De kleren van keizer Karl
Over modes, media en de kunst van het oplichten
foto © Reporters
De zonet overleden legendarische monde-ontwerper Karl Lagerfeld had een hekel aan mannen in jogging, en hier voelt iemand zich aangesproken…
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementGisteren, 19 februari, overleed mode-ontwerper Karl Lagerfeld, geboren in Hamburg (1933), en een begrip in de internationale beau monde van cat walks, juwelen, parfums, handtassen en dies meer. De excentrieke Lagerfeld beschouwde ‘foute’ kleren als iets immoreels, en gaf het woord ijdelheid een nieuwe dimensie door onveranderlijk in een zwart kostuum, een wit, hoog gesloten overhemd, een gebonden paardenstaart en met een donkere zonnebril te verschijnen, om dan allerlei Sibillijnse uitspraken ten beste te geven over mode en lifestyle. Van hem noteren we onder meer het gezegde: ‘wie in een joggingbroek rondloopt, heeft de controle over zijn bestaan verloren’.
Mensen die dus niet constant met hun uiterlijk en hun garderobe bezig zijn, zijn psychotisch en kunnen er beter een eind aan maken, dixit de modegoeroe. Dat maakt de couturier tot een weldoener, haast een Messias. Hij maakt exclusieve kleren voor de rijken én pret-à-porters voor het gepeupel, ook de mannen, opdat ze dus vooral niet in jogging zouden rondlopen, of in andere lompen die ze zelf bijeen scharrelen in budgetwinkels.
Het excentrisme van de topdesigner had zo een totalitair-filantropisch kantje, dat zijn fabelachtige uitstraling bovendien ten goede kwam: alleen geklede mensen zijn mensen, variatie op het motto ‘de kleren maken de man’ (waaraan de Vlaming het woordje ‘arm’ toevoegt). De ontwerper is dan de man die ons verlost uit de banaliteit en de treurnis van het leven. Hij dicteert de smaak, ontwerpt meteen een levensstijl, en staat zelf in het middelpunt van een permanente one-man-show.
Een heel jaar Carnaval
Zo komen we bij de essentie van het fenomeen Lagerfeld: een oplichter met stijl. Maar ook met zin voor (zelf)ironie. Niet toevallig illustreerde Karl een editie van het sprookje De nieuwe kleren van de keizer van Hans Christian Andersen. U kent het verhaal: een keizer die enorm op zijn uiterlijk gesteld was, liet twee mysterieuze kleermakers een gewaad maken ‘uit een onbekende stof die alleen voor slimme mensen zichtbaar is’. Finaal paradeert hij met zijn nieuwe outfit door de stad, waarbij iedereen kreetjes van bewondering slaakt uit schrik om voor dom versleten te worden, tot een kind roept: hé, de keizer heeft geen kleren aan! Waarna de twee ‘ontwerpers’ zich ijlings uit de voeten maken.
Het kan niet anders of Karl Lagerfeld herkende zich in het personage van de kleermaker-oplichter uit het sprookje, en maakt zich op die manier ook vrolijk over de lui die zo dom zijn om zijn creaties ‘uit een onzichtbare stof’ te aanbidden en ermee rond te lopen. Mode is collectieve dwaasheid en verdwazing, met de bedenker-charlatan als slimmerik in het verhaal. Liegen is een kunst, en alleen echte fantasten zijn in staat om er een eigen waarheid uit te destilleren. Of zoals Karl het in een opwelling van eerlijkheid uitdrukte: ‘Ik ben een karikatuur van mezelf en dat vind ik leuk. Het is als een masker. En voor mij duurt het Venetiaanse Carnaval het hele jaar.’
Daarmee overtreft het fenomeen Lagerfeld de dimensies van het mode-universum, zoals het sprookje van de kleren van de keizer dat doet: dit gaat over collectieve waan, gecultiveerd en versterkt door de kracht van de massamedia. Dankzij de geschreven én de audiovisuele pers plant de gebakken lucht zich veel doeltreffender voort, omdat kranten, tijdschriften en televisie nu eenmaal zelf groteske verhalenfabrieken zijn die leven van faction, een mix van feiten en fictie. Journalistiek draait niet om waarheid –een paar integere onderzoeksjournalisten niet te nagesproken- maar om verkoopbare actua-soap die elke dag weer moet geserveerd worden, inderdaad, een heel jaar Carnaval.
Pulp & circumstances
Ook en vooral de zogenaamde kwaliteitsbladen zoals De Standaard, De Morgen en Knack reproduceren de waan, omdat ze als mainstream media gedoemd zijn om verhalen te herkneden die zowel de politiek-correcte toets doorstaan als de wens van hun adverteerders om niet te bruuskeren. Content is namelijk vulsel tussen twee reclameblokken. Dan krijg je gladde pulp die door iedereen kan/moet geconsumeerd worden: mainstream en mode zijn begrippen die elkaar sterk overlappen. Dat is de reden waarom het woord ‘leugenpers’ (Lügenpresse) best wel raak gekozen is: in essentie gaat het over de fabricage van verhalen en verhaaltjes, ingebed in een context van zogenaamde nieuwsgaring.
In mijn nieuw boek over de Vlaamse media, ‘Na het journaal volgt het nieuws’, heb ik getracht om de grenzen van de mediakritiek te verruimen, door ook aandacht te besteden aan het fenomeen van de leugen, en de journalistiek als mythomaan universum dat uiteindelijk door de nieuwsindustrie wordt geënterd. Journalisten zijn in essentie fantasten die ‘waargebeurde verhalen’ serveren, in de studio tot actualiteit opgewerkt, en charlatans als Karl Lagerfeld zijn daarin onmisbare smaakmakers: ze geven de waan allure en de gebakken lucht een aangenaam parfum.
Modebewustzijn is dus niet alleen de juiste kleren dragen maar ook de juiste kranten lezen, TV-programma’s bekijken, dingen oppikken. Het is een bewijs van aangepastheid en ‘met zijn tijd meegaan’. Wie dat kan heeft ‘controle over zijn bestaan’, bezit stijl en goede smaak. Lees zeker ook de weekendbijlagen met talloze tips voor een stijlvol leven, interviews met mensen die dat uitstralen, en reclame voor producten die we nodig hebben om ze te imiteren. Wie dat anderzijds aan zich laat voorbij gaan, of iets roept zoals dat kind in het sprookje, mist de boot van het leven totaal.
Het vermelde mediaboek, dat kan ik u in primeur al toevertrouwen, is geschreven door iemand die in jogging aan zijn PC zit en, –horresco referens-, op sloefen met velcro’s rondloopt. Ja echt: het Lagerfeldiaans inferno van de slechte smaak en de existentiële leegte. Terecht zullen de kwaliteitsbladen het boek niét bespreken, ten einde Vlaanderen te behoeden voor de totale zinsverbijstering. Meer nieuws na het journaal.
Organisatoren, verenigingen, kringen: om de nieuwe media-lezing van Johan Sanctorum te boeken, klik hier. Het boek ‘Na het journaal volgt het nieuws’ wordt op 2 april in De Zandloper/Wemmel voorgesteld. Met een inleiding van Jan Peumans.
Categorieën |
---|
Personen |
---|
Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.
Bij de docu-film van Jambers over BDW blijft de vraag hangen waar de N-VA als ‘republikeinse partij’ nu eigenlijk nog voor staat.
Evolueren we naar een politiek model zoals in een communistische eenpartijstaat? Ontdek het in ‘Ondernemen in Achterland 1.0’.