JavaScript is required for this website to work.
BUITENLAND

De groene paradox: zonnepanelen in plaats van planten in de enige Europese woestijn

ColumnAlain Grootaers19/4/2024Leestijd 4 minuten
Ook in de Desierto de Tabernas verschijnen zonnepanelen.

Ook in de Desierto de Tabernas verschijnen zonnepanelen.

foto © Wikimedia Commons

In Spanje wordt de massale realisatie van windmolen- en zonnepaneelparken vergeleken met de drieste bouwgekte van de jaren ’90 aan de costa’s.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Mijn vrouw en ik bezochten vorig weekend een vriendin die een buitenverblijf heeft in de provincie Almeria, net aan de rand van Europa’s enige woestijn, de Desierto de Tabernas, een uniek ecosysteem waar een tiental jaren geleden nog van gezegd werd dat het bedreigd werd door verdere verzanding.

U kent het landschap ongetwijfeld als decor van verschillende Hollywoodproducties. Want als in Amerika de lonen te hoog waren of de vakbonden te lastig, dan draaiden de filmstudio’s hun westerns in deze Spaanse woestijn, vlogen ze hun steracteurs in en huurden ze Spaanse cowboys en Indianen in. De decors zijn blijven staan en doen nu dienst als de toeristische attractie Mini Hollywood.

Star Wars

Het landschap is er zo bijzonder dat het ook gebruikt werd als een buitenaardse woestijnplaneet in Star Wars. Tot onze verbijstering ziet het landschap er inmiddels inderdaad meer uit als een dystopische sciencefiction-film dan als het landschap waar Peter O’Toole ooit door galoppeerde in Lawrence of Arabia of waar Harrisson Ford naar zijn zweep greep in Raiders of the Lost Ark.

We zien aan de rand van de woestijn dat honderden hectaren olijfgaarden zijn gekapt en dat de wilde woestijnbegroeiing met bulldozers is geruimd om plaats te maken voor uitgestrekte velden met zonnepanelen zover het oog reikt. Het resultaat is een futuristisch uitzicht en een ecologische woestenij; de groene paradox zichtbaar gemaakt.

Want al ziet een dorre woestijnplant er misschien niet erg fris uit, zijn wortels houden wel de verdere verwoestijning tegen en de plant zaait zichzelf uit over kilometers als het iconische ‘tumble weed’ uit de westerns. Dat weten ze maar al te goed in Afrika waar ze nu aan het ‘Grote Groene Muur’-project werken, aanplantingen om het verder oprukken van de Sahara en de Sahel tegen te gaan. Terwijl de zonnepanelen weliswaar hernieuwbare energie leveren, maar tegelijk het kwetsbare ecosysteem vernietigen en verdere verwoestijning in de hand werken.

Verenigingen van natuurbeschermers protesteren dan ook heftig tegen deze mega-zonnepaneelparken die worden neergepoot door de grote energiebedrijven, met goedkeuring van de Spaanse minister van Energietransitie.

Trekvogels

Verderop aan zee, in het natuurpark van Cabo de Gata, is er ook veel protest tegen de windmolens die zijn neergezet op het migratietraject van zeldzame trekvogels, die nu massaal worden neergemaaid door de wentelende wieken van de molens. Dat maakt het spanningsveld tussen de goede intentie van hernieuwbare energie  en daadwerkelijke natuurbescherming nog zichtbaarder.

De rol in deze van de Spaanse overheid is ook lang erg dubieus geweest. Toen ik zeventien jaar geleden een boerderij kocht in Andalusië was ik verbaasd over hoe weinig fotovoltaïsche zonnepanelen ik op de daken zag liggen, al zag ik wel hier en daar de installaties voor warm water. Andalusië heeft namelijk het meeste uren zonneschijn van heel Europa, maar toch lagen er meer fotovoltaïsche panelen op daken in België, Nederland en Duitsland dan hier. De reden was absurd: het privé installeren van fotovoltaïsche zonnepanelen was strafbaar! Overtreders kregen boetes tot wel 40.000 euro.

Als door absurde wetten gestaalde Vlaming ontdekte ik al snel een achterpoortje in de wetgeving dat me toch toeliet om panelen te installeren. Ik had hier een bedrijf en aan bedrijven werd het plaatsen van zonnepanelen wél toegestaan. Nogal wiedes, anders konden de grote elektriciteitsproducenten moeilijk hun parken aanleggen. En ook in Spanje zijn de raden van bestuur van die energiereuzen flink gevuld met politieke zwaargewichten van alle partijen; meestal ex-ministers met een goed gevuld adressenboekje, zodat de wetgeving in de gewenste richting kan worden gestuurd. Niets nieuws onder de zon…

Overigens blijkt niet alleen de Tabernas-woestijn het slachtoffer te zijn van de zonnepaneelpark-gekte, ook langs de eeuwenoude Zilverroute (Ruta de la Plata) tussen Sevilla en Cáceres ontsieren inmiddels gigantische parken het voorheen adembenemende landschap.

Bouwgekte

Een opiniestuk in de krant El Diario vergelijkt de ‘boom’ van windmolen- en zonnepaneelparken met de bouwgekte in Spanje in de jaren ’90. Grootgrondbezitters verkopen hun grond duur aan de elektriciteitsboeren en politici schrijven met half dichtgeknepen ogen vergunningen uit zonder dat de impact op fauna en flora in rekening wordt gebracht. Wie protesteert, zoals de vereniging ‘Ecologistas en acción’, wordt al gauw verweten tegen de vooruitgang te zijn of – oh ironie – tegen duurzame energie.

Het is een gevecht van eenzame Don Quichotes tegen monsterlijke windmolens en zonnepanelen die op reusachtige kafkaiaanse insecten lijken. Het zal niet de laatste paradox zijn waar de Groenen tegenaan lopen, niet in Spanje en ook niet in de rest van de wereld. Er zal een metamorfose in de stijl van Kafka’s Gregor Samsa nodig zijn om dat recht te trekken. (Samsa merkte dat hij in een insect was veranderd..)

Wanneer we na ons weekend in de woestijn terug huiswaarts rijden zien we nóg een paradox: de takken van de gerooide olijf- en amandelbomen worden in de velden in de fik gestoken zodat een dikke zwarte rook over de rustige Ruta Nacional 340 walmt: het is net om het verbranden van fossiele brandstoffen tegen te gaan dat de bomen plaats moesten maken voor de zonnepaneelparken. De dikkere blokken worden keurig op aanhangwagens geladen: die kunnen verkocht worden als stookhout voor de haard volgende winter, want ook in de woestijn wordt het koud als de zon is onder gegaan en als de panelen geen elektriciteit meer leveren voor de elektrische kachel.

Ik weet dat uit eigen ervaring met de zonnepanelen op mijn boerderij, waarvan ik de elektriciteit opsloeg in batterijen zodat ik volledig onafhankelijk van het netwerk kon leven. Als er door de hevige wind een elektriciteitspanne was in de gemeente, was mijn boerderij de enige in de vallei waar nog licht scheen. Maar in de winter zijn de dagen korter en konden de batterijen niet volledig opgeladen worden; de dunkelflaute zoals de Duitsers het noemen. Zodat ik midden in de nacht soms zonder stroom kwam te zitten en ik met de zaklamp naast het bed moest slapen voor het geval ik een losgebroken paard moest gaan zoeken. Gelukkig had ik geen buren die zich konden storen aan die man die poedelnaakt – met alleen een paar rubber laarzen aan en een zaklamp in de hand – op zoek ging naar een uitgebroken paard waarvan ik niet zeker wist of het hinnikte van angst of van het lachen omwille van mijn door de koude gekrompen dunkelflaute.

Alain Grootaers (1964) was achtereenvolgens profvoetballer (1 jaar), journalist (altijd al), hoofdredacteur, uitgever, radio- en tv maker, auteur, olijfboer, reisorganisator en documentairemaker. Sommigen zouden zeggen: twaalf stielen en dertien ongelukken maar zelf houdt hij het op: uomo universalis. Hij woont op een boerderij in Andalucía.

Commentaren en reacties