JavaScript is required for this website to work.
BINNENLAND

De Belgische strijd tegen discriminatie en haatspraak

NieuwsRoan Asselman6/9/2024Leestijd 4 minuten

foto © Belga Image

De instrumenten om iemand op te sluiten voor de verkeerde mening zijn er al. Wie durft ze te gebruiken?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Op 8 april 2024 werd het nieuwe Strafwetboek gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Het treedt in werking op 8 april 2026, exact twee jaar na de publicatie ervan. Dat nieuwe wetboek brengt de strafbepalingen voorheen verspreid over verschillende bijzondere strafwetten samen op één plaats: ‘Hoofdstuk 7: Schendingen van de persoonlijke waardigheid en misbruik van de kwetsbare positie van het slachtoffer’. Het werd een samenvatting van wat u niet langer mag zeggen.

‘Orwelliaans’ is een bijvoeglijk naamwoord dat wel eens te onpas wordt gebruikt, en dan vooral door mensen die nooit de tijd namen om ‘1984’ van George Orwell te lezen. Dat neemt niet weg dat de term wel degelijk iets betekent — en dat wat het betekent niet zó ver verwijderd is van de Belgische realiteit. De instrumenten van een verregaande beknotting van de vrije meningsuiting zijn immers al aanwezig; het enige wat nog ontbreekt is een door ideologie gedreven eskader van rechters en parketmagistraten.

Discriminatie

In België is het verboden om te discrimineren in de arbeidsrelaties of bij het aanbod van goederen of diensten die publiekelijk beschikbaar zijn. Denk aan een ondernemer die allochtonen minder betaalt of een bank die ouderen minder cash laat afhalen. Bovendien is het verboden om ‘aan te zetten’ tot discriminatie. Opvallend: dat aanzetten is niet beperkt tot bovenstaande gevallen. U mag niemand om eender welke reden bewegen anderen uit te sluiten of voor te trekken.

Op het eerste gezicht een redelijke verwachting, maar zoals wel vaker zit de duivel in de details of, in dit geval, de definities. Vooreerst, door de opname van een ellenlange lijst van beschermde criteria, dat wil zeggen de gronden op basis waarvan u niet mag discrimineren. Een wettekst lezen is nooit leuk, maar doet u toch even de moeite om de volledige lijst door te nemen: ‘ras, huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming, nationaliteit, geslacht, zwangerschap, bevalling, het geven van borstvoeding, medisch begeleide voortplanting, moederschap, gezinsverantwoordelijkheden, medische of sociale transitie, genderidentiteit, genderexpressie, seksekenmerken, seksuele oriëntatie, burgerlijke staat, geboorte, leeftijd, vermogen, geloof of levensbeschouwing, gezondheidstoestand, handicap, taal, politieke overtuiging, syndicale overtuiging, fysieke of genetische eigenschap of sociale afkomst of toestand’.

Een lijst die discriminatie niet enkel voor irrelevante (ras), maar ook voor potentieel relevante (levensbeschouwing) uitsluit.

Intimidatie

Nu we begrijpen (?) waartegen we niet mogen discrimineren, is het nuttig om te weten wat ‘discriminatie’ net is. En als u denkt dat u dat al weet, vergist u zich.

Discrimineren is niet alleen ervoor kiezen om een zwarte vrouw iets niet te geven om het een blanke man wel te geven. Dit is wat de wet ‘directe’ discriminatie noemt, maar het is noch de enige, noch de meest gevaarlijke vorm. U mag ook niet ‘indirect’ discrimineren, wat betekent dat u formeel geen onderscheid maakt tussen personen, maar u het op een op het eerste gezicht neutrale manier moeilijker maakt voor de ene persoon dan voor de andere. Bijvoorbeeld: een event-locatie laat geen identiteitsverhullende kledij toe (neutraal), maar maakt het zo onmogelijk voor een moslima met boerka om deel te nemen aan het congres.

Discriminatie is ook intimidatie. Nu valt het u misschien op dat beide woorden een andere betekenis hebben, en dus geen synoniemen zijn. Niet zo volgens het nieuwe Strafwetboek. Wie iemand ‘intimideert’ op basis van een hierboven vermeld beschermd criterium, wordt op dezelfde manier bestraft als iemand die discrimineert. Dit taalspelletje is niet zonder risico: ‘intimidatie’ wordt immers nergens gedefinieerd, en wordt zo aan de interpretatie van de magistratuur overgelaten. Dat was, voor de duidelijkheid, geen vergissing of onachtzaamheid van de wetgever.

Haat(groep)

Discrimineren (en intimideren) mag u dus niet, haten voorlopig nog wel. Toch zolang die haat louter in uw hoofd plaatsvindt en u niemand overhaalt uw haat te delen. ‘Aanzetten tot haat’ is immers wél een misdrijf.

Het begrip ‘haat’ is in hetzelfde bedje ziek als ‘intimidatie’: geen definitie en dus een grote interpretatievrijheid van parket en rechtbank. Een interpretatie die ook altijd, eventueel a la tête du client, kan veranderen. Bovendien is aanzetten tot ‘haat’ een spokenjacht, want onbewijsbaar. Hoe kan een aanklager immers bewijzen dat wat iemand zei leidde tot ‘haat’: een emotie, geen handeling? Enkel door te bepleiten dat een bepaalde uitspraak haat ‘kan’ opwekken. Orwell, indeed.

Gelukkig is het in bepaalde omstandigheden voor de ambitieuze procureur niet langer nodig om eender wat te bewijzen. De wet verbiedt immers ook de ‘deelneming aan een groepering die discriminatie of segregatie verkondigt’. Deelneming wordt verder gedefinieerd als ‘het behoren tot’ of ‘medewerking verlenen aan’. Wanneer men tot een groep behoort, is niet duidelijk. Hoe ‘een groep’ iets ‘verkondigt’ trouwens ook niet. Groepen spreken immers niet, personen wel. Is ‘de groep’ de voorzitter? (Een meerderheid van) de raad van bestuur? De sprekers op een event?

Uitsmijter: enkele vragen

Met de bestrijding van discriminatie en ‘haatspraak’ begeeft de Belgische overheid zich op glad ijs. De bestaande regels — afgedwongen met boetes en gevangenisstraffen, zes maanden tot drie jaar in het nieuwe Strafwetboek — zijn niet duidelijk en niet begrensd. Dat is om problemen vragen.

Hierna vindt u vijf uitspraken die zich in de grijze zone bevinden. Wat zou u oordelen?

(1) ‘Afrikanen zijn minder intelligent dan Aziaten.’

(2) ‘Mannen zijn minder geschikt dan vrouwen om te werken in de kinderopvang.’

(3) ‘Heterokoppels moeten bij adoptie voorrang krijgen op homokoppels.’

(4) ‘De katholieke kerk heeft geen plaats in onze samenleving.’

(5) ‘Petra De Sutter is een man.’

Roan A. Asselman is de opinieredacteur en Amerikacolumnist van Doorbraak. Samen met David Neyskens produceert hij de podcast 'Amerika In Alle Staten'. Roan schreef 'Amerika Ontrafeld. Over de cultuurstrijd die een natie verscheurt' (Doorbraak Uitgeverij).

Commentaren en reacties