Net geen 37.000 mensen vroegen vorig jaar asiel aan in ons land, een zeer forse stijging tegenover 2021. Daarnaast kregen nog eens 63.000 Oekraïense oorlogsvluchtelingen ook tijdelijke bescherming. Staatssecretaris voor Asiel & Migratie Nicole de Moor (CD&V) verwacht dat de migratiedruk op Europa en op ons land ook dit jaar bijzonder hoog zal blijven. Ze wil de komende weken dan ook een pakket nieuwe maatregelen op tafel leggen om het migratiebeleid te hervormen. Met 37.000 asielaanvragen bleven we vorig jaar…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Net geen 37.000 mensen vroegen vorig jaar asiel aan in ons land, een zeer forse stijging tegenover 2021. Daarnaast kregen nog eens 63.000 Oekraïense oorlogsvluchtelingen ook tijdelijke bescherming. Staatssecretaris voor Asiel & Migratie Nicole de Moor (CD&V) verwacht dat de migratiedruk op Europa en op ons land ook dit jaar bijzonder hoog zal blijven. Ze wil de komende weken dan ook een pakket nieuwe maatregelen op tafel leggen om het migratiebeleid te hervormen.
Met 37.000 asielaanvragen bleven we vorig jaar nog onder het absolute record van 2015, maar in vergelijking met 2021 gaat het wel om een stijging met zomaar eventjes 42 procent. Ons land staat bovendien niet alleen met die toename: ook in de rest van de EU gaan de cijfers al een hele tijd in stijgende lijn.
Opvallend is wel dat ruim 14.000 mensen die vorig jaar bescherming zochten in ons land – bijna veertig procent van het totale aantal aanvragen – eerder ook al elders in de EU geregistreerd werden. Met andere woorden: het Dublin-systeem – dat asielzoekers verplicht om een asielaanvraag in te dienen in het eerste EU-land waar ze zich registreren – loopt behoorlijk mank. ‘België is duidelijk een bestemmingsland’, concludeert Dirk Van den Bulck, topman van de Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en staatlozen. ‘Dat heeft zowel te maken met de aantrekkingskracht van ons land zelf als met de internationale migratiestromen en de netwerken die daar een rol in spelen.’
Mannen en niet-begeleide minderjarigen
Bekijken we de cijfers even in detail, dan blijken Afghanistan, Syrië, Palestina, Burundi en Eritrea de voornaamste herkomstlanden. In de top tien duiken onder meer ook nog Georgië en Moldavië op, twee landen die nochtans niet meteen bekend staan omwille van hun zeer repressieve regime. Ook Burundi is een ietwat vreemde eend in de bijt: in de bredere Europese asielstatistieken staat dat land maar op de dertigste plaats, in ons land zitten Burundezen dus in de top vijf van de landen van herkomst.
Volgens staatssecretaris de Moor ligt dat voornamelijk aan het feit dat Burundezen tot voor kort visumvrij naar Servië konden reizen, vanwaar ze dan illegaal de EU binnenkwamen en massaal naar België trokken. Al even opvallend: 43 procent van de asielzoekers in ons land zijn alleenstaande mannen, en 15 procent zijn niet-begeleide minderjarigen. Gezinnen daarentegen maken maar 40 procent uit van het totale aantal. Omwille van de sterk gestegen werkdruk kon het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en staatlozen vorig jaar finaal maar 25.000 dossiers behandelen. In 43% van de gevallen volgde er ook een positieve beslissing.
Misbruik gezinshereniging
Voor staatssecretaris de Moor is de conclusie duidelijk: zonder structurele hervormingen zijn het Belgische én het Europese asielsysteem niet langer bestand tegen de oplopende migratiedruk. Ze maakt zich sterk dat het veelbesproken migratiewetboek – ook al een uitgesproken ambitie van gewezen staatssecretaris Theo Francken (N-VA) – tegen het einde van deze legislatuur eindelijk klaar zal zijn. Daarnaast wil ze uiterlijk volgende maand ook al een aantal concrete nieuwe maatregelen op de regeringstafel leggen.
‘Het kanaal van de gezinshereniging kent nog te veel misbruik’, klinkt het. ‘We stellen vast dat mensen hier nog te vaak asiel krijgen op basis van een zuiver papieren band met kinderen, terwijl ze voor hen in werkelijkheid helemaal geen zorg dragen. Daar willen we paal en perk aan stellen. Daarnaast moet het terugkeerbeleid voor mensen van wie de aanvraag geweigerd is ook veel aanklampender. In praktijk duiken zij hier te vaak onder en verdwijnen ze in de illegaliteit nadat hun asielaanvraag geweigerd werd.’
Terugkeercijfers
Dat het zo niet verder kan, blijkt ook uit de cijfers die Fedasil – de dienst die verantwoordelijk is voor de opvang van asielzoekers – gisteren bekendmaakte. Het aantal opvangplaatsen steeg vorig jaar tot een totaal van 33.500, ruim vierduizend meer dan in 2021. Daarnaast rekruteerde Fedasil in 2022 ruim achthonderd nieuwe medewerkers, waardoor het total aantal werknemers intussen al oploopt tot 2700 mensen aan de slag.
Op één belangrijke vraag kon of wilde Nicole de Moor gisteren geen antwoord geven: hoe zit het intussen met de terugkeercijfers van afgewezen asielzoekers? ‘Die zitten, nadat de reisbeperkingen twee jaar lang roet in het eten gooiden, opnieuw op pre-coronaniveau’, klonk het ietwat vaag. ‘We stellen ook vast dat de cijfers zowel voor vrijwillige als gedwongen terugkeer stilaan de hoogte ingaan, maar exacte aantallen kunnen we nu nog niet meegeven.’