De Bende en de Helaasheid der Dingen
Grootse complottheorieën zijn boeiend, maar de waarheid is misschien banaler.
De bekende robotfoto van enkele leden van de Bende van Nijvel
foto © Reporters
In het Bendeverhaal schuilt een typisch Belgische gespletenheid: uit de hand gelopen (Vlaamse) carnavalsgrap van rijkswachters, en veel moeite van het (francofone) milieu om dit toe te dekken
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementAls een oude landmijn die diep onder de grond zat te roesten, ontploft nu opeens toch nog onverwacht het Bende-van-Nijvel-verhaal, mede omdat een mediageile advocaat op zijn eigen vierkante meter voor een groot publiek nog eens een nummer aan het opvoeren was. Dat op zich is natuurlijk al een coup de théâtre: de advocaat van een der nabestaanden, mr. Vermassen, die al die tijd ‘meer wist’ maar nu pas, aan de drempel van zijn pensioen, een boekje wil opendoen.
Nog net niet op zijn sterfbed: die scène was voorbehouden aan de beruchte ‘Reus’, alias Christaan B, alias Piet Piraat, carnavalist in Dendermonde, agent in Aalst, maar vooral ex-lid van het elite-rijkswachterkorps Diane waar hij werd doorgestuurd na wangedrag en een bijna fataal schietincident. Zijn naam plus foto lag al twintig jaar stof te vergaren in het dossier, ook al werd hij door verschillende personen herkend vanop een affiche. Op een andere foto is hij nota bene herkenbaar als… een rijkswachter die een Delhaizesupermarkt bewaakt. This must be Belgium.
Groeten uit la Flandre Profonde
Maar laten we vooreerst even focussen op dat personage Christiaan B.: een losgeslagen drinkebroer die zo weggelopen lijkt uit een roman van Dimitri Verhulst, wiens Helaasheid der Dingen zich niet toevallig net in die streek afspeelt. De as Dendermonde-Aalst, van oudsher een van bier en kots doordrenkte nulmeridiaan van het carnavalesk schemeruniversum, is wel degelijk een biotoop voor existentiële marginaliteit. Onderzoeksrechter Freddy Troch had die helaasheidsfactor beslist al geroken, daarom moest het dossier ook weg uit Dendermonde.
Even terug dus voor een plaatsonderzoek. De stinkende Dender en de hoogst hobbelige N-406 die beide Oostvlaamse tochtgaten verbindt, en die ons langs gehuchten als Reetveerdegem voert, het imaginaire dorp waar de Helaasheid zich afspeelt, geven misschien wel een beter inzicht in de psyche van de Bende dan duizend dossierpagina’s. Een cocktail van armoede, alcoholisme, kleine scheve huisjes met koterij, losbandigheid, destructie, zelfdestructie, maar ook uitbundigheid en een daadgericht hier-en-nu-gevoel maken deze streek tot een goudmijn voor romanschrijvers. En dus ook voor psycho-analisten in de criminologie, zeg maar de betere speurder.
Indiaan, Mars en Goliath
Het vermakelijk detail dat er volgens bepaalde theses drie ‘reuzen’ in de Bende rondliepen die elkaar afwisselden, en het feit dat de Reuzenommegang in Dendermonde er ook drie opvoert, namelijk Indiaan, Mars en Goliath (ondertussen UNESCO-werelderfgoed), kan nog wel als gefundenes fressen voor filmscenaristen worden afgedaan. Maar dat de bendeleden met carnavalsmaskers rondliepen en zo graag schoten, zonder dat het voor een hold-up nodig was, doet vermoeden dat de overvallen kaderden in een cultus van dood en geweld met een zwartbruine rand. De extreem-rechtse sympathieën van de carnavalist waren zelfs niet de essentiële drijfveer, mij lijkt het te gaan om een verlengstuk van wat in La Flandre Profonde leeft en gist aan onderbuikgevoelens tegen het establishment, de maatschappelijke orde, de bovenbouw, de staat. Of waarom Carnaval meer is dan zomaar een verkleedpartij,- het masker is een doodsmasker.
We moeten het Bendeverhaal ook in de tijdsgeest van midden de jaren ’80 plaatsen, een donker intermezzo tussen de golden sixties en de glorieuze jaren ’90, waar een onbehagen met nihilistische ondertonen het cultuurpatroon domineert. Denken we aan de agressief-zwarte New Wave waaronder Front 242, de Belgische band met paramilitaire (!) looks die het publiek placht te terroriseren door er brandblussers op leeg te spuiten, de Confetti’s, het escapistisch no-future-devies, het algemene opkomende gevoel dat de democratie een theater is en de politiek rot, zie ook de opkomst van het Vlaams Blok.
De francofone doofpotoperatie
Het is natuurlijk een paar bruggen te ver om de acties van de Bende van Nijvel onder de hoofding Ludieke acties van Voil Janetten te klasseren. Toch is de morbide carnavalsfactor én de eighties-sfeer niet te onderschatten, als achtergrond voor een spontaneïstische opstoot van geweld, met een onduidelijk doel maar met drijfveren die diep vanuit de onderbuik komen.
Ondertussen hadden de complottheorieën rond dit onopgehelderd geval van extreem vandalisme een hoge vlucht genomen. Hoge rechtse kringen die chaos willen creëren en dan een autoritair regime willen vestigen, het Gladio-netwerk en de CIA, topgangster Patrick Haemers, Paul Vanden Boeynants, Roze Balletten, Westland New Post, een poging om Delhaize commercieel te beschadigen, of net andersom, een reclamestunt van deze warenhuisketen,..- allemaal passeren ze de revue en zorgen ze voor veel commotie onder de noemer ‘doofpotoperatie’.
Wat een Bende
En inderdaad, wie er ook achter zit, de overdracht van heel het dossier van Dendermonde naar Charleroi lijkt te kaderen in een groots opgezet sabotageproject om sporen uit te wissen. De Cel Waals Brabant (CWB), een indrukwekkende task force die in 1996 speciaal voor het Bende-onderzoek werd opgericht, blonk uit in traagheid en bureaucratische inefficiëntie, lachte mensen in hun gezicht uit als ze rijkswachters op een robotfoto herkenden (vooral de francofone rijkswachtofficier Lionel Ruth was hierin zeer actief), met als ondenkbaar dieptepunt het verbranden van een hele hoop dossierstukken in het kader van een lenteschoonmaak. Andermaal: this must be Belgium.
Alleen: het verhaal van Christaan B. wijst meer op toendertijd broeiend radicalisme binnen het rijkswachtmilieu, dan op een echt complot dat bij manier van spreken tot in het Koningshuis zou leiden. Van een doofpotoperatie was en is er beslist wél sprake, en ook die komt vermoedelijk vanuit politie- en parketkringen zelf, waar men uit patriottisme en beroepseer de zaak in stilte wilde blussen. Want jawel, terrorisme dat uitgaat van leden van de ordediensten zelf, met 28 doden als resultaat, daar wil het systeem zich niet mee verbinden, en dat is wel degelijk institutioneel dynamiet. En dus verhuisde het dossier van Dendermonde naar Charleroi, waar ze exact wisten wie de overvallers waren, maar waar het ordewoord was: ’treuzelen tot aan de verjaring’. Vandaag moet vooral Christian De Valkeneer, procureur-generaal in Luik én hoofd van het onderzoek tegen de Bende van Nijvel, deze vertragingsoperatie toedekken. Gelukkig is de Reus ondertussen dood, dat is al een probleem minder.
Bende van Nijvel (c) België
En zo blijkt ook dit verhaal, hoe kan het anders, getekend te zijn door Belgische gespletenheid: de ‘onderbouw’ rond het ontstaan en de uitvoering is vooral Vlaams, de bovenbouw rond de doofpot en het redden van de meubelen vooral francofoon. Prachtige samenwerking tussen beide, met dank aan de Rijkswacht. Jammer voor de complotdenkers die het groot zien, zoals de onvermijdelijke Jean Pierre Van Rossem (‘Ons landje is een maffiastaat waar niemand nog te vertrouwen valt’), maar meer dan een uit de hand gelopen carnavalsgrap en aansluitend een brandblusoperatie is het misschien niet.
Verwacht wordt nu wel dat de lijken uit de kast zullen vallen. Zonder verder gevolg. Eens de andere overvallers, kompanen van de Reus, gevonden, kan dit Bendeverhaal geklasseerd worden onder de hoofding ‘Mythologie der Lage Landen’, of, om het nog oneerbiediger voor de slachtoffers te zeggen: onder Bourgondische folklore. Dat België als staat vierkant draait weet iedereen; dat slordigheid, nonchalance en politiebureaucratie het Bendedossier hopeloos onder het stof deden belanden en dat het door de verhuis zuidwaarts over de taalgrens in een quasi vergeetput terecht kwam, betwijfelt ook niemand meer. Dat er een bewuste doofpotoperatie en omerta vanuit het milieu was, evenmin.
Alleen: het groot complot waar we allemaal van dromen dat het ooit uitkomt en heel het systeem zal doen ontploffen, de grootse samenzwering van de elites tegen het volk, zal nooit aan het licht komen, doodeenvoudig omdat het niet bestaat. Omdat die elites ook niet meer dan belachelijke serviceclubs zijn. Corrupt, maar niet tot een stoutmoedig geplande, gewelddadige staatsgreep bekwaam. Sorry voor deze Ockhamiaanse simplicitas, en zeker mogen de beheerders van de complotsites en dito facebookpagina’s nog jarenlang hun fantasie botvieren, maar de eenvoudigste uitleg is dikwijls de ware. Noem het de ultieme Helaasheid der Dingen.
Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.
Slecht waterbeleid en bureaucratische traagheid, zeer zeker. Maar misschien is het ook tijd voor klimaatrealisme en oplossingsgericht denken.
De laatste Amerikapodcast voor de presidentsverkiezingen: over een eekhoorn, vuilnis en slechte grappen.