Om meteen duidelijk te zijn: ik ben voor de zelfbeschikking van vrouwen inzake abortus. Maar ik ben ook tegen het dwaze gekwijl over het loslaten daarvan door het Hooggerechtshof in de VS. De abortus-activisten hebben die nederlaag gewoon aan zichzelf te wijten. Waarom? Omdat ze zich baseren op het verkeerde uitgangspunt waardoor de nederlaag onvermijdelijk werd. Gedoogbeleid creëert geen recht Ik herinner me nog de aanzet voor de abortuswetgeving in dit land, de betoging en steun voor dokter Willy Peers…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Om meteen duidelijk te zijn: ik ben voor de zelfbeschikking van vrouwen inzake abortus. Maar ik ben ook tegen het dwaze gekwijl over het loslaten daarvan door het Hooggerechtshof in de VS. De abortus-activisten hebben die nederlaag gewoon aan zichzelf te wijten. Waarom? Omdat ze zich baseren op het verkeerde uitgangspunt waardoor de nederlaag onvermijdelijk werd.
Gedoogbeleid creëert geen recht
Ik herinner me nog de aanzet voor de abortuswetgeving in dit land, de betoging en steun voor dokter Willy Peers (1924-1985) die in 1973 gearresteerd werd voor het uitvoeren van abortus bij een zevenentwintigjarige vrouw met een mentale achterstand, die ongewenst zwanger was ten gevolge van een verkrachting. Het gerecht zegde weet te hebben van driehonderd zwangerschappen die Peers zou hebben afgebroken. Peers ijverde dan al twee decennia voor anticonceptie en stond bekend als een humane figuur, die vanuit sociale bewogenheid en een sterk rechtvaardigheidsgevoel belangeloos vrouwen in moeilijkheden bijstond.
Zijn aanhouding bracht een beweging met zich mee die in een eerste fase anticonceptie legaliseerde en in 1990 triomfeerde omdat abortus uit de strafwet werd gehaald. Let op: abortus werd niet gelegaliseerd, het ‘baas in eigen buik’-principe werd niet geconsacreerd, maar de vervolging werd opgeschort. Abortus bleef gelden als ‘een wanbedrijf tegen de orde der familie en de openbare zedelijkheid’, en bleef daardoor stigmatiserend. Dat duurde tot 2018 wanneer het effectief een verworven recht werd, in plaats van een gedoogd misdrijf. Waar de wetgeving van 1990 volgens mij niet ver genoeg ging, ging die van 2018 volgens mij te ver omdat men in beide gevallen de kern van de kwestie ontweken heeft, de rechtsgrond waar men zich op baseert.
Stephen Hawking was al twintig jaar
Onze wetgeving erkent namelijk de onaantastbaarheid van de menselijke persoon. De vraag wordt of een foetus van die bepaling kan genieten, of met andere woorden een foetus van mensenrechten geniet. Persoonlijk vind ik van niet. Ik meen dat dit zelfs niets te maken heeft met hoe voldragen een vrucht is (twaalf of veertien werken). In een tijd waarin men zelfs van dierenrechten spreekt en het vermijden van leed bij een schapenslachting als een fundament van onze beschaving aanziet, kan men die kwestie niet zomaar van tafel vegen. Nu redeneren de tegenstanders van abortus: een foetus mag niet langer verwijderd worden vanaf het moment dat hij een baby oplevert die met een zeer intense zorg in een couveuse toch nog levensvatbaar is.
Of die baby niet gewenst is in de familiale context, het resultaat is van verkrachting, gehandicapt voor het leven is, misschien zelfs niet eens zijn verzorgers zal herkennen, speelt geen rol meer. De ouders of desnoods de maatschappij moeten hem als levenslange last op zich nemen. Als groot voorbeeld zwaait men met Stephen Hawking die als genie wordt beschouwd. Men vergeet wel dat de fatale neurologische ziekte ALS, ondanks het feit dat zijn vader geneesheer was, pas bij hem werd vastgesteld toen hij twintig was. Tot dan leidde hij een relatief ‘normaal’ leven. Hij werd niet als een kasplantje opgevoed en had slechts intense verzorging nodig toen zijn persoonlijkheid en zijn wetenschappelijke ontwikkeling grotendeels voltooid waren.
De ‘progressieven’ denken niet na
Hawking kan dus niet als model gelden voor een baby die aantoonbaar gehandicapt geboren wordt, en kan niet als argument opgevoerd worden tegen euthanasie van kinderen die van bij de geboorte in de ellende (moeten) leven.
De beslissing over abortus of desnoods zelfs euthanasie dient te liggen bij degenen die de voornaamste zorgversterkers zullen zijn, in principe de ouders, vind ik. Het is geen medische maar een morele kwestie. Dit is een feitelijke ‘baas in eigen buik’-houding, niet als een recht maar als een toegestane menselijke zwakheid: mensen mogen niet in hun recht om zelf een creatief leven te leiden beperkt worden door een onaanvaardbare last. En toch kan ik me niet achter de redenering van de abortusbeweging scharen. Waar zit haar denkfout?
De fatale vergissing is het formuleren van dit principe als een recht, zelfs een mensenrecht, in plaats van als een gedogen. In de VS gaat men zelfs verder en beweert men dat dit recht in de grondwet zou ingeschreven zijn, in het recht op privacy. Dat is natuurlijk onzin. Het probleem is immers dat er een sterk gepolariseerde denkwijze bestaat rond dit ‘mensenrecht’ die samenhangt met de visie op de persoon.
Voor de ‘conservatieven’ is de foetus een persoon en is abortus dus een inbreuk op zijn onvervreemdbare en door de grondwet gegarandeerde rechten. De ‘progressieven’ denken zelfs niet na over dit filosofisch thema maar hanteren een grondwetsartikel dat zij mits wat dialectisch sofisme laten zeggen wat zij willen dat het zegt, maar dat zeker zo niet bedoeld kan zijn geweest door de founding fathers. Liever dan zich op de kern van de kwestie te richten, wentelen zij zich in een opportunisme dat feitelijk de rechten van hun tegenstrevers ontkent. Meer nog: zij diaboliseren hen als achterlijken, fundamentalisten, onmensen, en krijgen navenante reacties.
De polarisatie verzoenend accepteren
De enige juiste houding zou zijn dat men in een tegensprekelijk debat stelt dat er twee opvattingen bestaan over de ‘menselijkheid’ van een ongeboren baby en dat die opvattingen onverzoenbaar maar allebei legitiem zijn. Om in die omstandigheden tot een maatschappelijke verzoening te komen waardoor samenleven mogelijk blijft, dienen de voorstanders van vrije abortus te accepteren dat zij in de ogen van anderen een misdrijf begaan. Waarop zij van hun tegenstrevers mogen verwachten dat zij de straffeloosheid van dit misdrijf accepteren.
Vanaf dan kan de discussie verschoven worden naar bijvoorbeeld het organiseren van adoptieprogramma’s waarbij abortus vermeden wordt door baby’s af te staan aan kinderloze wensouders. Dan pas komt men tot een echte humanisering van de problematiek. Nu denderen we naar een eindeloze welles-nietes waarbij geen der beide partijen de andere ooit zal overtuigen, maar elk zich kan wentelen in een overtuiging van morele superioriteit. Dat slaat diepe maatschappelijke wonden die bevolkingsgroepen nodeloos tegen elkaar opzetten.