JavaScript is required for this website to work.

Zwarte Golf

Lieven Van Mele12/7/2020Leestijd 4 minuten

Vele conflicten in het Midden Oosten de afgelopen vier decennia kunnen verklaard worden door de rivaliteit tussen Saoedi-Arabië en Iran.

Je zou het bijna vergeten, maar tot 1979 waren Saoedi-Arabië en Iran bondgenoten. Sedert de Iraanse revolutie is er constant geharrewar tussen de twee, met destructieve gevolgen voor de rest van de de regio. De Libanese journaliste Kim Ghattas legt in haar nieuwste boek, Zwarte Golf, glashelder uit wat er de afgelopen veertig jaar misgelopen is in dit deel van de wereld.

Kennis van zaken

Kim Ghattas volgt al twee decennia de ontwikkelingen in het Midden-Oosten voor onder meer de BBC en de Financial Times en publiceerde in de Volkskrant, The Atlantic en The Washington Post. Ze is ook verbonden aan de Carnegie Endowment for International Peace in Washington.

In de eerste plaats kent ze de regio omdat ze een geboren en getogen Libanese is, maar voor haar werk reisde ze meermaals naar Egypte, Iran, Pakistan, Saoedi-Arabië, Turkije, etc. Daar interviewde ze een indrukwekkend aantal mensen. Voor het schrijven van dit boek verrichten zij en haar team heel wat research, en dat merk je onder meer aan de uitgebreide voetnoten en de index.

Breuklijn

Over wanneer de problemen in het Midden-Oosten uiteindelijk geleid hebben tot religieus extremisme en geweld, lopen de meningen uiteen. Was dat met de oprichting van Israël in 1948? Of na de Zesdaagse Oorlog van 1967? Voor Ghattas is het duidelijk: het jaar 1979. Na het Iraanse revolutiejaar kregen we de inval van de Sovjets in Afghanistan, de belegering van de Grote Moskee in Mekka, het ontstaan van de Hezbollah in Libanon, een islamiseringspolitiek in Pakistan door generaal Zia-ul-Haq, de burgeroorlog in Algerije, 9/11, de ellende in Irak, Jemen, etc.

‘Wat is er met ons gebeurd?’ vraagt de auteur zich af, met een knipoog naar het veelbesproken boek What Went Wrong van oriëntalist Bernard Lewis (2001). Zwarte golf heet het boek van Kim Ghattas (oorspronkelijk Black Wave), verwijzend naar de golven van extremisme die grote delen van het Midden-Oosten teisteren. Ghattas wil achterhalen hoe het zo ver is kunnen komen.

Levend icoon

In het eerste van 19 hoofdstukken behandelt Ghattas het ontstaan en de groei van de Iraanse revolutie. Verbazingwekkend (en ontstellend) is dat seculier links die steunde. Ayatollah Khomeini kon op de sympathie rekenen van een ganse rits Europese intellectuelen waarvan de Franse filosoof Jean-Paul Sartre (1905-1980) ongetwijfeld de bekendste is.

Vanuit zijn ballingsoord in Frankrijk regisseerde de reactionaire geestelijke de revolutie, waarbij geluidscassettes essentieel waren om z’n boodschap te verspreiden (sociale media bestonden toen uiteraard nog niet). Khomeini ontving in Neauphle-le-Château massa’s journalisten en spraakmakers, maar de boodschap die hij meegaf aan westerse journalisten was heel anders dan zijn boodschap voor islamitische journalisten.

De sjiitische Khomeini en de zijnen sympathiseerden volledig met de Palestijnse zaak. Niet dat het lot van de Palestijnen hen kon schelen, maar door de Palestijnse kaart te trekken won hij ook de sympathie van veel soennitische moslims. De Iraanse revolutie inspireerde overigens veel radicale soennitische bewegingen, want het land toonde aan dat het wel degelijk mogelijk was om een pro-Amerikaans regime omver te werpen.

Dat Saoedi-Arabië geregeerd wordt door de ultrareactionaire wahabieten (een term die de wahabieten zelf niet gebruiken, zelfs verafschuwen) komt door de steun van de Britten toen ze nog maar een militie waren. Wat we nu Saoedi-Arabië noemen (opgericht in 1932) behoorde voordien tot het door Turken gedomineerde Ottomaanse rijk. Om het Ottomaanse rijk te kunnen opdelen om daarna zelf de brokken in te palmen, steunden de Britten de wahabis.

Ook al is het discours van Saoedische politici vrij gematigd, hun extreme gedachtegoed wordt wel verspreid door de indrukwekkende Saoedische financiering van moskeeën en boekhandels in alle uithoeken van de wereld.

Terugdraaien van vrijheden

Wat Egypte betreft, schetst de auteur onder meer de liberale periode van haar geschiedenis (1923-1952), waarbij er politieke en intellectuele vrijheid heerste. Caïro was toen het culturele centrum van de Arabische wereld en steeds meer vrouwen gooiden de hoofddoek openlijk weg. Toch is ook dat land richting religieus radicalisme opgeschoven.

In tegenstelling tot wat veel westerlingen geloven, is een evolutie naar meer vrijheid, democratie en pluralisme geen one way ticket. Zo’n evolutie kan ook teruggedraaid worden. De vele set-backs in de islamitische wereld zijn vandaag bangelijk. Net als in Pakistan zien we dat het Egyptische staatshoofd, Anwar Sadat, een essentiële rol heeft gespeeld in de groei van de reactionaire islam.

De vaak gehoorde stelling dat religieus extremisme een reactie is op sociaaleconomisch wanbeleid gaat al even vaak niet op. Uiteindelijk werd Sadat vermoord door een moslimextremist, de djinn uit de fles ging er niet meer terug in.

Land van de zuiveren

De oprichting van Pakistan in 1947 was op zich al een dramatische gebeurtenis. Voor 1947 behoorde Pakistan, samen met wat we vandaag Indië en Bangladesh noemen, tot het Britse rijk. Indië werd voor de Britse overheersing geregeerd door een moslimdynastie, ook al was de meerderheid van de Indiërs geen moslim. Toen Indië na de Britse dominantie onafhankelijk werd, was het duidelijk dat de hindoes daar de eerste viool zouden spelen.

Het is daarom dat een deel van de Indische moslims zich ging afscheiden om een eigen staat Pakistan (letterlijk : het land van de zuiveren) op te richten. Om die ‘zuivere’ staat Pakistan te kunnen realiseren, werden 4,7 miljoen hindoes en sikhs verdreven. Maar terwijl men niet uitgepraat raakt over de 800 000 gevluchte Palestijnen van 1948, spreekt men zelden over deze vluchtelingen.

Pakistan steunde de Afghaanse moedjahedien tegen de Sovjetoverheersing, wat gevoelig bijdroeg aan de radicalisering van de islam in Afghanistan en Pakistan zelf.

Cultureel exportprduct

Het was de bedoeling van Khomeini om de Iraanse revolutie te exporteren. Dat ging de eerste jaren erg moeilijk, maar een eerste succes was de oprichting van Hezbollah, de militie die Libanon nu in een wurggreep houdt. Ondertussen weten we dat Iran het sjiitische verzet in Bahrein en oostelijk Saoedi-Arabië heeft gesteund, alsook de Houthi’s in het door burgeroorlog verscheurde Jemen en sjiitische milities in het door de Verenigde Staten kapot gebombardeerde Irak. Mensen die tot dan toe in relatieve harmonie samen leefden, worden nu tegen elkaar opgezet.

Ghattas schetst in Zwarte Golfde vele politieke en religieuze evoluties in het Midden-Oosten van de afgelopen vier decennia op een duidelijke en objectieve manier, waarbij heel wat nieuwe visies boven komen. Het ontstaan van religies extremisme en geweld in het Midden-Oosten heeft vele oorzaken. De aanpak van Ghattas om de rivaliteit tussen Saoedi-Arabië en Iran als vertrekbasis en centrale as te nemen is een interessante piste.

Het zwakste gedeelte van het boek is ongetwijfeld het nawoord, waar ze tot conclusies probeert te komen. Want ja, wat kunnen we nu leren uit al die nare gebeurtenissen? Hoe kunnen we meer extremisme en oorlog in de toekomst vermijden? De auteur weet het eigenlijk zelf ook niet goed. Toch ziet ze tekenen van hoop, want naast ellende zijn er inderdaad veel mensen in het Midden-Oosten die vechten voor meer democratie, verdraagzaamheid en pluralisme. Of dat iets zal opleveren, kan alleen de toekomst ons zeggen.

Lieven Van Mele is Midden Oosten-reiziger en volgt sedert de jaren '90 de actualiteit in de Arabische wereld en het fenomeen van de islamisering in de islamitische wereld en het Westen. Eerder verschenen al bijdragen van hem in diverse media

Commentaren en reacties