JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

De donkere kant van een ‘Grande Dame’

Hoe ik kennis maakte met de franskiljonse trekjes van Antoinette Spaak

Luckas Vander Taelen30/8/2020Leestijd 4 minuten
Olivier Maingain en Antoinette Spaak op een FDF-congres in 2013.

Olivier Maingain en Antoinette Spaak op een FDF-congres in 2013.

foto © Belga Image

Antoinette Spaak wordt door Franstalige vriend en vijand over de partijgrenzen geprezen als Grande Dame. Ze had ook mindere aangename karaktertrekken…

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Ik herinner me nog goed wanneer ik Antoine Spaak voor het eerst zag. Het was op televisie, in een zondags debat op de toenmalige BRT. Ze werd in het Nederlands aangesproken, maar moest wachten om te antwoorden tot ze de vertaling ingefluisterd kreeg met een apparaatje, dat blijkbaar niet zo goed werkte want mevrouw Spaak hield bezorgd haar hand aan haar oor. De vrouw die de meest uitgesproken mening had over de Vlamingen, sprak hun taal niet.

Ze stond aan het hoofd van wat toen één van de sterkste partijen in Brussel was, het FDF (Front démocratique des Francophones). Dat ze geen woord ‘Vlaams’ begreep, was niet zo verbazingwekkend want zij was een exponent van een radicale franskiljonse beweging die na de Vlaamse Marsen op Brussel ontstaan was. Toen hadden mensen die later waarschijnlijk FDF zouden stemmen zich laten kennen door de Vlaamse betogers zonder enige terughoudendheid uit te schelden en in hen slecht Nederlands bordjes te tonen met de onbegrijpelijke slogan ‘Keer naar uw dorp’. Slechte punten op school voor Nederlands was toen een ereteken voor dat soort Brusselaars waarvan de haat tegen hun anderstalige landgenoten alleen maar toenam toen enkele jaren later de ‘Walen buiten!’-opstand begon en Leuven niet langer Louvain was.

Brüssel Vlaamsch? Jamais!

De partij van Antoinette Spaak had zich nooit ingehouden om alles wat Vlaams was, vals te vinden. Er stond geen rem op hun afkeer van Vlamingen. ‘Brüssel Vlaamsch? Jamais’ stond in Gotische letters op hun verkiezingsaffiches,een groteske manier om Vlamingen als collaborateurs te brandmerken. Aan duidelijkheid liet dit niets over. Geen FDF’er heeft die hatelijke campagne ooit betreurd. Nu zou die zonder enige twijfel als racistisch worden veroordeeld.

Oasis francophone

In de jaren negentig kwam ik door opvolging in de gemeenteraad van Elsene terecht. Ik was er de eerste Vlaamse verkozene sinds 25 jaar, toen Lode Claes verkozen was, in de gemeente die zichzelf graag ‘oasis francophone’ noemde, een Franstalige oase waar geen ‘Vlaams’ gesproken moest worden. Niemand leek problemen te hebben met die slogan, die vriendelijk gezegd toch bepaald onvriendelijk was voor Nederlandstaligen. Hij was bedacht door een voormalige burgemeester, de liberaal Charles Janssens. Een grote school in Elsene draagt nog steeds zijn naam. Jammer dat er niet eenzelfde gevoeligheid als voor onze koloniale geschiedenis bestaat voor al het hatelijke dat Vlamingen naar hun hoofd hebben gekregen…

Eedaflegging in twee talen

Voor ik de eed moest afleggen hadden de verkozenen van Ecolo, op wier lijst ik verkozen was, me gesproken over het reilen en zeilen van de gemeenteraad. En wie er de grote namen waren. Er was Roger Lallemand, fractieleider van de socialisten en vader van de abortuswet. En dan was er Antoinette Spaak. Zij werd toen al over Franstalige partijgrenzen heen een ‘grande dame’ genoemd. Zij werd alom gerespecteerd in haar strijd voor vrouwenrechten. Dat haar partij het niet zo op de Vlamingen begrepen had, was voor mijn gezelschap zowat onbekend en geen argument om hun bewondering voor mevrouw Spaak in te tomen. De oasis francophone leefde in een perfecte isolatie.

Toen ik de Ecolo-gemeenteraadsleden vroeg wat zij dachten van de communautaire reflexen van het FDF, gaf iemand toe dat de manier waarop soms over Vlamingen werd gesproken nooit zou aanvaard worden als het over bijvoorbeeld allochtonen ging.

Ardooie

Toen ik nadien het gemeentehuis betrad, stond niemand me op te wachten om me wegwijs te maken en de procedure uit te leggen. Ik moest het allemaal zelf uitzoeken en liep wat verloren in de gangen. Uiteindelijk zag ik burgemeester Yves de Jonghe d’Ardoye, die me beleefd maar alles behalve hartelijk begroette. In het Frans uiteraard, want hoewel zijn adellijke familie afkomstig was uit Ardooie sprak hij geen woord Nederlands.

Ik legde de eed af en deed dit in de twee landstalen. Ik keek over de vergaderzaal uit en zag al de Elsense coryfeeën. Ik eindigde met een oproep tot verstandhouding tussen de twee gemeenschappen. Er kwam applaus, maar slechts van mijn Ecolo-partijgenoten. Ik zag hoe Antoinette Spaak naar me keek alsof ik vreselijke dingen had gezegd. Ze bekeek me met opgetrokken neus alsof die iets onwelriekend moest verwerken en haar handen bleven stijf op elkaar. Spaak leek moeilijk te kunnen aanvaarden dat in de Franstalige oasis Nederlands had weerklonken.

Verkozen met Franstalige stemmen

Pas toen ik een paar jaar later ook in het Europees Parlement verkozen was, verwaardigde ze zich met me te praten. Zij had daar net een mandaat achter de rug en we hadden voorwaar gemeenschappelijke Europese vrienden. Maar ze kon het niet nalaten me erop attent te maken dat het dank zij Franstalige stemmen was dat ik in Elsene verkozen was. Haar lichaamstaal zegde er meteen bij dat ze niet kon begrijpen dat in een partij als Ecolo ook Nederlandstaligen een plaats op een eengemaakte lijst kregen. In haar partij was er alleen plaats voor verfranste Vlamingen, die hun eigen taal en cultuur hadden afgezworen.

Een Grande Dame? Dan toch niet als het gaat over pogingen om in Brussel naar een goede verhouding met de Vlamingen te streven. Antoinette Spaak speelde weliswaar een rol bij de Egmont-onderhandelingen, maar zoals ik haar in de gewone omgang in het Elsene van toen heb leren kennen, verdient zij die titel niet. Net als haar opvolger Olivier Maingain behoorde zij tot een klasse van welopgevoede en welsprekende Brusselse politici. Maar achter hun imago van burgerlijke degelijkheid schuilde een rabiaat radicaal anti-Vlaams franskiljonisme, dat flirtte met haat en racisme .

Gwendolyn Rutten

Van de doden, niets dan goed. Maar de waarheid heeft haar rechten. Het is onbegrijpelijk dat aan Franstalige kant de bedenkelijke taal van het FDF naar Vlamingen zo lang is getolereerd. Antoinette Spaak maakte deel uit van een partij die niet vies was van etnische zuivering als het over het verfransen van Brussel ging. Geen wonder dat zij nu door MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez een ‘monument’ wordt genoemd. Minder begrijpelijk is dat ook Gwendolyn Rutten (Open Vld) haar een ’toppolitica’ noemt en postuum dankt voor ‘voor steun, advies en begrip’ zonder enige kanttekening over haar houding tegenover de Vlamingen. Ik hoop dat haar voorzitter Egbert Lachaert anders denkt over dat donkere deel van de erfenis van de Grande Dame

Een grote dame is niet meer. Vrouwelijke partijvoorzitter, toppolitica & every inch a lady.
Dank voor je steun, je advies, je begrip. Adieu Antoinette Spaak. https://t.co/XNqVkbd20S
Gwendolyn Rutten (@RuttenGwendolyn)

Luckas Vander Taelen (1958) werkte als tv-regisseur, en was voor Groen schepen, Vlaams en Europees Parlementslid en senator.

Commentaren en reacties