Woorden lijken vaak makkelijk te definiëren, tot je de proef op de som neemt. De term ‘recessie’ is daar een goed voorbeeld van. Op het eerste gezicht lijkt een definitie inderdaad voor de hand te liggen: een recessie is een periode van negatieve economische groei. Twee opeenvolgende kwartalen of langer, om precies te zijn. Tenzij ze te lang duurt. Dan hebben we te maken met een depressie. Bij nader inzien is het echter toch iets complexer. Er gebeurt namelijk van…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Woorden lijken vaak makkelijk te definiëren, tot je de proef op de som neemt. De term ‘recessie’ is daar een goed voorbeeld van. Op het eerste gezicht lijkt een definitie inderdaad voor de hand te liggen: een recessie is een periode van negatieve economische groei. Twee opeenvolgende kwartalen of langer, om precies te zijn. Tenzij ze te lang duurt. Dan hebben we te maken met een depressie.
Bij nader inzien is het echter toch iets complexer. Er gebeurt namelijk van alles met een economie tijdens een (echte) recessie, waardoor ze weer klaar is voor een expansie, fris als een hoentje. Daar waar ze een aantal maanden of jaren eerder nog oververhit was en afgeremd moest worden.
Echte recessie?
Het doet een beetje denken aan de onsterfelijke kwal (Turritopsis dohrnii): haar levenscyclus eindigt eveneens met een complex proces waarbij ze terugkeert naar een vroegere, frisse levensfase. Klaar voor een nieuw leven.
Zo bekeken is het nog maar de vraag of de pandemierecessie wel als een echte recessie beschouwd zal kunnen gelden. In het bijzonder in de Verenigde Staten heeft het er namelijk alle schijn van dat het land binnen de kortste keren gaat aanknopen met de economische trends van voor de pandemie, met alle gevolgen van dien.
Nieuwe cyclus of extensie van de oude?
Dit is nu al het geval met de uurlonen (zie ook deze grafiek) en ‘job openings’. Ook de werkloosheid is al sterk gedaald en zal volgens The Economist binnen de kortste keren weer onder de vier procent duiken. Zoals aan het eind van een lange economische expansie.
Ook de beurs doet natuurlijk alsof de zogenaamde recessie er eigenlijk geen was, maar veeleer een korte en heftige maar verder onbetekenende onderbreking van de post-2009 groei en bull markt. Zoals de Aziatische crisis van 1997 dat was voor de lange post-1991 boom.
Naar een inflatie van 7 procent?
De enorme prijsstijgingen die bedrijven momenteel ondervinden (PPI, 8% in maart, jaar op jaar) tonen precies hetzelfde beeld: de enorme piek die in de maak is doet meer denken aan het einde van een economische expansie dan aan het begin van een nieuwe.
De prijsinflatie voor consumenten (CPI) gaat de PPI gewoontegetrouw volgen, samen met de langetermijnrente. De bank Nordea voorziet een inflatiepiek van maar liefst zeven procent. Iets wat de beursbubbel (of ‘alles’) niet zou overleven. Veel managers van beursfondsen geloven dat zelfs een rente (op tien jaar) van twee procent al problematisch gaat zijn. Zoals het er nu naar uitziet kan ze echter makkelijk naar vijf procent spurten.
Hoe reageert de centrale bank?
Gaat de centrale bank de economie, omwille van die dreigende, ontsporende inflatie en langetermijnrente drastisch afremmen (en meteen ook een beurscrash uitlokken)? Nog voor ze goed en wel aan haar langverwachte post-pandemie boom begonnen is? En nadat de pandemie al handenvol geld gekost heeft? Terwijl niemand zin heeft in nog meer (economisch) leed en de economie nu al verzuipt in de schulden.
Of gaat ze veeleer de beurs en de economie beschermen door de langetermijnrente onder de knoet te houden (‘yield curve control’)? Zoals ze ook in de jaren veertig van de vorige eeuw deed (en zoals Japan al een poosje doet). Of liever: nog meer onder de knoet houden dan ze nu al doet via QE ofte ‘quantitative easing’ (ook daarin was Japan trouwens een voorloper).
Het begin van een nieuwe trend?
Velen geloven dat ze dit laatste gaat doen. Uiteindelijk gaat het hier toch maar om een tijdelijke opflakkering van de inflatie, eigen aan het heropstarten van een economie na een disruptieve gebeurtenis (de vraag komt sneller terug dan het aanbod). En we staan sowieso pas aan het begin van een nieuwe economische expansie en bijhorende, minimale inflatiedruk. Toch?
et zou allemaal een vreselijke misrekening kunnen zijn. De lage inflatieverwachtingen die, sedert 1980, steeds steviger verankerd werden in de geesten van consumenten, werknemers en werkgevers zouden ‘unhinged’ kunnen raken, zoals men dat zo mooi uitdrukt in het Engels. Zoals eind de jaren zestig van de vorige eeuw gebeurde (pikant detail: de ambitieuze plannen van president Biden worden vergeleken met de Great Society van president Johnson). En we weten allemaal wat daarop volgde.
‘Regimeverandering’
De Amerikaanse econoom Larry Summer is er alvast niet gerust in. Bank of America had het recent over een ‘regimeverandering’ en raadt daarom investeringen in ‘real assets’ aan, die bescherming bieden tegen inflatie. Zoals goud of kunst. Financiële activa zouden het daarentegen niet goed doen, dit decennium.
Een groot voordeel van hoge inflatie is natuurlijk wel dat ze schulden doet wegsmelten als sneeuw voor de zon. Vandaar dat de bekroonde economist Paul Kasriel eveneens een trend van hogere inflatie voorspelt (zie, voor een andere analyse, het recente boek van Charles Goodhart en Manoj Pradhan). Interessant is ook dat een peperdure beurs al twee keer historisch supergoedkoop werd na een periode van hoge inflatie (en dito aandelenkoersen): in 1921 en in 1982. Nil novi sub sole?
Pandemie als katalysatorCPI, PPI
Opgesloten als we zitten in ons hic et nunc, focussen we op de directe impact van de pandemie. Vanuit een historisch perspectief zal ze echter waarschijnlijk veeleer als een katalysator gezien worden van een aantal historische trends. Zoals de opkomst van China, telewerk en e-commerce. En, wie weet, misschien ook van een transitie van een beursvriendelijk, desinflatoir klimaat naar een meer inflatoir financieel regime.