JavaScript is required for this website to work.
Zonder categorie

Toxisch leiderschap

ColumnJan Denys24/7/2024Leestijd 3 minuten

foto © Unsplash

De toegenomen aandacht voor toxisch leiderschap valt alleen maar toe te juichen. Maar aan de huidige ontwikkeling zijn ook gevaren verbonden.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De gelukkigste mensen in de wereld wonen vooral in West- en Noord-Europa. Van de tien gelukkigste landen zijn er acht in deze regio te vinden. In de top 20 gaat het om 14 landen (waaronder België). Tien landen maken zelfs deel uit van de EU, die deze dagen nochtans in de ogen van velen bijna niets goed kan doen. Niet slecht voor een bejaardentehuis, denk ik dan.

Van deze eerder positieve toestand  is in de media (mainstream of niet) niet veel te merken. Eerder heb ik al uitgelegd dat dit eigenlijk onze eigen schuld is. Blijkt dat we toch massaal liever de treurige berichtjes aanklikken. Dat geldt uiteraard ook voor de wereld van het werk. Ook daar zijn volop treurige berichten aan te klikken. 

De voorbije week was het opnieuw schrikken. Blijkt uit een onderzoek van Securex en de KULeuven dat één op tien (9,3%) werknemers last heeft van toxisch gedrag van een leidinggevende. Dat cijfer valt op het eerste gezicht mee want het betekent dat de overgrote meerderheid van de werknemers (90%) daar helemaal geen last van heeft. Maar die euforie is voorbarig want wat blijkt? Dit toxisch gedrag gaat in stijgende lijn. Nauwelijks twee jaar eerder was het maar 5,5%, een stijging van maar liefst 69%. Arbeiders hebben meer last van toxisch leiderschap dan bedienden (resp. 12,5% en 8%). Volgens de onderzoekers komt dit door de grotere verspreiding van telewerk bij de bedienden. 

Ik geef toe, ik knipperde even met de ogen toen ik het bericht las. De voorbije jaren is toxisch leiderschap bijna niet uit de actualiteit geweest. Vooral in de wereld van de sport, media en cultuur kwamen systematisch gevallen in de media: Bart De Pauw (media) Jan Fabre (theater), Anna Teresa De Keersmaeker (dans), Gert Vande Broek (volleybal), Marjorie Heuls en Yves Kiefer (turnen) …

Opvallend is dat het aantal gevallen uit de harde privésector veel beperkter is. Ik kan me enkel Steve Van den Kerkhof (Plopsaland) herinneren. Enigszins vervelend voor degenen die toxisch leiderschap verbinden met de uitwassen van het neoliberalisme waar winsten boven mensen worden geplaatst. De meest recente mediacase komt trouwens uit de publieke sector : Jannie Haek (Nationale Loterij). Voor alle duidelijkheid… Het feit dat er tot nu veel minder zaken uit de privésector in de media terechtgekomen zijn is voor mij nog geen sluitend bewijs dat dit gedrag minder voorkomt in de privésector. Eén zaak is in elk geval duidelijk, toxisch leiderschap (of correcter de verdenking van toxisch leiderschap) is de afgelopen jaren niet uit de actualiteit geweest.

Maar uitgerekend in dergelijk klimaat zou toxisch leiderschap op de werkvloer snel toenemen? Ik zou net denken dat dit een (minstens tijdelijk) temperend effect heeft op dat toxisch gedrag. Dit lijkt mij de meest logische menselijke reactie. Ik zie de verklaring eerder in een toegenomen bewustzijn van de slachtoffers. De normen om een bepaald gedrag toxisch te noemen zijn op redelijk korte tijd sterk veranderd.

Een belangrijk onderdeel van toxisch gedrag is b.v. grensoverschrijdend gedrag. Ik zag recent een definitie passeren waarin elk gedrag dat de ander een onveilig gevoel geeft, grensoverschrijdend is. Dit betekent dat een boze, indringende blik of een stemverheffing in een bepaalde context al als grensoverschrijdend kan worden geïnterpreteerd.  Of nog straffer, er gewoon zijn kan al voldoende zijn want we hebben allemaal al de ervaring gehad dat we ons niet op ons gemak voelen bij iemand, ook al kunnen we niet meteen thuisbrengen waarom.

Ik denk dus dat de vele cases die in de actualiteit zijn gekomen het bewustzijn voor het thema sterk hebben doen toenemen. Dus niet het gedrag op de werkvloer neemt toe, de neiging om bepaalde vormen van gedrag toxisch te noemen is toegenomen. 

De toegenomen aandacht voor toxisch gedrag (niet alleen van leidinggevenden) kan alleen maar toegejuicht worden: dat is een vorm van toegenomen beschaving. Maar we begeven ons wel op glad ijs als we in deze kritiekloos te werk gaan en het begrip toxisch gedrag zo ruim gaan definiëren dat alles en iedereen er op een bepaald ogenblik kan onder vallen. Ook liegen, roddelen en iemand voortrekken worden expliciet genoemd als voorbeelden van toxisch gedrag. Het weze duidelijk dat dit vormen van gedrag zijn die heel ruim verspreid zijn in de samenleving in het algemeen en op de werkplek in het bijzonder. 

In een commentaar op de studie wijzen de auteurs op de toegenomen mondigheid van de werknemers als mogelijke verklaring voor de sterke stijging. Maar het gaat volgens hen ook om een effectieve stijging van toxisch gedrag. Dit zou een gevolg zijn van ‘een moeilijke economische situatie en diverse opeenvolgende crisissen’. Die zouden de leidinggevenden onder meer stress zetten waardoor ze sneller toxisch gedrag vertonen. 

Met alle respect, maar dat laatste is pure speculatie en zeer onwaarschijnlijk. Als ik zoiets lees denk ik altijd ‘en als u dit niet gelooft, maak ik u wel iets anders wijs’. 

Ik wil, zoals altijd, uitgaan van goede bedoelingen, maar dit soort publicaties doet meer kwaad dan goed. We blijven dus best waakzaam en heel kritisch. Dat begint bij een scherpe definitie van wat onder toxisch gedrag wordt verstaan en wat niet. De huidige omschrijvingen lijken me zo ruim en vaag dat een grote meerderheid van alle leidinggevenden hier vroeg of laat in kunnen passen. Dat lijkt me geen gewenste toestand.

Een interessante insteek is die van Bart Wille (UGent) die toxisch leiderschap definieert als een samenspel van diverse factoren : de persoonlijkheidskenmerken van de leidinggevende, deze van de medewerkers en ten slotte de kenmerken van de bedrijfsomgeving. Door ook het gedrag van de medewerker en – nog belangrijker – de bedrijfscultuur mee te betrekken zet je automatisch de rem op de mogelijke ontsporingen waarvan hierboven sprake. 

Categorieën

Volgt sinds 1983 de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Eerst op de KULeuven als wetenschappelijk medewerker later bij Randstad. Hij schrijft voor Doorbraak in eigen naam.

Meer van Jan Denys
Commentaren en reacties