JavaScript is required for this website to work.
Communautair

De toekomst van Wallonië valt niet in te kleuren met pasteltinten

Jules Gheude11/2/2021Leestijd 3 minuten
Het heet deze keer niet Marshallplan

Het heet deze keer niet Marshallplan

foto © Plan de relance-Get up Wallonia!

Gheude vreest dat het economisch herstel van Wallonië nog een tijdje zou kunnen uitblijven, en geeft een paar redenen voor die vrees

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De Waalse regering lanceerde in 2005 haar Marshallplan, een herstelplan dat naderhand vele gedaanten kende. Ook kwam er een Contrat d’Avenir, een Toekomstplan. Vandaag moet men erkennen dat deze initiatieven onvoldoende bijval vonden, en men een nieuwe formule moest bedenken. Het werd een formule die laat zien hoe belangrijk wij de politiek van de Franstalige instanties vinden: Get up Wallonia! Opstaan Wallonië, wakker worden!
Dit doet me denken aan het essay dat ik in 2009 bij de Éditions Mols liet verschijnen: Quand les Wallons s’éveilleront…

Het kan geen kwaad even terug te komen op de echte en objectieve redenen waarom we hier van een mislukking moeten spreken.
Politieke wil is een essentiële factor. Dat heeft bondskanselier Gerhard Schröder ons wel laten zien toen hij in minder dan vijf jaar Duitsland weer op de sporen zette. Maar aan die politieke wil moeten ook al de zogenaamde ‘drijvende krachten’ beantwoorden. Die moeten zich, ter wille van het algemeen belang en om het even wat hun ideologie mag zijn, achter de voorgestelde maatregelen scharen, ook als die pijn doen.
En daar wringt hem het schoentje in Wallonië.

Philippe Suinen, de toenmalige baas van AWEX, erkende heel eerlijk in een interview in La Libre Belgique van 25 juni 2016: ‘Stakingen zijn het grote probleem van Wallonië.’ En we kennen zijn grote invloed in socialistische kringen: die man was immers kabinetschef van premier Di Rupo.
Feit is dat al sinds de grote winterstaking van ’60-’61 het etiket van ‘stakerscultuur’ ons is blijven aankleven, en dat is een grote handicap voor de politiek van regionalisering, die de Waalse verantwoordelijken hebben geëist en die vanaf 1980 vorm kreeg.
Vanaf dan inderdaad beschikken de Waalse leiders over de gevraagde middelen om het economische herstel van het Gewest aan te pakken – middelen die overigens in de opeenvolgende staatshervormingen alleen maar zijn uitgebreid (en met name de regionalisering van de buitenlandse handel in 1988).
Over middelen beschikken volstaat evenwel niet. Men moet ze ook zonder overdreven tegenkanting kunnen aanwenden.

Met de adem van de PTB in de rug

De grootste partij van Wallonië, de PS heeft af te rekenen met een machtige vakbond, de FGTB, en die beschouwt elke ingreep in de ‘verworven rechten’ als majesteitsschennis. Op twee uitzonderingen na stond van 1980 tot 2014 de PS altijd aan het roer van het Waalse bewind. Haar invloed is dus beslissend geweest. Maar hoe vaak moest zij het niet op een akkoordje gooien met de vakbond?

De scherpzinnige François Perin zag duidelijk in op wat voor een onhoudbare situatie het Waalse Gewest afzeilde. In La Meuse van 18 april 1981 schreef hij: Beseffen de stijfkoppige Waalse syndicaten, schermend met hun ‘verworden rechten’, wel dat zij de objectieve bondgenoten zijn van het Vlaamse separatisme? De Standaard argumenteert al maanden, zo niet jaren, tegen de solidariteit met de Walen en wijst daarbij op de buitensporigheid van de Waalse syndicalisten, daarbij geregeld aanvoerend dat met die onredelijke en onverantwoordelijke Walen geen weg uit de crisis mogelijk is. (…) De Walen zouden best eens tegen wil en dank onafhankelijk kunnen worden, en zich dan gedwongen zien tot een discipline waar zij geen idee van hebben, aangezien zij dan zelf de schuldenaars zouden worden van hun fameuze ‘verworven rechten’.
Naar wijzen wordt helaas zelden geluisterd.

Vandaag horen we een klinkende echo van die vaststelling van Perin. Uit de mond van minister-president Di Rupo horen we dat het Gewest Wallonië met een afgrondelijk budgettair probleem zit, en dat zal er niet op verbeteren met de geleidelijke uitdoving van de transfers vanuit Vlaanderen – minimaal zeven en een half miljard!
De cijfers spreken voor zich. Volgens de wekelijkse Courrier van het Crisp ‘Stakingen en sociale conflicten in 2017’ telden de Walen in dat jaar 110 stakingsdagen, tegen 39 voor de Vlamingen. Het zou naïef zijn te rekenen met een koerswijziging van de vakbonden, aangezien extreemlinks met de PTB aldoor vooruitgang boekt.
Ziedaar waarom het lang wachten zou kunnen zijn op dat zo verhoopte ontwaken van Wallonië.

Dan maar een staatshervorming?

We weten dat de Vivaldicoalitie zich moet opmaken om een zevende staatshervorming op de sporen te zetten. Wat we ook weten is dat Vlaanderen al sinds de jaren negentig op een confederalisme met zijn tweeën aanstuurt – Vlaanderen en Wallonië – met een gezamenlijk bestuur van Brussel voor wat de persoonsgebonden materies aangaat.
Mocht dit plan doorgang vinden, zou er niet veel tijd overgaan vóór Vlaanderen tot het besluit kwam dat het centrale echelon totaal overbodig is.
Eén ding staat vast: een federaal systeem werkt niet meer zodra een van de deelstaten zich niet meer aan de regels van de solidariteit wenst te houden.
Wat de toekomst van Wallonië betreft: of het nu op confederalisme of separatisme uitdraait, die toekomst zal niet met pasteltinten ingekleurd worden.

Staatssecretaris voor Herstelbeleid, Thomas Demine (PS) vertrouwde recent aan Knack nog toe dat hij jaloers was op de ondernemingsgeest in Vlaanderen.
Als sinds de zestiger jaren inderdaad heeft Vlaanderen ingezet op een dicht, dynamisch en vernieuwend netwerk van kmo’s, en heeft het er alles aan gedaan om deze het leven te vergemakkelijken.
Het zijn niet de hersenen die ontbreken in Wallonië, noch de ondernemingsgeest. Wel moeten de syndicale leiders er eindelijk eens mee ophouden om werkgevers te zien als kapitalistische uitbuiters!

vertaling Marc Vanfraechem

Jules Gheude (1946) is oud-medewerker en biograaf van François Perin. Hij publiceerde meerdere essays over de Belgische communautaire kwestie. In 2009 was hij voorzitter van de Staten-Generaal van Wallonië, een burgerinitiatief om de Waalse geesten van het post-Belgische tijdperk bewust te maken. Sinds 2010 bezielt hij de Gewif (Groupe d’Etudes pour la Wallonie intégrée à la France). Van 1982 tot 2011 was hij directeur aan Wallonie-Bruxelles International (WBI).

Commentaren en reacties