1979: de opkomst van Margaret Thatcher (3)
De ondergang van de vakbonden in het Verenigd Koninkrijk - deel III
Margaret Thatcher evolueerde van ‘big spender’ naar ‘believer in the free market’.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe Conservatieve Partij veranderde drastisch na de nipte nederlaag van Ted Heath in 1974. De almaar prominenter wordende vrouw in de nasleep van die verkiezingen verklaarde aan The Evening Standard: ‘I think it would be extremely difficult for a woman to make it to the top.’
Throwing money at them
Margaret Thatcher was niet zo’n bijzondere minister geweest in het kabinet Heath. Als minister van Onderwijs deed ze weinig of niets om de verdere afbraak van de bij conservatieve leden populaire Grammar Schools tegen te gaan. De filosoof Roger Scruton verwijt het haar nog altijd. Dat ze de schoolmelk afschafte in het lager onderwijs leverde haar de bijnaam ’the milk snatcher’ op. Nochtans schafte de regering van de populaire Labourpremier Harold Wilson in 1968 al de schoolmelk op de middelbare scholen af.
Thatcher, die later bekend zou staan omwille van haar sterke geloof in de vrije markt, gaf geen krimp toen premier Heath in 1972 zijn ‘u-turn’ nam en massaal geld begon te pompen in de economie door middel van subsidies aan de industrie, het verlaten van de stop op loonstijgingen of het verlaten van de harde lijn tegen de vakbonden. Thatcher deed vrolijk mee en publiceerde onder meer Education: a framework for expansion, een beleidsdocument dat ze later zelf omschreef als het hoogtepunt van wat de Britse overheid deed met onderwijsprobleem: ’throwing money at them’.
1974: een ‘Pauluservaring
Het keerpunt kwam in na de verkiezingsnederlaag van ’74. Keith Joseph kreeg van Edward Heath de toelating om het Centre for Policy Studies op te richten om de partij, nu ze in de oppositie zat, ideeën aan te leveren. Wat Heath niet besefte, was dat hij motor achter zijn eigen ondergang institutionaliseerde. Keith Joseph was er inmiddels van overtuigd geraakt dat alleen de vrije markt een uitweg zou bieden aan de economische malaise in het Verenigd Koninkrijk. Joseph was een typisch voorbeeld van een old school Tory: afkomstig uit een voorname familie, opgeleid in het prestigieuze Harrow (waar Churchill schoolliep) en later Oxford. Maar Joseph wilde armoede voor altijd ‘opheffen’ en was atypisch op dat moment voor de conservatieven ideologisch aangelegd. Net als Thatcher diende hij als minister onder Heath en was hij een ‘big spender’. Het verkiezingsjaar 1974 omschreef hij later als zijn Pauluservaring: ‘Dan werd ik bekeerd tot het conservatisme. Ik dacht altijd dat ik een conservatief was, maar nu weet ik dat ik dat helemaal niet was.’ Hiermee bedoelde hij dat een geloof in de vrije markt en het monetarisme in zijn ogen het rechte pad was. Joseph nodigde Thatcher uit om mee het Centre for Policy Studies uit te werken en het ‘ondenkbare te bedenken’. En hoewel Josephs gedrevenheid en ideeën hem al snel de bijnaam van ‘Mad Monk’ opleverde, werd hij de architect van wat later ‘Thatcherisme’ werd genoemd.
De kruideniersdochter wipt de zoon van een dienstmeisje
In oktober 1974 vond er terug een verkiezing plaats. De zittende premier Harold Wilson wilde zijn meerderheid uitbreiden en dacht te kunnen profiteren van het feit dat hij het conflict met de mijnwerkers had opgelost. Hij behaalde een nipte overwinning met slechts drie zetels op overschot. Edward Heath vocht plots voor zijn politieke overleven. Niemand gaf een cent om de kansen van Margaret Thatcher die vrij onverwacht wilde gaan voor het partijvoorzitterschap van de Tory’s. Keith Joseph was immers kansloos. Toen ze Heath inlichtte over haar kandidatuur keerde hij haar de rug toe, haalde zijn schouders op en zuchtte: ‘If you must’.
Op 11 februari 1975 werd de kruideniersdochter de nieuwe voorzitter van de Conservatives. Niet de eerste van eenvoudige afkomst, Edward Heath was immers de zoon van een dienstmeisje, maar wel de eerste vrouw. Een feit waar ze niets van maakte en alle vragen daarover wimpelde ze weg als ‘oninteressant’. Deze vrouw had wel een klaar beeld van waar ze voor stond: ‘Voor een vrije maatschappij met een eerlijk verdeelde macht onder de burgers en niet geconcentreerd in de handen van de staat. En de macht ondersteund door een wijdverbreid privébezit onder de burgers en de onderdanen en niet in de handen van de staat.’
Foto: (c) Reporters
Categorieën |
---|
Harry De Paepe bezit een grote passie voor geschiedenis en Engeland. Hij is de auteur van verschillende boeken.
De uitgesproken Britse politica Kemi Badenoch (44) groeide op in Nigeria en werd gisteren verkozen tot leider van de Conservatieve Partij.
De laatste Amerikapodcast voor de presidentsverkiezingen: over een eekhoorn, vuilnis en slechte grappen.