Vroem, paukeslag: PVDA gaat voor de auto

Politieke partijen beloven tegenwoordig van alles, want er zijn immers verkiezingen. Doorbraak haalt er de pittigste partijstandpunten uit. Houdt u van uw auto, dan heeft u alvast de PVDA aan uw kant.

De PVDA pakt het slim aan: in hun verkiezingsprogramma staat het luik ‘auto’ gewoon onder de hoofding ‘Duurzame mobiliteit’. Altijd prijs: je bent duurzaam, én je bent tegen pestbeleid voor de automobilist.

‘We zijn tegen het verhogen van accijnzen op brandstof en tegen maatregelen die het leven van automobilisten zuur maken, zoals kilometerheffingen of lage-emissiezones. We voeren geen verbod op benzine- of dieselmotoren in zolang elektrische auto’s duurder blijven en geen waardig alternatief zijn.’

Duidelijker dan dat kan niet: de PVDA is een autopartij. En niet zomaar een autopartij, maar waarschijnlijk dé autopartij (‘waarschijnlijk’, want er woedt een strijd op leven en dood met het Vlaams Belang om de eerste plaats, red.)

Gratis autorijlessen

Zelf zullen ze dat nooit toegeven. En ja, bovenstaande passage is pas titeltje nummer drie van hun programmahoofdstuk over ‘Duurzame Mobiliteit’. Puntje één en twee gaan over toegankelijk en goedkoop openbaar vervoer. Omdat het moet. Maar, zeg nu zelf: als de partij er verder voor pleit om gratis autorijlessen te geven op school, dan weet je toch: dit is een maatregel op maat van het doelpubliek. En dat doelpubliek van arbeiders, dat geeft nog altijd de voorkeur aan de auto. De bus, dat is voor wie als loopjongen begint. De auto, dat is voor de geslaagde werkmens.

Maar géén auto van het bedrijf!

Daar moet bij vermeld worden dat u wel best zelf een auto bezit als u in de gratie van de communisten wil blijven. Krijgt u een auto van uw werkgever, dan wordt die ‘uitgedoofd’.

Het is dan ook niet de schuld van de communisten dat vakbonden en werkgevers in dit land de voorbije decennia massaal een nogal links auto-(her)verdeelbeleid hebben gevoerd, waarbij u wel een wagen kreeg, maar die toch niet van u was.