Volgens het verkiezingsprogramma van rector Rik Vande Walle hoort de Universiteit Gent een glazen huis te zijn waar overleg en betrokkenheid sleutelbegrippen vormen. De 49.000 studenten en 15.000 medewerkers keken de afgelopen weken echter door een zwarte doos. Het is moeilijk om een duidelijk en concreet zicht te krijgen op de richting die het leiderschap de komende jaren wil inslaan. Hen daar zomaar een vrijbrief voor verlenen is in het heersende klimaat van wantrouwen geen optie. Geen uitleg Informatie over…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Volgens het verkiezingsprogramma van rector Rik Vande Walle hoort de Universiteit Gent een glazen huis te zijn waar overleg en betrokkenheid sleutelbegrippen vormen. De 49.000 studenten en 15.000 medewerkers keken de afgelopen weken echter door een zwarte doos. Het is moeilijk om een duidelijk en concreet zicht te krijgen op de richting die het leiderschap de komende jaren wil inslaan. Hen daar zomaar een vrijbrief voor verlenen is in het heersende klimaat van wantrouwen geen optie.
Geen uitleg
Informatie over de uitgestippelde beleidskoers sijpelt maar met mondjesmaat door. De auteurs blinken uit in publieke afwezigheid. Na de bewuste raad van bestuur van 11 januari klapten de eindverantwoordelijken helemaal dicht. Daarmee begaan zij een beginnersfout. Wie een moeilijke knoop doorhakt moet de ratio van die beslissing, evenals de gevolgen daarvan voor de onmiddellijke omgeving, onverkort uitleggen. Biedt antwoorden op evidente vragen die rijzen. Door echter de communicatie grotendeels uit handen te geven aan de geruchtenmolen, en door zelf bewust belangrijke informatie af te schermen, wordt het wantrouwen onder personeel en studenten juist verder gevoed.
De afwezigheid op de publieke bühne is opmerkelijk. De rector stond de afgelopen maanden immers zelf geregeld op de barricaden. Hij maande de politiek herhaaldelijk aan om beslissingen in volle transparantie te nemen. Terwijl alle voorafgaande adviezen van experten open en bloot op tafel lagen. Beslissingen uit eigen hand worden blijkbaar het liefst in een achterafkamer van het auditorium beklonken.
Boma-worsten
De nota over het meerjarenplan van de UGent heeft één opvallende gelijkenis met de bekende Boma-worsten: van beide wil je liever niet weten hoe ze tot stand gekomen zijn. Tijdens het schrijven van de begrotingstekst werd de pen vastgehouden door slechts een handvol mensen. Dat is duidelijk merkbaar aan het naïeve cijferwerk en aan de vage bewoordingen die de gemaakte keuzes moeten verantwoorden.
Het nadeel van besluitvorming in het verborgene is dat het resultaat al snel kwetsbaar is voor vele externe stemmen die wél een en ander uitgeplozen hebben — maar waarmee geen contact werd gezocht. Zo staat het woord ‘digitalisering’ welgeteld nul keer in de ellenlange hervormingsnota. Nul! Had de auteur zijn voorstellen besproken met bijvoorbeeld personeel uit ondersteunende diensten als IT of Infrastructuur, dan hadden dergelijke blinde vlekken vermeden kunnen worden.
Een echte hervormingsoperatie durft alle heilige huisjes in vraag stellen. De rector trapt echter in de typische valkuil door zelf nergens aan te geven hoe de eigen entourage efficiënter kan functioneren. Het is bijna traditie dat iedereen verandering wil, maar niemand wil veranderen.
Grootgrondbezitter
Als onderzoek en ontwikkeling écht de kern van onze universiteit vormen, waarom speelt die dan nog steeds grootgrondbezitter en vastgoedmakelaar? De UGent bezit een patrimonium van 170 gebouwen en gronden versnipperd over de hele stad. In de nota staat letterlijk te lezen ‘dat de studentenhuisvesting geen verliespost maar wel degelijk een bron van inkomsten is voor de universiteitsbegroting’. Als voormalig bewoner van deze sociale faciliteit vind ik dit grof en ongepast.
De geldbedragen om het onroerend vastgoed in stand te houden zijn een veelvoud van de op stapel staande besparingsoefening. Daarnaast wordt er nergens kritisch teruggekeken naar recente interne beslissingen die de budgettaire ontsporing juist verder in de hand hebben gewerkt. Denk aan de maandenlange huur van de Gentse Expohallen en aan de grootschalige bestelling van speciale FPP2-mondmaskers. Als de UGent werkelijk in geldnood verkeert, dan hadden dergelijke impulsieve uitgaven misschien op een meer efficiënte manier kunnen gebeuren. Die potjes blijven in de besparingstekst echter vakkundig onbesproken.
Selectief snoeiwerk
De architect van de nota meet zich een modern management-jasje aan. Maar hij zondigt tegen enkele essentiële wetten uit die bestuurdersdiscipline. Het doet pijn aan de ogen om te lezen dat de auteur uitdrukkelijk níét de structuren van de academie in vraag wenst te stellen. In plaats van met de haarkam door verouderde processen en de oubollige organisatiecultuur te gaan, knipt men in de belangrijkste grondstof van het bedrijf, namelijk het menselijk kapitaal.
Het snoeiwerk is evenwel selectief. De rector schrijft een ‘lean and mean‘ organisatie te beogen. Maar wie een blik werpt op de evolutie in het personeelsbestand, die ziet vooral een Mexicaans leger in aanbouw. Indien u daaraan twijfelt, houd dan eens de scheefgegroeide samenstelling van de Raad van Bestuur tegen het licht. De gewonnen rectorverkiezing was een uitputtingsslag die schatplichtigheid creëerde; een afhankelijkheidsrelatie die tot op vandaag doorwerkt.
De voorliggende besparingsoefening bewandelt dan maar de evidente wegen van de minste weerstand: lager personeel, doctorandi en studenten worden geviseerd. Zij hebben typisch de kleinste stem in de beslissingskamer. Noem de beslissing daarom geen structurele hervorming, maar wel een gemakkelijke knip-en-plakbesparingsoperatie. Een die onder het motto van ‘urgentie’ niet dieper reikt dan een oppervlakkige vingeroefening. De zelfverklaarde manager bezondigt zich aan amateuristische trekjes die mij onwillekeurig doen terugdenken aan een pdg uit een vleesverwerkend bedrijf. Om het opstijgende ongenoegen onder de collega’s terug weg te nemen, zal vanuit het rectoraat toch een ander, meer vertrouwenwekkend signaal moeten komen.