JavaScript is required for this website to work.
post

Broken Flemish

22/8/2011Leestijd 3 minuten

In zijn tweewekelijkse column voor De Morgen klaagt Doorbraak-medewerker Jean-Pierre Rondas aan dat Vlaamse politici hun taal te veel laten contamineren door Franse begrippen en gallicismen. En niet alleen hun taal, trouwens …

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

 

 

 

De allereerste toegeving kwam van Bart de Wever, een dik jaar geleden. Het was een gebaar van goede wil: de onderhandelingstaal zou Frans zijn, niet Nederlands. Men had ieder zijn eigen taal kunnen laten spreken, of men had tolken kunnen inhuren, maar neen: die Walen hoeven ook niet elke dag met hun gebroken Nederlands geconfronteerd te worden. We laten ze in de illusie dat ze in een Franstalige staat leven. Het gevolg is dat de Vlamingen als pas aan de meet gearriveerde Flandriens gebroken Frans zitten te hakkelen. Dat taaltje komt dan later weer in hun eigenste Nederlands terug. Het wordt gebroken Vlaams. Hier wordt het interessant. Hun taal raakt vol van contaminaties. Het politieke gallicisme als de ultieme Belgische kruisbestuiving.

 

Neem nu enerzijds de naïeve Vande Lanotte. Na de mislukking van zijn informatie-opdracht kwam hij de Gentse studenten vertellen dat zijn honderd dagen hem toch iets hadden geleerd, namelijk dat de Vlamingen “zich een gedacht gingen moeten maken over Brussel”. Ik verbaasde me over deze idiomatische uitdrukking. Wat voor ‘gedacht’? Tijdens interviews de dagen nadien kwam de aap uit de mouw: de Vlamingen zouden de Vlaamse Gemeenschap in Brussel moeten opgeven (ondertussen is dat de partijlijn van de sp.a geworden). Toen besefte ik dat “zich een gedacht maken van” de Oostendse vertaling moest zijn van de Franse uitdrukking die hij tijdens de eindeloze besprekingen moet geleerd en ingeslikt hebben: “faire son deuil de quelque chose”. Deze zegswijze wordt in de Franstalige editorialen gebruikt als de commentatoren treiterig duidelijk willen maken dat de Vlamingen hun ‘fantasmagorische’ eisen over Brussel maar beter op hun buik kunnen schrijven. ‘Zeg maar dag met het handje’, vertaalt van Dale. Maar zoiets Hollands krijgt deze Oostendenaar niet uit zijn strot. Maakterumaareengedachtvan, dat verstaan studenten in Gent. Vergètet, zeggen ze hier in Antwerpen.

 

Neem nu anderzijds de nog naïevere Beke. Die had er zich over beklaagd dat Di Rupo een heleboel ballast had toegevoegd aan zijn compromisteksten. “Door die stenen op de kruiwagen te laden is die te zwaar en kan die niet meer bollen. Onze vraag is: haal die ballast weg”, zei Beke in die cruciale week voorafgaand aan de recentste bocht van CD&V. Eigenaardig. Ooit een kruiwagen ballast zien vervoeren? Natuurlijk niet. Alleen schepen en luchtballonnen vervoeren ballast. Het schip krijgt ballast mee om het te stabiliseren vooraleer de echte vracht wordt geladen. Nadien wordt die ballast weer afgeladen. De luchtballon krijgt ballast mee om te lozen als hij hoger wil stijgen. Maar Beke gebruikte het woord ballast in de betekenis van gewoon een nutteloze, domme last. Daarmee had hij echter de fijnere betekenis van de Franse uitdrukking ‘lâcher du lest’ (die hij tijdens de eindeloze onderhandelingen tot de zijne had gemaakt) niet echt begrepen. ‘Lest’ komt inderdaad van het Nederlandse (bal)last; maar de courante betekenis van ‘lâcher du lest’ is ‘concessies doen, iets toegeven in onderhandelingen’. En dat ‘iets’ is er vooraf opzettelijk aan toegevoegd, puur om er nadien ui te kunnen kieperen – als toegeving, net zoals de ballast bij schepen en luchtballonnen. Dat had de naïeve Beke niet door, taalkundig niet, maar zeker politiek-strategisch niet.

 

Waarom begon Beke zelf over die ballast, terwijl niemand hem iets gevraagd had? Het ging over de tweetalige kieslijsten en het taalgebruik in Brussel, het minderhedenverdrag, en de federale kieskring. Daar zijn dingen bij, zoals die federale kieskring, die Di Rupo zelf niet wil, maar die hij toch op de kruiwagen had geladen. Beke trapte in de val. Di Rupo leverde Beke de drogreden om N-VA te laten schieten. Beke hapte toe. Zijn uitleg achteraf verdient het om de geschiedenisboeken te halen. Hij had, zo vertelde hij op de radio, van Di Rupo de verzekering gekregen dat de vier ballastpunten zouden geëvacueerd worden. Wat had Di Rupo gezegd of geschreven? Ha, niets, maar Beke had “aangevoeld dat Di Rupo aangaf” dat voor die vier punten geen meerderheden zouden gevonden worden. Aangevoeld dat hij aangaf! Deze uitdrukking verdient het om opgenomen te worden in het woordenboek der ongebroken torfse tsjeventaal.

 

Sindsdien hebben we Beke niet meer gehoord, want geen enkele van de voorwaarden die hij had gesteld om de onderhandelingen opnieuw op te starten is vervuld. Geen enkele. De voorzitter van CD&V is een Beke bedrogen. Omdat in België alleen het gebroken woord telt. 

undefined

Commentaren en reacties