JavaScript is required for this website to work.
post

De val van de reddende engel

Dirk Rochtus4/3/2017Leestijd 2 minuten

De Turkse journaliste Hande Firat redde Erdoğan in de nacht van de putsch. Nu wordt ze een ‘vijand van de staat’ genoemd.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Machtige heersers sparen niemand, ook niet hun meest getrouwen. Dat heeft de Turkse journaliste Hande Firat zopas aan den lijve mogen ervaren. In de nacht van 15 op 16 juli 2016 redde zij president Recep Tayyip Erdoğan uit de klauwen van opstandige militairen. De zender CNN-Türk zond live haar telefoongesprek met hem uit waarin Erdoğan ‘het volk’ opriep zich te verzetten tegen de putschisten. Firat was de reddende engel van de president, ze groeide uit tot volksheldin. Nog geen acht maanden later is ze in ongenade gevallen bij dezelfde man die ze gered had.

Woede

Wat was er gebeurd? Na het reddende interview werd ze bevorderd tot hoofd van het bureau in Ankara van ‘Hürriyet’, de krant met de grootste oplage in Turkije. Haar boek over de mislukte putsch werd een bestseller. Het ging Firat voor de wind. Tot die fatale zaterdag, 25 februari 2017, toen de krant een artikel van haar met de titel ‘Karargah rahatsiz’ (‘Het militaire hoofdkwartier is onrustig’) op de voorpagina plaatste. Daarin was sprake van verschillende ergernissen onder de generaals, bijvoorbeeld over de kritiek als zouden ze te dicht staan bij de regeringspartij AKP, of ook dat de president hen niet betrokken zou hebben bij de beslissing om het hoofddoekenverbod voor vrouwelijke militairen op te heffen. Het was te verwachten dat Erdoğan van woede begon te briesen toen hij de krant onder ogen kreeg. Het was onaanvaardbaar volgens hem dat bepaalde krachten zouden proberen om een wig te drijven tussen het leger en de regering. ‘We zijn zoals de organen van hetzelfde lichaam’, aldus Erdoğan nog. De schuldigen zouden hiervoor ‘een hoge prijs’ betalen.

Gevoelig

De bewuste krantenkop lag ook zo gevoelig omdat hij de huidige machthebbers herinnerde aan de tijd dat hooggeplaatste militairen de gewoonte hadden om via de media waarschuwingen te uiten aan het adres van de regering of het volk. Gewezen stafchef van het leger Hüseyin Kivrikoğlu had bijvoorbeeld in maart 1999 vlak voor de verkiezingen in een interview gewaarschuwd voor de zware gevolgen die een stem voor de toenmalige islamistische partij zou kunnen teweegbrengen. Ook had de krant Hürriyet in mei 2003, enkele maanden na de machtsovername door de AKP, al een kop gebracht met de woorden ‘Jonge officieren zijn onrustig’. De haast identieke bewoordingen in het artikel van Firat zouden net als veertien jaar geleden suggereren dat er onrust was onder militairen die wel eens zou kunnen uitmonden in een interventie tegen de regering. De generaals haastten zich om te zeggen dat de journaliste hun antwoorden op kritiek tegenover het leger verkeerd had weergegeven en dat ze zelf nooit het woord ‘onrustig’ in de mond hadden genomen. De hoofdredactie van de krant drukte haar spijt erover uit dat de krantenkop misleidend was, maar het kon de woede van Erdoğan niet temperen. Hoofdredacteur Sedat Ergin vloog de laan uit en tegen Aydin Doğan, de eigenaar van de krant, is een gerechtelijke procedure ingespannen. Hande Firat zelf is van haar voetstuk gevallen. Ze wordt er van beschuldigd een putsch te hebben willen uitlokken. Ze is nu een ‘vijand van de staat’. De les die hieruit kan getrokken is dat in een autoritaire staat niemand veilig is. Hoezeer je ook je trouw en je geloof in de leider mag uitschreeuwen, als je zijn toorn opwekt, kan je met één vingerknip naar de slachtbank geleid worden.

Foto: Hande Firat.

Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.

Commentaren en reacties