JavaScript is required for this website to work.
Europa

Arbeidsmigratie: goed idee?

Lusten en lasten van arbeidsmigratie asymmetrisch verdeeld

Luc Nijs11/5/2022Leestijd 4 minuten
Arbeidsmigratie werkt alleen aan de absolute bovenkant van de arbeidsmarkt:
zeker niet aan de onderkant.

Arbeidsmigratie werkt alleen aan de absolute bovenkant van de arbeidsmarkt: zeker niet aan de onderkant.

foto © Belga

De EU stelt gecontroleerde arbeidsmigratie voor als een beter alternatief voor het huidige migratiebeleid. Strookt dit wel met de realiteit?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

We kennen de context ondertussen: we leven in een continent waar de buitengrenzen al bij al wagenwijd openstaan. Een continent waar dat allemaal OK is op basis van een door een ander gefabriceerde definitie van deugdzaamheid. En waar er ngo-scheepjes ronddobberen buiten de EU-grenzen om ze ergens halverwege de Middellandse zee op te pikken en ze in nog groteren getale aan land te brengen.

Regels tellen op dit continent nog met moeite. En recht op het volledige welvaartspakket is gegarandeerd, want daar gaan we met 126% staatsschuld en een agressieve dictator ten oosten van ons toch niet over leuteren. Maar goed, als onderdeel van de re-militarisering van Europa, waarvan de EU blijkbaar de civiele blauwdruk is, besefte de Europese Commissie dat er misschien toch iets moet veranderen. Dus kwam er een plan: niet zomaar iedereen mag binnen, maar gecontroleerde arbeidsmigratie, dat moet wel kunnen. En dus lanceerde ze een tweetal weken geleden het project Legal migration: Attracting Skills and Talent to the EU.

Goed idee, zou je denken. We hebben meer werk dan mensen die willen werken, we hebben mensen die kunnen werken, maar dat niet nodig vinden. En we hebben een bepaalde structurele werkloosheidsfrictie die zelfs kenmerkend is voor de meest uitbundige en goed-functionerende arbeidsmarkt. Niet dat we veel last hebben van dat laatste, overigens.

Beperk arbeidsmigratie

Afgelopen zaterdag werd dat goednieuws-verhaal van tafel geveegd in het halfjaarlijkse rapport van de Nederlandse Arbeidsinspectie. Het is een bericht dat trouwens in België goed onder de pet werd gehouden, want het strookte nu eenmaal niet met het gezaghebbende officiële discours ter zake.

De Nederlandse Arbeidsinspectie fileerde haarfijn waar het echte probleem met arbeidsmigratie zit. Even voor de goede orde: we hebben het niet over Harvard- of MIT-opgeleide geneeskundige specialisten of ingenieurs die we naar Europa willen halen. Waarom zouden die mensen überhaupt willen komen? Er zijn zoveel betere plekken waar je minstens even interessant werk kan doen, je niet fiscaal platgedrukt wordt, en niet met de nek wordt aangekeken omdat je wat van je leven probeert te maken.

Nee, als de EU het heeft over skills dan denken ze blijkbaar aan al die baantjes die om een brede waaier aan redenen nu niet ingevuld raken. En dus kijken ze vooral richting Noord-Afrika (Tunesië, Marokko, en Egypte) voor arbeidspotentieel. We hebben het dus duidelijk niet over de bovenkant van de arbeidsmarkt. En daar zit dus ook het probleem.

Asymmetrische verdeling van lasten en lusten

De grootste bezorgdheid van de Arbeidsinspectie is dat arbeidsmigratie aan de onderzijde van de arbeidsmarkt leidt tot een asymmetrische verdeling van de lasten en de lusten van arbeidsmigratie. De lusten zijn voor de werkgever, maar alle bijhorende en vertraagde kosten (inclusief alle faciliteiten en benodigde kosten om die mensen hier een start te gunnen, inburgering, taalcursussen en gereduceerde sociale bijdragen) worden afgewenteld op de maatschappij en het sociale vangnet. Dat geldt ook voor de familie die de arbeidsmigrant meebrengt en waarvan de leden vaak niet zelfstandig arbeidstechnisch actief zijn.

Vallen ze nadien ergens uit een baan, omdat die al dan niet seizoensgebonden was, dan zijn ook die kosten voor de maatschappij. Verder heeft arbeidsmigratie ook een sterke invloed op allerlei eraan gelieerde problemen zoals krapte op de woningmarkt, ongelijkheid, CO2, stikstof en watergebruik. Die problemen worden groter als de bevolkingsomvang toeneemt zonder dat de toegevoegde waarde meegroeit. En dat is aan de onderkant van de arbeidsmarkt zeker niet het geval.

Arbeidsmigratie beperken

De (para)fiscale bijdragen van dat deel van de arbeidsmarkt zijn ook structureel deficitair in verhouding tot de voordelen en gegarandeerde uitkeringen die er later tegenover staan (vervangingsinkomsten). Dit leidt dan tot een groei aan ongedekte verplichtingen. Netto in de balans is de asymmetrie te groot om als een (zelfs maar matig) succes te kunnen worden weggezet. Dus adviseert de Arbeidsinspectie om de arbeidsmigratie te beperken.

Vele van de nadelen komen de arbeidsmigrant uiteindelijk ook niet ten goede: miserabele woonsituatie, matige gezondheid en generationele ongelijkheid die wordt doorgegeven, alsook uitbuiting door uitzendbureaus, enzovoorts. De Arbeidsinspectie concludeerde ook nog dat ‘het ruime aanbod van goedkoop buitenlands personeel maakt dat er zwakke prikkels bestaan om bedrijfsprocessen te innoveren of arbeidsvoorwaarden te verbeteren.’

Kleine anekdote over arbeidsmigratie

Ik weet, het is maar anekdotisch en daarom niet noodzakelijk structureel maatgevend, tenzij de essentie van het verhaal al dan niet toevallig onderdeel is van het DNA van het onderliggende probleem. Ik ben lid van de beheerraad van de stedelijke bibliotheek waar ik woon maar niet al te veel verblijf. Ondanks mijn krappe agenda ben ik altijd bereid om bij (jonge) mensen de passie voor het lezen (of kennis) aan te wakkeren, of ze een duwtje te geven richting allerlei vormen van welbespraaktheid.

Als onderdeel van een langlopend evaluatieproces werd er door de bibliotheek een grote bevraging georganiseerd. Die zou deels ook plaatsvinden buiten de bibliotheek, om zo ook mensen te bevragen die niet in de bibliotheek komen. En zo kwam ondergetekende, als vrijwilliger op een willekeurige vrijdagavond, terecht in een stedelijk cultuurhuis. Dat huis had blijkbaar tot doel allochtonen met autochtonen in contact te brengen en ze de kans te geven hun Nederlands te oefenen. Allemaal niets mis mee.

Ik sprak die avond vijf personen: een Afghaan, drie mensen uit Palestina en eentje uit Eritrea. Ze waren hier allen om en bij drie jaar en spraken allen zelfs te weinig Nederlands om basisvragen te beantwoorden. Dat, ondanks de taalcursussen die ze gedurende hun hele verblijf reeds volgden.

Geen autonoom dragend vermogen

Buiten een man van middelbare leeftijd met acht kinderen die zich beklaagde over onze te kleine huizen, spreken we hier over een (jonge) twintiger. Zijn familie is thuisgebleven (in zijn geval kan je moeilijk van een politiek vluchteling spreken) en hij heeft de ambitie om hier te blijven. Ik hoef er geen tekening bij te maken: niet een van deze mensen zal binnen een, drie, vijf of tien jaar aan een baan komen, tenzij in een (ja, alweer) gesubsidieerde tussenmarkt. De eisen — ook in een productieomgeving — liggen tegenwoordig te hoog en de ambities te laag. De waterval aan sociale voordelen bij aankomst staan echte activering ook danig in de weg.

De goede oude inzichten komen terug bovendrijven: arbeidsmigratie werkt alleen aan de absolute bovenkant van de arbeidsmarkt. Die werkt zeker niet aan de onderkant, ondanks alle mogelijke goede bedoelingen en faciliteiten. Puur financieel en op lange termijn bekeken, hebben deze arbeidsmigranten verder geen autonoom dragend vermogen. Zelfs als ze delen van hun verblijf hier tewerkgesteld zijn of waren. En de overheid dient altijd en vaak aanzienlijk bij te passen. De succesvolle arbeidsmigrant: het is hem of haar gegund, maar het blijft de absolute uitzondering.

Luc Nijs is de bestuursvoorzitter en CEO van investeringsmaatschappij The Talitha Group en doceerde o.a. ‘Internationale kapitaalmarkten’ en ‘Bedrijfsfinanciering en -waardering’ aan de universiteiten van Leiden, Riga en Madrid. Hij is de auteur van een reeks boeken inzake internationale financiën, kapitaalmarkten, schaduwbankieren en aanverwante onderwerpen.

Commentaren en reacties