JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

De kip en het ei

Conceptuele kunst: iedereen kan het, maar niet iedereen mag het

ColumnJohan Sanctorum20/7/2019Leestijd 6 minuten

foto © VRT NWS

Koen Van Mechelen, bedenker van de Kosmopolitische Kip, wordt in Zillebeke plots geconfronteerd met dissident pluimvee in de achtergrond

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Mensen die iets tegen komkommernieuws hebben, hoeven deze bijdrage echt niet verder te lezen. Voor mij is het een mooie gelegenheid om uit de waan van de dag te geraken en eens de zogenaamd kleine verhalen uit te diepen die ons doen nadenken, dromen, of net ontnuchteren. De kip en het ei dus.

Het is een steeds weerkerende vraag die knappe koppen al sinds de oudheid bezig hield: wie van beide was er eerst? Wetenschappelijk en volgens de moderne evolutieleer is het antwoord simpel: het ei, want er waren in de prehistorie al eierleggende beesten vóór de vogels en nog later de kip ten tonele verschenen. Maar zo simpel is het niet. Je kan de vraag ook filosofisch benaderen, volgens de rangorde, wie veroorzaakt wat, en dan zitten we meteen in een hoop actuele knopen: vragen meer auto’s om bredere wegen, of trekken bredere wegen meer auto’s aan? Is België de oorzaak van een permanent slecht bestuur, of het gevolg ervan? Wakkert het antisemitisme de jodenhaat aan, of creëren de joden zelf het antisemitisme? Maken onze mainstream media de lezers dom, of leiden domme lezers tot middelmatige media? Of is het beide tegelijk?

Naar aanleiding van ons project komkommerjournalistiek zakten we af naar Ieper/Zillebeke om het vraagstuk in een nieuw perspectief te plaatsen. In het provinciaal domein De Palingbeek heeft kunstenaar Koen Van Mechelen zijn permanente installatie ComingWorldRememberMe opgesteld, ter nagedachtenis van de gesneuvelden van de eerste wereldoorlog. Het is op zijn beurt gerecycleerd uit de 600.000 stenen beeldjes die verspreid werden naar aanleiding van de herdenking. Het kunstwerk toont een groot ei dat een massa eitjes ovuleert die elkaar ondersteunen, alles in steenrood. Mooi, goed gevonden. Koen is altijd gefocust op goede doelen en edele boodschappen. Van deze man geen kwaad.

Maar een paar tientallen meter verder staat in een belendende tuin sinds een paar dagen een fors gedimensioneerd plastieken kieken schaamteloos naar Van Mechelens nieuwe meesterwerk te kijken. Spieler-ei? Of zit er meer achter? Heel de mooie symboliek naar de vaantjes, wat met dit onverwachtse tegenbeeld gedaan? Het laten weghalen? Moeilijk, want het staat op privéterrein, namelijk de achtertuin van een aldaar wonend koppel. Anderzijds schijnt het de ernst en de waardigheid van het ‘originele’ kunstwerk aan te tasten. Of erger nog: een gebrek aan respect voor de doden. Terwijl een ei zonder kip toch ondenkbaar is, denkt de boer in mij. En er nog zoiets als artistieke vrijheid bestaat, ook bij mensen die hun achtertuin wat willen opfleuren met iets anders dan de klassieke tuinkabouter.

De kip en het kot

Arne Quinze: Rock Strangers (Oostende)

Koen Van Mechelen (Sint-Truiden, 1965) is wat men noemt een conceptueel kunstenaar, wereldwijd bekend om zijn projecten en installaties die draaien rond de kip en haar afgeleiden, het ei.

Ik hoef u niet te vertellen waar de conceptuele kunst heeft wortel geschoten. Men beschouwt Marcel Duchamp met zijn tentoongesteld urinoir (Fountain, 1917) als de Urheber. Het verhaal daarrond behandel ik in mijn onvoltooid opus Cherchez la Femme, want Duchamps had dat idee eigenlijk gepikt van een vrouwelijke kunstenares die nooit de kunstboeken heeft gehaald.

Feit is dat een heel aantal grote en kleine concept-artiesten sindsdien het licht zagen, met Andy Warhol en onze eigenste Marcel Broodthaers (de fameuze Mosselpot) als tussenstations. Iedere keer als het publiek zei: dat kan ik ook, was het antwoord: ja, maar ik deed het voor het eerst. Snelheid is dus van belang, dat schept een rangorde. Iedereen kan het, maar niet iedereen mag het. Het is niet omdat Arne Quinze zijn Rock Strangers op de Oostendse Zeedijk deponeert, en er zich nog goed voor laat betalen ook, dat u sterk gelijkende vuilzakken zomaar op de verkeerde dag op de stoep mag zetten.

Conceptuele kunstenaars slagen erin om één idee duizend keer uit te werken, in alle mogelijke variaties en contexten, en dat als artistieke jetset wereldwijd te exporteren. Ze beheren het idee en hanteren het meteen ook als een merk, een intellectueel eigendom waardoor er conflicten kunnen ontstaan als iemand anders dat idee ook uitwerkt. Zo spande diezelfde Arne Quinze, eigenaar van het idee ‘houten planken’ ooit een proces in tegen een Limburger die ook iets met planken had gedaan: opgelet dus bij het ineen timmeren van een kiekenkot.

Maar Van Mechelen laat de koterij dus aan Quinze en heeft zich de kip toegeëigend. Wie Koen zegt, zegt kip, wie kip zegt, zegt Koen, van Syndney over Detroit en Venetië tot Malmö, en niet te vergeten ons eigenste SMAK natuurlijk. De allesetende, polyvalente kip als metafoor voor de adaptieve wereldburger. verpakt in ronkende, haast grotesk aandoende namen als Cosmopolitan Chicken Project, Cosmopolitan Chicken Research Project, The Walking Egg, enzoverder. Zorgvuldig werd het concept verder geïntegreerd in een wetenschappelijke poot rond evolutie, genetica en kruisbestuiving, maar anderzijds ook een politiek-correcte rond mensenrechten, kosmopolitisme, verbondenheid en diversiteit. Op die manier slaagde Van Mechelen erin om een controverse-vrij netwerk van goodwill op te bouwen, dat hem uiteindelijk een plaatsje gaf in de postmoderne galerij. De overheden staan aan te schuiven om hem opdrachten te geven, altijd iets rond diversiteit en verbondenheid. Dat allemaal, vergis u niet, commercieel stevig onderbouwd en gerund via de bvba The Cosmopolitan Chicken, gevestigd in Meeuwen-Gruitrode. Niet slecht voor een gewezen kok-patissier.

Happy accident

Johan Sanctorum | Doorbraak.be

Op het einde kiest de kunstenaar geld voor zijn eieren en casht, daar is niks mis mee. Zelfs zijn ijver om imitaties of al te zeer gelijkende constructen uit de etalage te weren, ik kan erin komen. Maar dat betekent dus wel dat iedereen die met enige passie thuis kippen kweekt, een collega én in se een potentiële concurrent is van Van Mechelen. En wie een originele kippenren ineen knutselt, doet Arne Quinze concurrentie aan. Voorwaar een mijnenveld, die conceptuele kunst.

Het door mij geconstrueerde fox free kippenwalhalla beschouw ik als een kunstwerk, zelfs een kruisbevruchting tussen Van Mechelen en Quinze. Het is voor mij een symbool van grens en begrenzing, identiteit, cohesie. Mensen komen er naar kijken, ik zou er een betalend museum van kunnen maken, quod non. Maar alleen al het feit dat ik de foto publiceer en de ren een goed klinkende Engelse naam geef, is een kaakslag voor beide kunstenaars en een bezoedeling van hun wereldwijd gedeponeerd merk.

En dat brengt ons weer tot het komkommerverhaal van de dissidente kip achter de omheining, die van Van Mechelens eierconstruct een omelet dreigt te maken. De schrikgedachte dat mensen nu komen kijken, niet alleen naar zijn project, maar ook naar de antithese, de parodie die misschien wel alle aandacht wegneemt. Benieuwd wat Koen zelf gaat doen. Of de opdrachtgever, de provincie West-Vlaanderen. Een proces inspannen wegens gebrek aan respect, smaad, plagiaat? Of zou de kunstenaar dan toch zo breeddenkend zijn om, volgens zijn eigen mantra van diversiteit en participatie, dat ikonoklast kieken te beschouwen als een uitbreiding, een commentaar, een verrijking? Dat ligt moeilijk, want dat zou in conflict komen met zijn commerciële agenda en merkmonopolie.

Als iedereen kunstenaar is, is het uit met het rijk van Koen, terwijl hij ronkende zinnen produceert als  ‘Ik probeer om mensen en ideeën te verbinden, om de juiste plaats in tijd en ruimte te vinden om het ei te doen barsten, ergens in de eindeloze stroom botsingen van happy accidents die veroorzaakt worden door oneindige beweging.’ Het ei te doen barsten! Dus toch de omelet als laatste fase, de entropische kip-kap?

Afgezien van die paradox zit er nog een andere dreiging vervat in dat happy accident van het gapende kieken in de achtertuin. Het zal wel zijn dat Van Mechelen’s kunstwerk vol zit van mooie boodschappen, gelardeerd met een wetenschappelijke saus, maar er is ook nog iets als de Kip-an-sich, het beest zelf, dat zich van heel de gesofisticeerde reutemeteut niets aantrekt en schijnt te kakelen: ik wil mijn ei terug! Op die manier zijn concept-artiesten zoals Van Mechelen, Quinze en C° effectief weinig meer dan patissiers die veel eieren in hun gerechten verwerken, en zijn het nestrovers die de echte kip beletten haar ei uit te broeden, waar ze volgens de natuur toch wel recht op heeft.

Voor mij is en blijft dat de clou van de zaak: kunst is op haar best ontroerend en releverend, en op haar slechtst een domein van arrogante charlatans. Daarom is het goed dat mensen af en toe kunst plegen die Jan Hoet ten strengste zou veroordeeld hebben, om het rondreizend circus tussen Kassel en Venetië erop te wijzen dat het verschil tussen een stenen ei en gebakken lucht niet zo groot is. Daarom is het ook louterend dat poetsvrouwen af en toe per malheur een conceptueel kunstwerk opruimen, omdat ze dachten dat het rommel was. Het besef dat het scheldwoord kip voor een vrouw niet zomaar een metafoor is. En dat het allergrootste kunstwerk misschien wel het simpele ei is zoals het uit de vagina van de kip komt, bestemd om het nageslacht te verzekeren, zonder verder hemelbestormend geleuter.

Het feit dat de kip de natuurlijke eigenares van het ei is en blijft, en al de rest een vorm van usurpatie, ook de filantropisch-kunstzinnige bedenksels van Koen, moet ons weerom doen beseffen dat de mens gewoon een roofdier is met ontwikkelde frontale kwabben, op weg naar de hel van het antropoceen. Daarom liggen er 600.000 lijken in de West-Vlaamse klei, deed Europa het twintig jaar later nog eens groots over, en worden er in België maandelijks 26,5 miljoen dieren geslacht die hun weg vinden naar de zomerse barbecue. Dat is voor de kip een unhappy accident waar we wel weinig bij blijven stilstaan. Onder het aangename statement van Van Mechelen ‘Every organism needs another organism to survive’ zit de onaangename waarheid dat uw en mijn leven zich ent op de dood van de anderen.

Het West-Vlaams provinciebestuur heeft nu gezegd, eens te willen gaan praten met de bedenkers van het anti-kunstwerk, de heer en mevrouw Shipman-Boink, handelaars in noten (ik verzin het niet). Al wie mij ooit benaderde met de intro ‘Johan, we moeten eens praten’, bleek achteraf bijzonder slechte bedoelingen te hebben, dus deze kip is allicht slachtrijp en de noot gekraakt. Het ei van Koen Van Mechelen was er niet alleen het eerst, hij blijft er ook het langst. Quod erat demonstrandum.

ComingWorldRememberMe, installatie opgesteld in Provinciaal Domein De Palingbeek, Zillebeke/Ieper. Termijn: permanent. Van de kip weet ik het niet.

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties