Worden we terug goede Belgen?
De francofone kleine-lettertjes-strategie en de Vlaamse koudwatervrees missen hun effect niet.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnement‘De Vlaming houdt weer van België’, bloklettert De Standaard op 28 april. Een foto met twee vrouwelijke Rode-Duivels-supporters, gemeenzaam gehuld in een Belgische Jupiler-vlag, moet die conclusie picturaal ondersteunen.
De Standaard haalde daartoe de mosterd bij een recent onderzoek van de KU Leuven, onder leiding van socioloog Marc Swyngedouw, dat na de verkiezingen van 2014 peilde naar de achterliggende overtuiging van de kiezer.
En wat bleek? De staatshervorming speelde over alle partijen heen maar voor 5,7% een rol in het stemgedrag. In 2010 was dat nog het dubbele. Werk, gezondheid en sociale zekerheid waren en zijn heden de bepalende thema’s. Zelfs de N-VA-kiezer ligt niet meer wakker van onafhankelijkheid (zowat 10%). Maar ook in het Vlaams Belang, traditioneel toch dé separatistische zweeppartij, zouden nog slechts zo’n 30% kiezers gaan voor de splitsing van België.
Harde cijfers voor radicale flaminganten, die al dachten dat de N-VA-tsunami een groot Vlaams-nationalistisch draagvlak weerspiegelde, met de Vlaamse republiek binnen handbereik. Mooi niet dus. De Vlaamse Volksbeweging haastte zich om een en ander te relativeren, beweerde zelfs geamuseerd te zijn door de conclusies, en verwijst simpelweg naar het feit dat de twee ‘V-partijen’ samen 38% haalden. Dat lijkt me nogal wishfull thinking, om niet te zeggen ontkenningsgedrag: er is wel degelijk wat aan de hand.
Het kan wel zijn dat de niet bepaald als Vlaamsgezind bekende staande professor Swyngedouw, nota bene een collega van Bart Maddens aan dezelfde universiteit, iets wilde bewijzen en niet helemaal onbevooroordeeld van start ging. Toch denk ik dat de cijfers een reëel beeld geven van de publieke opinie in Vlaanderen en dat ze niet zomaar kunnen weggelachen worden. De vraag is dan: vanwaar die ‘communautaire moeheid’?
De bocht van Bracke
Beweren dat de ‘V-partijen’ die naam nauwelijks nog waardig zijn, is een open deur intrappen. De N-VA heeft al haar eieren in de neoliberale mand gelegd, en gaat voor de Belgische restauratie, waarbij wel regelmatig lippendienst wordt bewezen aan het Vlaams-nationalisme. Deze grand écart houdt ze nu al een tijdje vol.
De fameuze bocht van Bracke, ingezet in augustus 2013, toen Siegfried Bracke in een interview met De Standaard poneerde dat voor zijn partij het sociaaleconomische belangrijker was dan het communautaire, had duidelijk de strategische bedoeling om de niet-flamingante, centrumrechtse kiezer in Vlaanderen los te weken uit de traditionele partijen. Daarna zou ook het geknabbel aan het Vlaams Belang beginnen, via stoere uitspraken rond asiel, migratie en criminaliteit.
Het netto resultaat was een partij die electoraal enorm stuntte, maar met een zeer heterogeen electoraat van zwartgele, tricolore, blauwe en donkerblauwe kiezers. Waardoor de partij van de Verandering eigenlijk nog maar één richting uitkon: rechtdoor.
Chris Ceustermans heeft er zopas in Doorbraak nog eens op gewezen: het compleet gebrek aan ‘progressief’ élan bij de N-VA dreigt haar tot een starre, Belgische machtspartij te maken. De partij wil gewoon haar positie consolideren, neemt geen enkel risico en gaat voor het status-quo. Knullige handjes-campagnes moeten de sfeer erin houden. Het idee van een Vlaamse staat is verder dan ooit, en wordt vooruitgeschoven naar de Griekse Kalender. Zogezegd omdat er ‘geen draagvlak’ is voor onafhankelijkheid, terwijl je zou denken dat een programmapartij net dat draagvlak wil creëren.
Het Vlaams Belang heeft deze lacune nooit weten uit te buiten. Het verkrampte anti-islam-verhaal van Dewinter en C° voert de boventoon en duwt alle republikeinse tendensen naar de achtergrond. Dus ook vandaar zal de draagvlakwerking niet komen: de radicale Vlaams-nationalist en republikein is de facto politiek dakloos. De ontgoocheling wenkt, ziedaar een eerste verklaring voor de vaststelling van professor Swyngedouw.
Bureaucratisch monster
Maar er is nog meer aan de hand. Dit land sleept zich al decennia lang doorheen zijn ‘staatshervormingen’, zes tot dusver, en het einde is nog niet in zicht. De perceptie van de modale burger is vernietigend: dit is eindeloos politiek broddelwerk. Duizenden bladzijden lang gaat het over bevoegdheidsoverdrachten, financieringsmodaliteiten, splitsingen. Het fameuze Belgische compromis levert tonnen tekst op waar een kat haar jongen niet in terugvindt. Het resultaat is niet méér efficiëntie maar minder. Wie vandaag zijn belastingbrief moet invullen kijkt, met dank aan de zesde staatshervorming, aan tegen een duizelingwekkende reeks codes. O.m. het systeem van woonleningen en woonbonus ligt nu verdeeld over federale en gewestelijke bevoegdheden. Dat voert het aantal in te vullen vakjes op van 53 naar 108. Leve de staatshervorming dus.
Het democratisch deficit dat hierdoor ontstaat, maakt dat de burger zich helemaal van de natie vervreemdt en de politieke bureaucratie de rug toekeert. Alleen boekhouders en advocaten worden hier beter van. Zou het toeval zijn dat het land met het meest ingewikkelde bestuur ook het grootste aantal advocaten per vierkante meter heeft? Die ook massaal het politieke halfrond bevolken? En… weerom de wetten en wetjes uitspuien, hoe meer hoe liever?
Ik kan me best invullen dat de Vlaming, ook de N-VA-stemmer, bedankt voor dit soort ‘hervormde’ staat en oppert dat het voor hem niet meer hoeft. Op een zeker ogenblik wint de perceptie veld, ook in Vlaanderen, dat de staatshervormingen enkel een bureaucratisch monster opleveren, en dat we onze tijd verknoeien met discussies over het engelengeslacht. Temeer omdat het beleg op onze boterham in gevaar is en de economische situatie er niet op verbetert.
Finaal zou men denken dat de francofone onderhandelaars hierop hebben aangestuurd: zolang palaveren en zoveel kleine lettertjes in de teksten smokkelen, dat de doorsnee burger zich gedegouteerd afwendt en droomt van de goede oude tijd.
Republikeins project
Desondanks is de koudwatervrees van de Vlaamse politieke kaste de echte en enige oorzaak. De V-partijen laten het afweten, en een progressief-Vlaams alternatief is in de verste verte niet te bekennen. Terwijl de Schotse nationalisten de linkerzijde weten te charmeren en Labour met huid en haar opvreten, blaft Bart De Wever hier op alles wat links en groen is. Daarmee kweek je alleen zurigheid, geen breed gedragen republikeins élan.
Wij moeten België niet hervormen, wij moeten een Vlaamse natie in de steigers zetten die in geen enkel opzicht op België gelijkt: een efficiënte sociaaldemocratie, identitair zelfbewust, groenminnend en gericht op levenskwaliteit. Waar bijvoorbeeld de treinen wél op tijd rijden, de helft van de steden niét bestaat uit anderstalige migrantenghetto’s, maar waar ook werklozen niet worden gedumpt aan het OCMW. Waar de energie- en bankensector niet door een buitenlandse mogendheid worden gecontroleerd. En last but not least, waar iedereen een simpele belastingbrief in de bus krijgt.
Zolang de Vlamingen geen uitzicht krijgen op dat republikeins project, zullen ze terecht het communautaire gehakketak afwijzen. En zal professor Swyngedouw kunnen bewijzen wat diende bewezen te worden: de Vlaming wordt weer een goede Belg. Overleven en plantrekken, het zit in onze genen.
Johan Sanctorum is filosoof, publicist, blogger en Doorbraak-columnist.
Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.
Antwerpen installeert met Europees geld AI-camera’s in de Joodse wijk. Een experiment dat een paar vragen oproept.
Didier Reynders wordt ervan verdacht dat hij geld heeft witgewassen door op de loterij te spelen.