook al een master in de kunstwetenschappen en archeologie en een master filmstudies en visuele cultuur.
Europa stevent op een nieuwe energiecrisis af. En dit keer tijdens de winter. Ondertussen speelt Rusland met de gaskraan.