JavaScript is required for this website to work.
post

De ‘efficaciteit’ van de maatregelen

Het woord zegt het al

ColumnJohan Sanctorum13/3/2020Leestijd 2 minuten

foto © Radio 1

De lichaamstaal van Wilmès straalt besluiteloosheid, zelfs perplexiteit uit. En dat in wat vermoedelijk de grootste na-oorlogse uitdaging wordt.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Corona leert ons veel, heel veel. Dit is een gouden tijd voor observatoren. Eerst een crisisbeleid dat niet verder geraakt dan een ‘advies’, doorgespeeld aan de provinciegouverneurs, die dan verder de burgemeesters op de koffie uitnodigen. Met een Binnenland-minister De Crem die iets neuzelt over ‘maatwerk per provincie’.

Waarna organisatoren uitrekenen hoe ze net onder dat getal 1000 kunnen blijven. This must be Belgium. En vergeet dat we, wat we zelf doen, beter kunnen. De twee N-VA-coryfeeën Bart De Wever, burgemeester van Antwerpen, en Jan Jambon, Vlaams minister-president, vonden het veel heisa voor niks, legden het advies gewoon naast zich neer en zeiden dat ze wachtten op een rampenplan.

Tot op vandaag vindt ‘Sterke Jan’, die naar verluidt dwars lag op het federaal crisisberaad, dat de maatregelen wat overdreven zijn en dat we ook aandacht moeten hebben voor het economische plaatje, lees de café-uitbaters die voor hem stemmen. Ga met zo’n Lamme Goedzakken naar de oorlog. Het is een vreemde paradox: een partij die toch staat voor stoerheid en daadkracht, maar op zo’n moment een ‘laisser faire, laisser passer’ uitstraalt.

Soit, dat rampenplan kwam er ook, een week te laat. Nog een hele week kon dat virus ongestoord stoeien en overspringen, nadat een paar bussen skitoeristen uit Italië vrolijk opschepten hoe ze hals over kop het hotel waren ontvlucht. Niemand die een quarantaine van deze teruggekeerde Odysseeërs nodig vond.

De persconferentie van premier Wilmès, gisterenavond rechtstreeks te bekijken op VTM (op VRT was griepmeester Van Ranst nog een potje aan het leuteren), was een psychodrama op zich. Onzeker, vermoeid, konden haar lichaamstaal en gelaatsuitdrukking nauwelijks verbergen dat de regering in lopende zaken een schimmentheater voorstelt, mentaal helemaal niet in staat om zo’n crisis te lijf te gaan. Perplexiteit is het juiste woord.

Malgoverno

coronaVRT

Minister van Binnenlandse Zaken Pieter De Crem

Het kan mierenneuken lijken op zo’n moment, maar de manier hoe ze haar communiqué voorlas, in de geijkte vorm van afwisselend vier zinnen Frans en twee zinnen gebroken Nederlands, waarin ze het onder meer had over de ‘efficaciteit’ van de maatregelen, geeft een idee van de interne communicatie binnen het hoogste Belgische beleidsniveau. Op zo’n moment komt taalhelderheid van pas en is ondubbelzinnigheid levensreddend. Andermaal helaas, dit gestuntel moet onze Noorderburen toch de slappe lach doen krijgen. Het aandoenlijk belgicisme van heel dit rampenplan is een ramp op zich: de timing, de stijl, de consistentie. En het feit dat de complete bevolking toch aan het hamsteren slaat weerspiegelt het vertrouwen van die bevolking in zijn leiders: nul komma nul. Wilmès is de verpersoonlijking van het malgoverno, of zoals sommige politieke analisten het uitdrukken: ze is één grote leegte.

Balans: Belgisch getreuzel en Vlaamse gezapigheid, in wat wellicht de grootste na-oorlogse uitdaging wordt. Hier kan nu eens met spierballen gerold worden, hier kan macht tonen waarvoor hij dient, namelijk niet om ons te pesten met regeltjes en GAS-boetes maar om een gemeenschappelijke vijand kordaat het hoofd te bieden. Andermaal: helaas, ik zie nergens daadkracht, wel tweespalt en besluiteloosheid. De maatregelen op zich zijn OK, maar de boodschap komt over als een potje tasten in het donker.

Het zal nu snel iedereen voor zich zijn, er zullen een pak mensen dood gaan, de zwaksten uiteraard, wat sommige commentatoren verleidt tot Darwinistische bespiegelingen. Hoed af voor de witte sector, dokters en verpleegkundigen die doen wat ze kunnen. Verpleegkunde, naar het schijnt een fameus knelpuntberoep geworden. Nog een coronales, misschien wel de belangrijkste: bespaar op alles maar niet op zorg en infrastructuur.

Ik groet u vanuit mijn quarantainekwartier/observatiepost bij gebrek aan stamcafé. Ook al gedacht wat voor een zegen dat vermaledijde internet is, deze dagen?

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties