JavaScript is required for this website to work.

Het boek als fetisj – Joseph Kessel in La Pléiade

Koen Dillen7/7/2020Leestijd 4 minuten
Joseph Kessel

Joseph Kessel

foto © Belga

Gallimard publiceerde het verzameld werk van Joseph Kessel in haar prestigieuze Pléiadereeks. Een lacune is hiermee opgevuld.

In zijn Chroniques d’une société liquide,  de Franse vertaling van een reeks essays die hij in de loop der jaren in het Italiaanse weekblad L’Espresso publiceerde, wijdt Umberto Eco een aantal mooie bladzijden aan zijn bibliofiele passie voor boeken. Bibliofilie, zegt Eco, is de liefde voor boeken an sich, maar niet noodzakelijk voor hun inhoud. Het boek als fetisj. Het boek als object. Sommige mensen verzamelen oude wijnen, zonder ze te drinken. Anderen doen dat met boeken. Wie een boek wil lezen kan naar de bibliotheek om het er te lenen. Maar de echte bibliofiel wil het boek hebben, wil het kunnen aanraken, genieten van de geur van het leer, als het een ingebonden exemplaar betreft.

Een incunabel van anderhalf miljard lire

De jarenlange hoogleraar semiotiek aan de Universiteit van Bologna, die schatrijk werd met zijn wereldbestseller De naam van de roos, geeft het voorbeeld van een veiling met een incunabel van Dante’s Goddelijke Comedie in de aanbieding. Een incunabel of wiegendruk is een uitgave uit de vijftiende eeuw, dus van ongeveer maximaal 50 jaar na het ontstaan van de boekdrukkunst. Uiterst zeldzaam. Een miljardair heeft voor La Divina Commedia op die veiling anderhalf miljard lire neergeteld. Enkel voor een exemplaar van de Gutenbergbijbel schoof een verzamelaar meer geld over de toonbank.

Maar je kan ook voor veel minder geld een bibliofiele verzameling aanleggen, schrijft Eco. Jonge lezers raadde hij aan wat minder pizza te eten en dat geld voor boeken te gebruiken. Zelf was Eco naar eigen zeggen zeer gehecht aan een vergeelde Philosophie au Moyen Age van  Etienne Gilson uit zijn studententijd, vol aantekeningen en waarvan de pagina’s uit elkaar vielen, maar die hij voor geen geld wilde ruilen voor een nieuw exemplaar. Enkele het zijne deed hem terugdenken aan zijn jaren aan de universiteit. Eco geeft nog het voorbeeld van een van zijn studenten die oude toerismegidsen verzamelde en daaruit een doctoraat distilleerde over hoe de menselijk blik op een stad mettertijd kan veranderen.

Apostrophes

De auteur van De slinger van Foucault, die in 2016 overleed, had thuis zelf een persoonlijke bibliotheek met meer dan 30.000 boeken. Iedereen die van boeken houdt en er meer koopt dan hij leest, kent het fetisjisme dat Umberto Eco beschrijft. Die opgewondenheid als men een uitgeput exemplaar ergens antiquarisch op de kop kan tikken. Die bezorgdheid om een mooi uitgegeven biografie niet te beschadigen. Het wervend effect van een collectie waarvan je het betreurt als ze niet volledig is en die je kost wat kost wil aanvullen.

Ik moest hieraan denken toen ik onlangs een interview van wijlen Michel Tournier met Bernard Pivot, de Franse presentator van het legendarische literaire televisieprogramma Apostrophes, herbekeek. Apostrophes was een cultureel Frans instituut in de jaren 70 en 80 en werd nadien nooit meer geëvenaard. Het trok elke vrijdag miljoenen kijkers. Tournier, die ontelbare lezers wist te bekoren met Le roi des Aulnes  en Vendredi ou les limbes du Pacifique antwoordde, toen Pivot het hem vroeg of hij niet droomde van La Pléiade, dat enkel de pocketuitgaven van zijn romans voor hem belangrijk waren. ‘Want daarvan weet ik tenminste dat ze gelezen worden.’

Le Pléiade interesseerde hem minder, klonk het vals bescheiden, toen Pivot hem schalks polste of zijn opname in die galerij der groten geen bekroning zou betekenen. Tournier had pretoogjes. Natuurlijk droomt elke Franse schrijver daarvan. Maar bij leven was dat slechts aan enkelingen gegund, aan Jean d’Ormesson bijvoorbeeld, enkele jaren geleden. Michel Tournier heeft uiteindelijk moeten wachten tot na zijn dood.

Bijna vierduizend pagina’s

De boutade van Michel Tournier is grotendeels waar. Wie liefhebber is van de Franse literatuur kent ongetwijfeld de luxe-edities van La Pléiade die uitgeveriGallimard al decennia uitgeeft en waarin enkel de meest prestigieuze auteurs een plaats krijgen. In leer ingebonden en op bijbelpapier. Met vaak meer dan 1500 bladzijden per deel. Duur natuurlijk, maar niet zo duur als het lijkt. 140 euro voor de Simenon-uitgave bijvoorbeeld is veel geld, maar daar krijg je wel meteen 21 romans voor. Koop die eens afzonderlijk als pocket, dan ben je meer kwijt. De Engelsen hebben hun betaalbare luxeversie van grote auteurs met Everymans Library, maar die kan nog niet tippen aan La Pléiade.

Ik heb mij pijn gedaan, maar moest ze hebben, de twee volumineuze delen met het verzameld werk van Joseph Kessel die pas verschenen zijn in de Pléiade. Zij die klassiekers als L’armée des ombres met Lino Ventura of Belle de jour met Catherine Deneuve gezien hebben, zullen Kessel wel kennen. Dat zijn verfilmingen van twee van zijn bekendste romans. Kessel die Russische roots had, was ook oorlogsreporter en auteur, samen met zijn neef Maurice Druon, van het bekende verzetslied Le chant des partisans. Gallimard heeft een wijze beslissing genomen door het oeuvre van Kessel, na dat van Romain Gary en Blaise Cendrars, op te nemen in haar praalreeks.

Le Lion

Kessel verdient dat. Hij is een groot auteur. Luc Rasson had het hier op Doorbraak in zijn historische bespreking van For whom the bell tolls van Ernest Hemingway onlangs over de nieuwe perceptie die je van een roman kan krijgen als je hem na vele jaren herleest. Kessel bereisde de wereld en het materiaal van zijn choses vues, zoals Victor Hugo de essentie van belangrijke journalistiek definieerde, gebruikte hij in zijn romans. Dat is de kern van het ‘systeem Kessel’, schrijft Gallimard op haar website in de introductie bij de auteur.

Bijna 40 jaar geleden las ik Le Lion, Kessels ‘Keniaanse’ roman over de directeur van een wildpark en zijn dochtertje. Ik ga u de intrige niet vertellen. In mijn herinnering is het de mooiste intrige ter wereld. In mijn herinnering is Le Lion de mooiste roman, of toch de ontroerendste, die ik ooit gelezen heb. Samen met L’or van Blaise Cendrars misschien. Geen literatuur die de wereld verandert. Geen Céline. Geen Proust. Geen Joyce. Maar simpelweg uniek. Ik ga Luc Rassons raad volgen en Le Lion herlezen. Misschien krijg ik een andere indruk. Maar in de Pléiade deze keer. Doet dat ertoe? Natuurlijk doet dat ertoe. Gun de lezer toch ook wat snobisme. En haast u naar de boekhandel. Tot 31 december geldt een promotieprijs van 135 euro voor Kessel. En als u ze niet leest blijven deze twee delen een prachtige eyecatcher in uw bibliotheek.

Koen Dillen (1964), studeerde in 1987 af als vertaler Frans-Duits en heeft een passie voor Frankrijk. Hij schreef onder pseudoniem opgemerkte biografieën over Nicolas Sarkozy en François Mitterrand en publiceerde, in samenwerking met Frank Vanhecke, Al bij al heb ik gelukkig geleefd', het levensverhaal van wijlen Marie-Rose Morel.

Commentaren en reacties