JavaScript is required for this website to work.
Politiek

De neergang van CD&V

Koenraad Elst12/5/2022Leestijd 4 minuten

foto © Belga

Het zat er al decennia aan te komen: het einde van de katholieke zuil, nu ook in de partijpolitiek.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het zat er al decennia aan te komen: het einde van de katholieke zuil, nu ook in de partijpolitiek. Volgens de betwistbare doch invloedrijke cijfers van De Stemming wordt CD&V de kleinste partij, daar waar zij tot de millenniumwende altijd de grootste geweest was. Voorzitter Joachim Coens, voorbijgaand aan ideologische beginselen en partijstatuten, volgt braaf de mediastormwind en kondigt zijn aftreden aan.

Als telg van die zuil zal ik het verhaal beginnen waar de gezinspartij het maar normaal vindt: bij mijn ouders. Elke keer de verkiezingen naderden, hoor ik hen nog foeteren op de CVP-‘mosselen’ die weer eens hun ziel verkocht hadden aan de nochtans kleinere Belgische Socialistische Partij. Voor de jeugd: CVP stond voor Christelijke Volkspartij, ooit onvermijdelijk de grootste en meestal de leverancier van de regeringsleider op Belgisch en later ook op Vlaams niveau.

Veel van hun generatiegenoten waagden in het kieshokje de stap naar de Volksunie. Naar de goddeloze socialisten of liberalen gaan, was ondenkbaar, maar zelfs naar de Volksunie was voor hen uiteindelijk een brug te ver, want door de CVP te verzwakken bevorder je de katholieke beginselen niet. Zij waren het soort stamkiezers die door hun betrouwbaarheid aan de CVP veel macht en politieke manoeuvreerruimte gaven. Maar dat soort kiezer is ei zo na uitgestorven: mijn moeder is 93, mijn vader al 30 jaar dood.

Wegdeemsteren

Ondanks de nog wat ideologische partijnaam vermeden haar verkiezingsleuzen reeds elk programmatisch engagement: ‘Zeker is zeker’, ‘Vertrouwen’, ‘Met deze man [Leo Tindemans] wordt het anders’, ‘Hoge bomen [Wilfried Martens] hebben diepe wortels’. (Die laatste zou opnieuw kunnen gebruikt worden door een partij die belang hecht aan ‘wortels’, maar bij de CVP was ze slechts affichevulsel.) Het woord ‘christelijk’ in de naam volstond als kiezersbinding.

Alle strategische ontledingen van het beleid van de partijtenoren vallen daarom in het niet als verklaring voor de neergang van de partij. Die komt volledig voort uit de wegdeemstering van het christelijk element in de samenleving. De gebeurlijke politieke faits divers zorgden voor wat hoogte- en laagtepunten rond een langjarige curve die onherroepelijke naar beneden ging.  Dat de leiders laf en onbetrouwbaar bleken, kon hun traditionele kiezersbasis hen vergeven. Het was die kiezersbasis zelf die verdween.

CD&V

Dezelfde ontkerstening die de basis aantastte, besmette ook de leiders, hoewel die wel nog aan de partij gehecht bleven wegens toen nog een toegang tot de macht. Johan Van Hecke ontkerstende zijn partij tot een ‘open centrumpartij’. (Maar eind jaren 1990 was er in de partijrangen nog zulke christelijke dan wel identitaire reflex dat hij zich er niet meer thuis voelde en zijn heil, plus verzekerde parlementaire ambten, bij de VLD ging zoeken.)

Het verraste dat de naamsverandering die in 2001 doorgevoerd werd, toch nog een onrechtstreekse verwijzing naar het christendom bleef behouden: Christen-Democratisch & Vlaams. De marketeers waren er duidelijk op beducht dat er toch iets van een levensbeschouwelijke binding met de vertrouwde zuil moest overblijven. Maar oud-premier Jean-Luc Dehaene merkte veelbetekenend op dat hij dat niet zou gedaan hebben: als er toch een naamsverandering moest komen, dan maar ineens een propere breuk met het katholieke Vlaanderen van weleer.

Nietszeggend

De Waalse broeders van de Parti Social Chrétien deden het wel. Eerst Centre Démocrate Humaniste, met een ideologische term die specifiek in België juist ‘vrijzinnig’ en ‘anti-kerkelijk’ betekent (wat veel verder ging dan de evolutie der geesten bij de basis). En sinds kort het helemaal nietszeggende Les Engagés.

Even nietszeggend werd de nieuwe naam van het Algemeen Christelijk Werkersverbond: ‘De Beweging’. En van de vroegere Katholieke Arbeidersvrouwen: ‘Femma’. Ideologisch lieten zij hun wortels volledig los om op te gaan in een vaag socialisme respectievelijk feminisme. Ter illustratie: De Beweging was dit jaar vertegenwoordigd op de socialistische 1-meiviering, daar waar het ACW-orgaan Het Volk ooit begonnen was met als ondertitel ‘anti-socialistisch dagblad’.

Identiteitsschaamte

De ontkerstening van Vlaanderen was allicht onvermijdelijk, maar de zuil had in dat proces wel wat meer zelfrespect kunnen tonen. Nu zijn de naamsveranderingen slechts de schoorvoetende uiting van een toenemende identiteitsschaamte geweest.

Zij had zich als seculiere centrumpartij of conservatieve partij kunnen heruitvinden, daar bestaat een levensbeschouwelijk meerzinnig kiespubliek voor. Met de Duitse CDU is het eigenlijk zo gegaan. De Angelsaksische media duiden haar steevast als de ‘Conservative Party’ aan, maar zij heeft daarvoor nog geen beuzelachtige naamswijziging doorgevoerd.

Haar kiezers waarderen de louter historisch geworden verwijzing naar het christendom best: juist omdat zij conservatief zijn, kunnen zij best leven met de aanwezigheid van het verleden. Zij is alleen inhoudelijk met haar tijd meegeëvolueerd. Pas nu zij onder Angela Merkel op die conservatieve identiteit ingeboet heeft, en er op rechts een geloofwaardig alternatief kwam, is zij door haar kiezers afgestraft. In haar geval kan een programmatische koerscorrectie een nieuwe bloei op gang brengen, net wat we ons van CD&V moeilijk kunnen voorstellen.

Laatste hoop

Als laatste hoop op een herleving wordt nu Sammy Mahdi naar voor geschoven. Qua persoonlijkheid is hij geloofwaardiger dan sommige recente CD&V-voorzitters, potentieel een leider zoals de CVP er ooit zichzelf en het land te bieden had. Op 3 mei zag ik hem in debat met Tom Van Grieken bij de Debatclub te Edegem: een krachtmeting over het thema migratie, zijn regeringsbevoegdheid. Hij kwam erg presidentieel over: terzake, beheerst, correct en bij wijlen geestig. Zijn tegenstander speelde een thuiswedstrijd, zowel qua publiek als qua onderwerp, en Mahdi zelf had een slecht dossier te verdedigen: het vierkant draaiende migratiebeleid van de Vivaldi-regering. Hij gaf trouwens zelf toe dat België het daarin slechter deed dan de buurlanden. Elke andere in de kijker lopende CD&V-er zou ten onder gegaan zijn, maar hij hield zich goed staande.

Dus ja, de partij van wat ooit de christelijke zuil was, zal er betrekkelijk goed aan doen deze Vlaming met wortels nabij Oer-der-Chaldeeën tot voorzitter te kiezen. In haar existentiële crisis zal ze hem niet eens vragen of hij tenminste al gedoopt is. Maar of hij haar in het spoor van Abraham naar het Beloofde Land kan leiden, is hoogst twijfelachtig.

Koenraad Elst (1959) is orientalist. Hij werkte als politiek journalist bij diverse Vlaamse en Indiase media, van Trends en Punt tot The Pioneer en Pragyata Magazine, als assistant buitenlandbeleid in de Belgische senaat, en als gastprofessor in twee Indiase universiteiten. Zijn eigenlijke roeping vindt men echter in de tientallen onderzoekspapers en een dertigtal boeken, vooral over de belangrijkste hangijzers in de antieke en hedendaagse feiten- en ideeëngeschiedenis van India, en verder over faits divers als de islam.

Commentaren en reacties