JavaScript is required for this website to work.
post

Communautair akkoord : it’s payback time

26/9/2011Leestijd 3 minuten

Politicoloog en Doorbraakmedewerker Bart Maddens probeert op deredactie.be een beeld te krijgen van de volledige puzzel van de staatshervorming .

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Na de recente akkoorden over Brussel en de financieringswet beginnen de puzzelstukjes van de nieuwe staatshervorming op hun plaats te vallen. En het plaatje dat tevoorschijn komt oogt niet bepaald fraai  Van het BHV-akkoord kon nog worden gezegd dat de Vlamingen er goedkoop van af gekomen zijn, zeker in vergelijking met vroegere voorstellen. Maar nu is het duidelijk payback time : voor hun (overigens zeer relatieve) overwinning inzake de kieskring BHV betalen de Vlamingen vandaag – letterlijk – cash : de responsabilisering van Wallonië wordt met tien à twintig jaar uitgesteld, de ‘juste retour’ voor de financiering van de gemeenschappen wordt teruggeschroefd en Brussel krijgt 461 miljoen per jaar (geïndexeerd) extra.

Brussel

Die 461 miljoen is zonder meer een fabelachtig bedrag. In mei 2005, toen Verhofstadt ei zo na een akkoord sloot over de splitsing van BHV, was er ook al sprake van een herfinanciering van Brussel. Toen ging het slechts om 64 miljoen per jaar. In het (nooit uitgevoerde) communautaire akkoord van februari 2008 kreeg Brussel 65 miljoen extra. Dit was telkens maar een fractie van wat de Brusselaars vandaag hebben binnengerijfd. Maar zelfs die relatief beperkte herfinanciering werd toen als overdreven beschouwd in Vlaanderen. Sindsdien zijn de Brusselaars steeds exorbitantere bedragen gaan eisen, tot zelfs 720 miljoen Euro. Op die manier is er een soort gewenningseffect ontstaan en zijn sommige naïeve Vlamingen al gelukkig dat nu ‘maar’ 461 miljoen moeten ophoesten.

Een objectieve behoeftestudie over die extra middelen is er nooit gebeurd. De Franstaligen hebben die boot altijd kunnen afhouden uit vrees voor een vervelende waarheid. Want als je de Franstalige logica doortrekt en Brussel beschouwt als een volwaardig derde gewest, dan blijkt dat dit gewest nu al voor zo maar liefst 550 miljoen wordt overgefinancierd ! Let op, zeggen de Franstaligen dan, vergeet niet dat Brussel toch wel iets heel speciaals is : het moet allerlei hoofdstedelijke functies vervullen en kampt met bijzondere grootstedelijke problemen. En hier hebben ze natuurlijk een punt. Alleen, als Brussel iets speciaals is, en daarom méér geld moet krijgen, dan moet de stad ook anders worden bestuurd dan de twee andere gewesten. Het is ofwel het één of het ander : ofwel is Brussel een derde gewest, en dan moet het die 550 miljoen teruggeven. Ofwel krijgt Brussel extra middelen als gemeenschappelijke hoofdstad, en dan moet het ook als hoofdstad gemeenschappelijk worden bestuurd.

Hefboom kwijt

En hier botsen we op de kern van de zaak. De extra financiering voor Brussel was het enige breekijzer dat de Vlamingen hadden om écht cobestuur af te dwingen in Brussel. Die cruciale hefboom zijn we vandaag kwijt. Het akkoord over de ‘interne staatshervorming’ is, zoals bekend, niet meer dan een lachwekkend schaamlapje. Ook het feit dat een deel van het bedrag wordt toegewezen is bijzaak. Het gaat er om dat de Vlaamse geldschieters moeten kunnen meebeslissen over het beleid dat met die middelen wordt gevoerd. Dit is wat in 1999 werd geëist in de vijf resoluties van het Vlaams Parlement. Maar die mogen nu wel definitief worden gearchiveerd.

Juist daarom is wat we vandaag meemaken zonder meer dramatisch voor Vlaanderen. Dit wordt de slechtste staatshervorming sinds die van 1970. Niet zozeer omwille van die honderden miljoenen. Wel omdat de staatsstructuur nu onherroepelijk op het spoor wordt gezet in de richting van een federalisme met drie sterke gewesten. Het Brussels Gewest krijgt constitutieve autonomie. Het krijgt gemeenschapsbevoegdheden zoals toerisme, beroepsopleiding en onderwijs. De kinderbijslagen worden dan toch niet overgeheveld naar de twee gemeenschappen in Brussel, maar wel naar het gewest. Dit is een onvergefelijke capitulatie van CD&V. De Vlamingen hebben steeds minder te zeggen in Brussel, maar moeten er steeds meer voor betalen. De strijd die de Vlamingen al sinds de jaren zestig voeren, tegen een federalisme met drie, is finaal beslecht in het voordeel van de Franstaligen.

Circel is rond

En zo is de communautaire cirkel rond. In 1970 werd het principe van de gewestvorming ingeschreven in de Grondwet. De Vlaamse politici susten meteen : niet bang zijn, de gewesten worden louter adviserende of uitvoerende instanties. Van een federalisme met drie is geen sprake !

Maar na veertig jaar geduw en getrek van de Franstaligen is het daar uiteindelijk wel op uitgedraaid. En amper is het zover, of de geschiedenis van 1970 kan herbeginnen : er wordt alweer een nieuwe instelling gecreëerd en institutioneel gebetonneerd : de Communauté Métropolitaine. En de Vlaamse politici sussen meteen : niet bang zijn, dat is enkel maar een overlegorgaan. Van een uitbreiding van Brussel is geen sprake !

Maar morgen begint het geduw en getrek van de Franstaligen om de Communauté Métropolitaine meer macht te geven. De institutionele kiemen voor groot-Brussel zijn gelegd en kunnen langzaam beginnen te groeien. Tot op het punt dat het Brussels gewest zal samenvallen met de vroegere provincie Brabant, in pakweg 2051. En dan zal een of andere flamingant – als dat specimen nog bestaat – kunnen schrijven : dit is de slechtste staatshervorming sinds die van 2011

undefined

Commentaren en reacties