JavaScript is required for this website to work.
Communautair

Ceci n’est pas un pays!

Jules Gheude20/12/2018Leestijd 3 minuten
Didier Reynders & Elio Di Rupo.

Didier Reynders & Elio Di Rupo.

foto © Reporters / GYS

Hoe lang lopen de lopende zaken? En wat komt daarna? …als ze niet voor eeuwig zijn of tot het einde van het land.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Michel II gaat voor enkele maanden in lopende zaken: niets om veel lawaai over te maken! Toen Alexander De Croo in 2010 besliste om de stekker uit Leterme II te trekken, ging die 541 dagen door in lopende zaken en sommigen lieten daarbij opmerken dat het nog zo kwaad niet was. Vergeten we niet dat we in het land van Magritte leven, ceci n’est pas un pays, en conform artikel 1 van haar statuten wil de N-VA het laten verdwijnen, en stelt ze de komst van een Vlaamse Republiek in het vooruitzicht.

Voor wanneer? Bart De Wever heeft gekozen voor een strategie van geleidelijkheid. Om België het vel af te stropen ten voordele van Vlaanderen en Wallonië, gaat dat met eerst nog een voorlaatste stapje – het confederalisme. Dan zou België vanzelf verdwijnen. Ik hoop dat het in 2025 zover is, liet Vlaams minister Liesbeth Homans weten.

Bij haar toetreding tot de ‘Zweedse’ coalitie had N-VA ermee ingestemd om voor de tijd van de legislatuur de communautaire dossiers in de koelkast te stoppen. Maar zoals men weet is in België elk dossier communautair: de vluchten over Brussel, de bouw van een nationaal stadion, de manier waarop het politieke asiel wordt aangepakt enzovoort. Over dat laatste punt viel de regering trouwens toen de N-VA zich verzette tegen het UN-migratiepact.

De manier waarop Charles Michel zich weerde om de crisis te vermijden was, het moet worden gezegd, zielig. Waar haalde hij het vandaan dat hij met een omgewerkte en ultra-minoritaire coalitie kon doorgaan, en daarbij volop in verkiezingssfeer kon rekenen op de steun van de oppositie? Het schouwspel dat hij de 18de december te zien gaf, met zijn smekend uitgestrekte armen, was gewoonweg pathetisch.
Overleeft België deze crisis? Laurette Onkelinx liet al weten, en Paul Magnette bevestigde dat: ‘Wie in de PS een alliantie met de N-VA zou voorstellen, die gaat op zijn bek!’ Michel van zijn kant heeft al een oproep tot de Franstalige partijen gericht om het confederale plan af te stoppen.

Hoe ziet de jongste peiling eruit?

In Vlaanderen blijft N-VA de grootste met 28,3%. Volgen dan CD&V (18,7), Open VLD (17,5), Groen (16), SP.A (9,2), Vlaams Belang (7,6) en de PVDA (2,5). We zien dat het noorden overwegend naar rechts overhelt. In Wallonië domineert de PS met 25,4%, gevolgd door MR (19,9), Ecolo (19,7), PTB (14), CDH (10,4) en de Parti populaire (5,1). Het zuiden stemt overwegend links zoals we zien.

Dit bevestigt alleen de opmerking van Bart De Wever: Vlaanderen en Wallonië zijn twee democratieën. Het confederalisme dringt zich bijgevolg op, zodat elkeen de financiële verantwoordelijkheid draagt voor zijn eigen politieke keuzes. Die redenering valt te begrijpen als we kennis nemen van de jongste cijfers (2016) van Eurostat, aangaande het bruto binnenlands product van de regio’s binnen de EU. We zien dan inderdaad dat Vlaanderen uitkomt op een cijfer van 120, met als vergelijkingspunt een index van 100. Enkel de provincie Limburg met 97 blijft daaronder.

Voor Wallonië daarentegen blijft de situatie zorgwekkend met een cijfer van 85. Alleen Waals Brabant, dat profiteert van het economisch dynamisme van het Brusselse gewest, stijgt met 133 boven het Europese gemiddelde uit. De provincies Luik, Namen, Henegouwen en Luxemburg komen respectievelijk uit op 85, 81, 76 en 75. Tot vandaag heeft Wallonië mogen rekenen op financiële transfers vanuit Vlaanderen, ten belope van zowat 7 miljard jaarlijks, maar we weten dat die geleidelijk zullen uitdoven.*

De huidige MR-CDH-coalitie die in Wallonië nu anderhalf jaar zetelt, levert inspanningen om een beleid om te buigen dat er al bijna 35 jaar in bestond ruim boven zijn middelen te leven. Anderhalf jaar volstaat vanzelfsprekend niet om een situatie om te gooien. Maar een ding staat vast: als een Wallonië dat op eigen benen moet staan geregeerd zou worden door de ‘progressieve’ coalitie die Elio Di Rupo op het oog heeft, dan tart de budgettaire puree waarin het zou belanden elke verbeelding! En zo’n ontwikkeling zou de vorming van een federale regering onvermijdelijk bemoeilijken, zo niet onmogelijk maken.

Tot nog toe heeft men de francofone ‘demandeurs de rien’ tenslotte altijd zien toegeven. Hoe zal dat na de volgende verkiezingen gaan? Het confederalisme is niet enkel zaak van de N-VA, vergeten we dat niet. Die partij bestond niet eens toen de idee gelanceerd werd door Luc Van den Brande: ‘Mijn collega’s van de Vlaamse executieve, socialisten incluis, scharen zich achter mijn verklaringen over het confederalisme.’ En het Vlaamse Parlement stemde in 1999 hiermee in.

Hypociete CD&V

Met haar verzet tegen de N-VA vandaag, neemt de CD&V een nogal lamentabele houding aan. Het was toch één der hunnen, Yves Leterme, die het kartel in 2004 boven de doopvont hield. En laten we herhalen dat Wouter Beke in 2007 aan het Quebecse blad «Le Devoir» verklaarde: ‘Wij wensen een waarachtige confederatie, waarin elkeen zal kunnen handelen zoals het hem belieft. (…) Als de Franstaligen geen ballast willen uitgooien, zal ons geen andere keuze resten dan de onafhankelijkheid.’ De CD&V geeft vandaag dus blijk van een grote hypocrisie, die enkel kan uitgelegd worden doordat de partij zich verregaand heeft gedistantieerd van de N-VA.

De francofone verantwoordelijken zouden er in elk geval goed aan doen de woorden te overwegen van oud-minister en CD&V-er Stefaan De Clerck: ‘In Vlaanderen zijn er altijd twee sterke stromingen geweest, de christendemocratie en het democratische nationalisme. Samengenomen geven die gestalte aan een gevoel dat een zeer grote meerderheid in Vlaanderen deelt. Zij zijn complementair.’

België kon wel eens heel snel schaakmat staan!

_______________

* Een geflatteerde, minimale schatting: andere berekeningen geven het dubbele en meer aan. (nvdv)

vertaling Marc Vanfraechem

Jules Gheude (1946) is oud-medewerker en biograaf van François Perin. Hij publiceerde meerdere essays over de Belgische communautaire kwestie. In 2009 was hij voorzitter van de Staten-Generaal van Wallonië, een burgerinitiatief om de Waalse geesten van het post-Belgische tijdperk bewust te maken. Sinds 2010 bezielt hij de Gewif (Groupe d’Etudes pour la Wallonie intégrée à la France). Van 1982 tot 2011 was hij directeur aan Wallonie-Bruxelles International (WBI).

Commentaren en reacties