Een cordon rond de eigen haat
Na het Vlaams Blok/Belang zou nu ook de PVDA in een cordon moeten
cordon pvda
foto © Reporters
Een cordon sanitaire drijft ideeën ondergronds en bevordert ze vaak. Wie voor een cordon pleit geeft vrij baan aan zijn eigen haat eerst.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementEr treedt een heuse polarisering op rond twee gemeentes die normaal niet veel in het nieuws komen, Ninove en Zelzate. In Ninove verwijt men de N-VA dat ze een cordon sanitaire tegen Vlaams Blok/Belang zou in stand houden, waar ze zegt zelf tegen te zijn. In Zelzate verwijt men de sp.a een cordon rond de PVDA te doorbreken dat evenwel nooit werd geformuleerd, en dus verwijt men in één adem de zogeheten democratische partijen dat ze dit nagelaten hebben. Laten we de zaken even principieel stellen.
Ik vind een cordon tegen PVDA verkeerd omdat ik het cordon tegen het Vlaams Blok/Belang verkeerd vind, en dit niet omdat ik ook maar één morzel sympathie heb voor dat Blok of die PVDA (waarvan ik veertig jaar geleden, toen ze zich nog AMADA noemde, wel een aanhanger was; helaas; voortschrijdend inzicht, heet dat). Ik vind elk cordon sanitaire verkeerd, omdat het een rem zet op het democratisch proces. Waarom?
Aberrant gedachtengoed
Primo: ideeën die niet meer kunnen uitgedrukt worden, woekeren ondergronds. Dat kan tot trieste aberraties leiden. Typisch voorbeeld was het ETA, dat jarenlang het geweld in stand hield omdat het niet democratisch mocht functioneren.
Secundo: je kan mensen door zulk een schutskring ook niet meer toelaten weg te geraken uit aberrante ideeën. Het is namelijk best mogelijk dat een partij verwerpelijke ideeën koestert (de dictatuur van het proletariaat) maar in de praktijk een maatschappelijk positieve werking ontplooit (zoals de PVDA-geneeskundepraktijken). Door die mensen tot het democratisch spel toe te laten, kan je hen helpen om zich stap voor stap te verwijderen van het aberrante gedachtegoed. Niet via allerlei filosofische besprekingen of hoogdravende verklaringen, maar gewoon door een gedeelde sociale praktijk.
Mensen verwerpen nu eenmaal niet graag of gemakkelijk iets waar zij voorheen in geloofd hebben, Leon Festinger heeft ons dat geleerd met zijn theorie van de cognitieve dissonantie: toen de voorspelling van de Getuigen van Jehovah over het einde der tijden niet uitkwam, ontbonden ze zich niet maar gingen ze van deur tot deur om uit te leggen dat we toch best oppassen. Meer dan honderd jaar later doen ze dat nog steeds. Door hen in een cordon op te sluiten, zou je hen fixeren in hun waandenkbeelden, en eventueel (als het om radicale politici gaat) in hun boosheid.
De weggedeemsterde KP
Typisch was dat voor de vroegere KP: zij mocht, dankzij haar rol in de weerstand na de inval van Hitler in de Sovjet-Unie (die aanvankelijk aan de kant van Hitler stond), na de oorlog deelnemen aan het politieke proces (ze zat tijdens de turbulente periode 1944-1947 zelfs vijf keer mee in regeringen die het telkens niet lang uithielden, en had nog in de jaren zeventig enkele burgemeesters in Wallonië). Omdat de partij daarna van nederlaag naar nederlaag sukkelde, werden de doctrinaire intellectuelen tijdens een congres in Vilvoorde in 1954 uit het partijbestuur gezet en vervangen door ‘proletariërs’ die dicht bij de arbeiders leefden. Dat hield de afgang evenwel niet tegen, maar hielp de partij wel de destalinisering van Kroetsjev vanaf het twintigste partijcongres in de SU (1956) vlot te aanvaarden. Ze noemde zich nog wel communistisch, maar ze verwijderde haar leninistisch verlangen naar een ‘dictatuur van het proletariaat’ uit haar programma (ik dacht in 1960).
Opmerkelijk: met die ‘matiging’ opende de KP de deur aan haar linkerzijde en daar stapte ongeveer tien jaar later AMADA door naar binnen, dat het doctrinaire stalinisme van Mao Zedong tot het zijne had gemaakt. De oude militanten van de KP lieten zich niet overhalen om hun partij te verlaten, (het Amada-blad noemde haar de ‘valse KP’) en stierven langzaam uit. De amadezen rekruteerden vooral uit jongeren afkomstig uit katholieke colleges die in de war waren geraakt door het tweede Vaticaans Concilie. De KP was tegen dan nog slechts een schaduw van wat zij ooit geweest was. Na Gorbatsjev ging ze 1995 in rook op. Toen pas rekruteerde de PVDA enkele brokstukken.
Domheid is soms erger dan racisme
Tertio: mensen die aberrante ideeën verkondigen, plaatsen zichzelf ook zonder cordon buiten spel. Neem nu die held van Forza Ninove. Leeft die in een cordon? Hij heeft zijn eigen cordon gecreëerd. Hij wist namelijk heel goed dat hij van racisme zou beschuldigd worden en toch vond hij het grappig om een foto met commentaar te verspreiden (negerkopjes in de chocomousse) die je onmogelijk anders dan als racistisch kunt bestempelen. Iemand die niet snapt dat hij zo zichzelf buiten spel plaatst, is eigenlijk alleen al op grond van intelligentie (of gebrek daaraan) niet geschikt om burgemeester te worden, los van zijn evident racisme.
Quattro: dat hij dan toch zoveel stemmen krijgt? Dat wijst op een dieperliggende malaise in zijn gemeente, de salafistische bedreiging vanuit de kanaalzone in Molenbeek. Door die man uit te sluiten, niet op basis van zijn idiotie, maar van een dwaas cordon, verhinder je dus dat er onderzocht wordt wat het probleem eigenlijk is. Dat is precies wat er ook gebeurde met het Koninklijk Commissariaat van Paula Dhondt indertijd: men stelde vast dat proportioneel veel Vlamingen het moeilijk hadden met vreemdelingen (en dus Blok stemden). In plaats zich af te vragen waarom die Vlamingen zo reageerden, welk signaal die kiezer uitzond, ging men onderzoeken welke last de vreemdelingen hadden van die Vlamingen. En zo ging men het getal van gefrustreerde Vlamingen vergroten, waar het Blok dan weer uit rekruteerde.
De kiezer komt er niet aan te pas
Het sarcastische dictum van Bertolt Brecht na de arbeidersopstand (ik dacht in 1953) in Oost-Berlijn werd vanonder de mottenbollen gehaald: als het volk niet kiest zoals de partij het wil; dan moet de partij een ander volk kiezen. De oplossing werd het cordon van Hugo Gijsels/Jos Geysels, later voortgezet via Boek.be en de Boekenbeurs. Wat het Blok nogmaals hielp verder te groeien, want er was weer niet geluisterd naar de kiezer, maar naar de paniek van politiek correcte intelligentsia (inbegrepen naar een wereldvreemde koning die moreel getroffen was en in zijn nadagen een linkse rakker werd). Dat hield aan tot de N-VA, die men nu graag in een cordon wil stoppen, het gras voor hun voeten wegmaaide met een realistische retoriek.
Wat zien we nu dat de PVDA verweten wordt? Dat hun dokters propaganda maken? Dat hun mensen in de fabrieken stakingen mee op gang trekken? Dat zij hulp aan transmigranten steunen? Welnee. Dat zij de Oktoberrevolutie blijven bejubelen. Maar dan moet je ook Macron in een cordon stoppen, die zingt de Marseillaise die de bloedige Franse Revolutie bejubelt en het racistische zinnetje bevat ‘qu’un sang impur abreuve nos sillons’ (moge een onzuiver bloed onze voren doordrenken).
De weduwe van Enver Hodga
Er wordt ook drukte gemaakt over de steun aan Noord-Korea, die in 1994 geconcretiseerd werd toen de toenmalige leider Ludo Martens Kim Il-Jung bezocht. Jaar na jaar werd die steun bevestigd tijdens een International Communist Seminar dat de partij van 1992 tot 2014 telkens na 1 mei organiseerde met communisten van meestal marginale partijen uit een hele reeks landen. Zelfs Nexhmije, de weduwe van de Albanese leider Enver Hodga, voerde daar in 2008 het woord, nadat zij een dag eerder toegejuicht was op de PVDA 1 mei-viering. Uit haar toespraak blijkt dat zij niets geleerd had.
Ludo Martens eigenlijk ook niet, maar kort daarna werd hij zwaar ziek (alzheimer) en in 2011 overleed hij. Dat maakte de weg vrij voor het revisionisme van Peter Mertens en zijn bocht naar de radicale sociaaldemocratie, nauwgezet op de vingers gekeken door de oude garde die nog dateerde uit 1968, en langzaam uitsterft, zoals dat met de KP is gebeurd. De huidige boy wonder Raoul Hedebouw is de zoon van zulk een militant die in 1970 met een diploma psychologie op zak als rode missionaris naar het fabriek trok en in de Luikse staalnijverheid terecht kwam.
Een internationaal communistisch seminarie
In De Afspraak op Canvas (12/11) pakte Noël Slangen nog uit met een feit dat hij zelf las bij Maarten Boudry in De Morgen/Zeno, dat de PVDA nog in 2012 dit seminarie organiseerde, en dat daar de solidariteit met het Noord-Koreaanse regime nog maar eens in een resolutie werd gegoten (dat was wel in 2011). Mertens blokte hem af met de bewering dat zijn partij in dat jaar die resolutie niet ondertekend had, wat door Boudry al bestreden was op Knack/Opinie. Drie jaar later hield de traditie van dit seminarie alleszins op, en verdwenen de teksten van de voorgaande conferenties van het internet. Wel bleef de PVDA een bezoeker van de International Meeting of Communist and Workers’ Parties, en was hij deelnemer toen in 2016 in Hanoi een herdenking van de Oktoberrevolutie in het Russische Sint Petersburg werd besproken. Maar, zoals gezegd, in Frankrijk viert men jaarlijks de Franse Revolutie, en het onzuiver bloed dat de voren dient te doordrenken.
Hoelang kan je iemand ‘pakken’ op een verleden dat hij al dan niet bezig is achter zich te laten? Moet je Slangen blijven ‘pakken’ op zijn rol als inspirator van Guy Verhofstadt met zijn Burgermanifesten? Slangen gaf toe dat er in het bestuursakkoord van Zelzate niets fout staat, meer nog, dat hij zelf het eigenlijk wel sympathiek vindt en dat dit best tot goed bestuur kan leiden. Hij vreest echter dat door met extremistische partijen samen te werken, je de deur openzet voor ondemocratische ideeën.
Pre-Chavez Venezuela was een paradijs
Mertens krijgt dan Venezuela voor de voeten gegooid, maar distantieert zich meteen van wat daar vandaag gebeurt, en wijst erop dat zijn partij tussen 1991 en 2000 de hoop koesterde dat de bolivaraanse revolutie van Chavez de sociale onrechtvaardigheid zou terugdrijven (wat geen overbodige luxe was). Overigens leefde die hoop niet slechts bij communisten, maar ook bij vele linkse christenen en socialisten. Bart De Wever zegt dat elk communistisch land armoede kent, en dat is zo, maar het olierijke Venezuela van voor Chavez was nu ook niet bepaald een sociaal paradijs.
Mertens krijgt ook te horen dat op een feest dat door hem gesteund wordt (Manfiesto) een kleinzoon van Salvador Allende aanwezig is geweest, die het regime van Venezuela steunt. De man werkt inderdaad als dokter en psycholoog in dat land en zijn grootvader werd 45 jaar geleden in een bloedige staatsgreep vermoord door Augusto Pinochet. Moet hij zich daarvoor schamen? Het volgende verwijt dat Mertens dan op zijn bord krijgt is natuurlijk Cuba, maar wijlen Steve Stevaert hing dat regime toch ook aan? En hij was toch, volgens Bart Eeckhout in De Morgen, een intieme vriend van Noël Slangen? Moet ook Slangen dan een ‘zelfzuivering’ doormaken?
Verlangen naar blote billen
Het ergste vind ik dat mensen als Slangen en Boudry niet beseffen dat zij het paard achter de kar spannen: je ‘ontluist’ een extremist niet door hem te isoleren, eventueel wel – en ik druk op ‘eventueel’ – door hem te betrekken. Het is geen filosofische studie met publieke biecht die mensen tot een zuivering van hun gedachtengoed brengt, maar de sociale praktijk, waar dan eventueel een filosofisch verlengstuk op volgt. En dat kan leiden tot een publieke biecht. Maar waar zijn we op uit? Op mensen met de billen bloot? Of mensen die maatschappelijk een positieve rol willen spelen?
Er wordt dan vaak verwezen naar de Duitse Weimarrepubliek, waar Adolf Hitler dankzij deelname aan de macht, de volledige macht wist te verwerven. Juist. Maar kan iemand mij vertellen hoe men hem, gezien de stemming toen onder het Duitse volk, had kunnen tegenhouden? Door een militaire dictatuur in te stellen onder Hindeburg en zijn akoliet Franz von Papen? Ik vermoed dat de Weimarrepubliek toen ten dode was opgeschreven en niet had kunnen ontsnappen. Er was, na jaren sarcastische verdachtmakingen tegen hem, geen sterke figuur meer die het tegen Hitler had kunnen opnemen. De kwestie is dat men het niet zo ver moeten laten komen, en het is gebleken dat het arrogant sarcasme van de intellectuelen daartoe niet het juiste wapen is, zo min als uitsluiting.
Eigen haat eerst
Waarschijnlijk zijn mensen die één of twee cordons verdedigen op iets heel anders uit dan op het beschermen van de democratie: zij willen feitelijk – zoals Jos Geysels bewezen heeft met ‘zijn Boekenbeurs – een einde aan het maatschappelijk debat. En wel omdat ze – veelal onbewust – in de greep zijn van hun eigen haat, zoals Rob Lemeire op Doorbraak bepleit. En die haat komt voort uit het trieste feit dat zij zelf de discussie niet aandurven of aankunnen.
Zo had de discussie met het Vlaams Belang in 1992 verondersteld dat men een antwoord gaf op het feit dat zoveel Vlamingen zich onbehaaglijk voelden bij te veel vreemdelingen in hun land, en het gemak waarmee zij toegang krijgen tot ‘hun’ sociale voorzieningen (‘eigen volk eerst’). Dat debat konden de politiek correcten niet aan, kunnen ze ook vandaag nog niet aan, vandaar hun endemische uitbarstingen van haat waarbij ze terechte bezorgdheid classificeren onder de noemer ‘racisme’.
En de discussie met de PVDA vandaag zou, na het afschaffen van twee schepenambten in Zelzate, de prangende vraag aan de oppervlakte kunnen brengen waarom zoveel afgevoerde parasieten – want wat zijn de senaat of de provincieraad anders? – met riante salarissen in leven worden gehouden door de belastingbetaler, ter eer en glorie van hun partijen en het verslijten van hun dure broek. Om nog over de directeurs en regenten van de Nationale Bank te zwijgen die niet alleen een buitenissige vergoeding opstrijken, maar waarvan men niet weet waarom er zovelen van nodig zijn (29). En wat die de hele dag uitvoeren.
Een vraag stellen, is meestal ze beantwoorden.
Eddy Daniels is gewezen hoofdredacteur van Intermediair. Hij publiceerde recent een boek over de rol van de profeet Mohammed in het ontstaan van het jihadisme, ‘De kwestie M. Een gekaapte godsdienst’, dat enthousiast aangeprezen werd door Etienne Vermeersch.
Bij Vooruit blijft na het vertrek van Rousseau een niet-geëngageerde club van moreel voortreffelijken over, meent Eddy Daniëls.
De scherpste kantjes er afvijlen, dat is ook met een nieuwe oppositiekuur in het vooruitzicht geen optie, benadrukt Tom Van Grieken (VB).