In Frankrijk is een tegenstrijdig politiek debat heilig en geen enkele stroming uitgesloten. De zogenaamde 'republikeinse' partijen aarzelen uiteraard niet om te wijzen op het gevaar voor de democratie dat uitgaat van extreemrechts, met wie er geen sprake van kan zijn zich aan te sluiten om het land te besturen. Dat is wat bekend staat als het 'cordon sanitaire'. In de Franse Gemeenschap van België is het standpunt radicaler, in die zin dat ze extreemrechts ook van elk mediadebat uitsluiten.…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
In Frankrijk is een tegenstrijdig politiek debat heilig en geen enkele stroming uitgesloten. De zogenaamde ‘republikeinse’ partijen aarzelen uiteraard niet om te wijzen op het gevaar voor de democratie dat uitgaat van extreemrechts, met wie er geen sprake van kan zijn zich aan te sluiten om het land te besturen. Dat is wat bekend staat als het ‘cordon sanitaire’.
In de Franse Gemeenschap van België is het standpunt radicaler, in die zin dat ze extreemrechts ook van elk mediadebat uitsluiten. Het is daarbij merkwaardig dat ze extreemlinks vanuit een andere invalshoek benaderen, alsof de geschiedenis geen voorbeelden kent om ons te laten zien dat het ook fataal kan zijn. De voorzitter van de PS, Paul Magnette, heeft na de laatste regionale verkiezingen geprobeerd een alliantie te sluiten met de PTB.
Terzake
Vlaanderen heeft daarentegen voor een andere strategie gekozen door het mediadebat open te stellen voor alle politieke stromingen. Het Vlaams Belang brak er in 2019 door en werd de op één na grootste partij. Zo ontving de koning tijdens zijn overleg voor de vorming van een regering, voorzitter Tom Van Grieken in audiëntie. Wat verontwaardigde reacties uitlokte bij bepaalde Franstalige leiders.
Op de avond van 21 april kwam een volgende stap, toen MR voorzitter Georges-Louis Bouchez in debat ging met zijn tegenhanger van het Vlaams Belang voor het VRT-programma ‘Terzake’.
Zijn Franstalige collega’s, evenals zijn eigen partij, reageerden onmiddellijk. Zo zegt Sabine Laruelle, voormalig federaal minister en Waals parlementslid: ‘Als liberaal en hervormer keur ik ten stelligste elke schending van het cordon sanitaire en elke bagatellisering van extreem-rechts af. In een tijd waarin de democratische partijen het hoofd moeten bieden aan duistere krachten, is het belangrijker dan ooit om de verbintenissen van het Handvest van de democratie na te leven. Elke afwijking van deze waarden is voor mij onaanvaardbaar, en wordt ook niet gerespecteerd.’
Er zit een flinke dosis hypocrisie in deze redenering. Zijn het immers niet de ‘democratische’ partijen die door hun nepotisme, niet nagekomen beloften, laksheid, rechtszaken enzomeer het wantrouwen van de burgers en het populisme aanwakkeren?
Realpolitik en rare bochten
In maart 1981 weigerde PRL parlementslid Luc Beyer in het Europees Parlement op te staan om een minuut stilte in acht te nemen ter nagedachtenis van de slachtoffers van de Chileense dictatuur. Toen hem op de bestuursvergadering van zijn partij werd gevraagd zijn optreden toe te lichten, beweerde hij dat de Verenigde Staten achter het Chileense regime stonden om de westerse waarden te verdedigen. François Perin was woedend: ‘Mijnheer Beyer, als u zich liberaal noemt, bent u tegen alle dictaturen, of ze nu van links of van rechts zijn!’
In juli 2001 nam Louis Michel, toenmalig minister van Buitenlandse Zaken, voor een periode van zes maanden het voorzitterschap van de Europese Raad op zich. Een paar weken later ging hij op verkenningsmissie naar Cuba. In Le Soir van 25 augustus schrijft Colette Braeckman: ‘Als Louis Michel ooit zijn memoires schrijft, zal de reis naar Cuba een mooi hoofdstuk worden. In een paar uur tijd kon hij verschillende van zijn jeugddromen verwezenlijken: rijden in een Chevrolet uit 1940, die hij van de Belgische ambassadeur had geleend om Havana te doorkruisen, op een Harley Davidson langs de baai rijden en vooral tot diep in de nacht praten met Fidel Castro, die nog slaperiger was dan hijzelf.’
Geen variabele geometrie
Diplomatie kan dan wel bestaan uit het afronden van de hoeken, toch is het belangrijk om coherent te zijn. Je kan niet tegelijkertijd de Belgen adviseren niet te gaan skiën in Oostenrijk omdat extreem-rechts daar aan de macht is gekomen (Jörg Haider in februari 2000) en verklaren dat Joseph Kabila de hoop van het Congolese volk vertegenwoordigt.
Met andere woorden, de waardering van democratische waarden mag niet variabel zijn. Je kan de houding tegenover de machthebbers in Kinshasa beter begrijpen door dit artikel in de krant Le Monde van 26 maart 2008 over de liberaal Georges Forrest, die door de krant omschreven wordt als ‘onderkoning van Katanga’. Het legt uit hoe Forrest een groot industrieel en mijnbouwimperium in de regio heeft opgebouwd.
In een artikel in de Zwitserse krant Neue Zûrcher Zeitung van 21 juli 2006, getiteld ‘Viel Unterstützung fûr Kabila in Katanga’ (Veel steun voor Kabila in Katanga), lezen we: ‘In het interview ontkent Forrest niet dat hij de PPRD (Volkspartij voor Wederopbouw en Democratie, van president Kabila) financieel heeft gesteund. Maar hij deed dat ook voor andere partijen die zonder zijn hulp geen campagne hadden kunnen voeren. De Congolese wet verbiedt dergelijke praktijken niet en Forrest benadrukt dat hij strikt binnen de wet handelt. Volgens hem zijn deze partijfondsen alleen bedoeld om de democratie te bevorderen – een volstrekt belangeloze humanist dus.’
Georges Forrest, een “totaal belangeloze humanist”? Wie is naïef genoeg om dit te geloven? En we weten hoe Kabila democratie opvatte…
Herman De Croo
In feite is de ware aard van het Congolese regime twijfelachtig, maar de financiële belangen zijn aanzienlijk. Ah, als de mijnen van Katanga al hun geheimen konden onthullen! Op 12 maart 2015 keek Le Vif naar ‘de Afrikaanse netwerken van de MR’, waarbij sprake was van een echte verslaving. Een verslaving die ook de Vlaamse liberalen treft: ‘Aan de andere kant van de taalgrens maakt de patriarch Herman De Croo geen geheim van zijn banden met Congo. Hij heeft er privé-belangen als bestuurder van de investeringsmaatschappij Texaf. Hij is ook de stichtende voorzitter van het Belgisch Referentiecentrum voor Belgische expertise in Centraal-Afrika.’
Als ‘realpolitik’ internationaal speelt, kunnen we ook ethische of morele beginselen niet veronachtzamen ten gunste van nationale of zelfs persoonlijke belangen. Weinigen zullen zich Robert Fabre herinneren, die een van de leidende figuren was van het Franse radicalisme in de jaren 1970 en 1980. In zijn boek Toute vérité est bonne à dire (Fayard, 1978), schreef hij: ‘Hoeveel trucs, hoeveel omwegen, hoeveel onhandige vaardigheden in deze politieke wereld die het essentiële, het dienen van anderen, nastreeft en daar zo zelden in slaagt!’
Het zijn juist deze trucs, deze omwegen, deze onhandige vaardigheden die de democratie rechtstreeks in gevaar brengen. In één woord: het is de politiek van de politici die de Gaulle verafschuwde. Laat er geen misverstand zijn over wat ik zeg. Extreme formaties zijn niet mijn ding. Maar we moeten toegeven dat ze mogen deelnemen aan verkiezingen. Niet door hen te verstoten zullen zij worden tegengehouden, maar door met hen in debat te gaan, argument tegen argument, om hun giftigheid te bewijzen. In die zin was het debat Macron – Le Pen voor de tweede ronde van de presidentsverkiezingen heilzaam en verrijkend!