JavaScript is required for this website to work.
post

Discriminatie is een grondrecht

Denkstof voor liberalen als Bart Somers

ColumnJohan Sanctorum19/6/2020Leestijd 5 minuten
Ex-leden van de Getuigen van Jehova werden ontmenselijkt en er was sprake van
zware discriminatie, zegt Keytsman.

Ex-leden van de Getuigen van Jehova werden ontmenselijkt en er was sprake van zware discriminatie, zegt Keytsman.

foto © VRT

Discriminatie, negatieve en positieve, is de basis van identiteit én diversiteit. De maatschappij die vrije keuze belet, verliest veerkracht

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Een zwarte Amerikaan sterft door disproportioneel politiegeweld, het publiek protest slaat over naar Europa en doet Leopold II van zijn sokkel vallen. Opeens allemaal zwarte gezichten in talkshows en politieke debatten over discriminatie en praktijktests, alsof er nooit corona of een mondmaskerschandaal is geweest. Hoe handig kan de waan van de dag zijn voor politici in nauwe schoentjes.

Niettemin moet een filosoof zich af en toe eens over het wezen van discriminatie buigen, en gezien juni de Maand van de Filosofie is, wil ik die taak graag op mij nemen. Ook al is de uitkomst misschien niet wat ze op Radio Klara zouden verwachten.

Tristan en Isolde: primair begint elk contact met gesnuffel.

Een kwestie van geur

Laten we met de privésfeer beginnen. Kiezen, insluiten en uitsluiten, doen we heel de tijd. De erotiek is hier het absolute paradigma. Een man die een vrouw kiest en erop verliefd wordt, kiest tegen alle andere vrouwen, waarvan er sommigen zich afgewezen zullen voelen. Zij maakt op dat moment het absolute verschil. Niet haat maar liefde is de oervorm van discriminatie, positieve én negatieve. Sympathie en antipathie houden elkaar in evenwicht. Dat geldt voor individuen en voor groepen. Het hoort bij de menselijke existentie, — naar het schijnt heeft het met feromonen, geurstoffen te maken, aanwezig in menig parfum. Primair begint elk contact met gesnuffel.  ‘Ik kan hem niet ruiken’, het is in onze taal een gezegde voor iemand niet lusten. Het zit echt in de neus.

Liefde en afkeer houden elkaar in evenwicht, en bepalen de menselijke uitwisselingsprocessen. Deze chemie is het onderwerp van Goethe’s roman Die Wahlverwandtschaften (1809), waarin keuze effectief als iets fysieks en biologisch wordt geduid, en geen kwestie van politiek-correcte ideologie. Misschien heeft het discriminatiegegeven wel meer te maken met een filosofie van de eros, zoals mijn voormalige filosofische mentor Leopold Flam (1912-1995) ze omschreef, of een filosofie van de smaak zoals Kant die al formuleerde, dan met abstracte mensenrechtenkwesties.

Smaken en (voor)oordelen dus. Zo heb ik het enorm voor bakkersvrouwen, donkerhuidige koeriers en herdershonden. Ik mag homo’s en moslims niet, en dat is heel persoonlijk, het is ook wederzijds. Toen ik me in een vorig leven nog een dienstencheque-poetshulp kon permitteren, is hier een hele parade rassen, ethnieën en nationaliteiten gepasseerd, de VN in ’t klein, soms elke week een andere. Geen betere manier denkbaar om je een beeld van diversiteit te vormen en rangordes op te stellen. Gevoelige lezers gelieven volgende paragraaf over te slaan.

discriminatieVRT

Dalilla Hermans

Lange kunstnagels

De verschillen komen overeen met afkomst, sorry voor wie dat lastig vindt. De dames uit de zogenaamde poetsvrouwenrepublieken (Kazachstan, Azerbeidzjan) zijn met voorsprong de beste. Vlijtig, betrouwbaar, sociaal en toch discreet. Daarna komen de Roemeense en de Poolse, ook redelijk, maar wat trager en vaker ziek. Eén waggelende Roma-zigeunerin met een onmogelijk grote kont en diepe zakken heb ik na een paar sessies de deur moeten wijzen. De Marokkaanse/Arabische poetsdames zijn vinnig maar bot, en tonen subtiel dat racisme ook in de omgekeerde richting bestaat. De Russische zijn een geval apart: Feeksen die op het einde zelf uw huis herinrichten, nieuwe regels opstellen en de vrouw des huizes resoluut naar het tweede plan verwijzen. Misschien interessant voor vrijgezellen op leeftijd.

Echter één categorie raad ik u resoluut af: zwarte poetsvrouwen, speciaal deze van Congolese komaf. Vrijwel altijd te dik, met juwelen behangen en uitgerust met gelakte kunstnagels die geen water met kuisproduct verdragen. Deze Nubische koninginnen stralen dedain uit, bekijken je alsof je een makaak bent die uit de brousse kruipt, en rijden met een auto die je in de sector van de zwarte zeep niet direct zou verwachten. Poetsen doen ze niet, alleen rondsloffen tot het tijd is, en af en toe een sigaret opsteken. Te mijden dus.

Sommigen zullen dat onversneden racisme noemen, ik verkies te spreken over ranking naar etniciteit, gebaseerd op persoonlijke expertise. Afgezien daarvan lijkt het me logisch dat je iemand die je in huis binnenhaalt, alles weet staan, op de duur alle routines en geplogenheden kent, een beetje vertrouwt en dus kiest volgens persoonlijke maatstaven. Dat alleenstaande oudjes misschien een Vlaamse poetshulp verkiezen om eens een praatje te kunnen slaan. Of er zich gewoon veiliger bij voelen. Of dat ik als kinderoppas liever een meisje van achter de hoek heb dan een bruine medemens uit Borgerhout. Is dat discriminatie? Allicht. Maar er bestaat nog zoiets als keuzevrijheid, zeker als het de persoonlijke levenssfeer betreft. Voor de rest alle sympathie voor #BlackLivesMatter.

De vrije markt

Over naar de werkvloer. Praktijktests of monitoring, Vlaanderenbreed nog wel: De essentie is dat men via telefoons of mails een bedrijf bij een aanwerving probeert te ‘betrappen’ op het hanteren van normen naar de persoon toe. Dat idee berust op grondwettelijk drijfzand. De overheid en de rechtstaat hebben de absolute plicht om elke burger op voet van gelijkheid te behandelen. Maar daarbuiten is profiling en casting een recht. Zie de poetshulp of de kinderoppas. Of moet een operahuis zich verantwoorden omdat er voor de rol van Salome een jonge, blanke, lenige en vooral vlekkeloos zingende sopraan wordt gezocht? En moeten ‘witte’ voetballers zich gepasseerd voelen omdat onze velden vollopen met Afrikaanse renpaarden? En als een cafébaas een rondborstig blondje voor zijn klanten verkiest, eerder dan een rosse bonenstaak, wie gaat hem dat recht ontzeggen?

We leven in een geglobaliseerde wereld met vele nadelen, maar ook met enkele voordelen: namelijk dat er een open markt is van producten, diensten, en personen. Ik wil best opteren voor een communistisch systeem, waarin de staat me een poetshulp aanwijst, én mijn kost en inwoon waarborgt, een gewaarborgd inkomen betaalt, gratis medische hulp en onderwijs aanbiedt, alles regelt van de wieg tot aan het graf. Maar niets ertussen. Als we zelf onze boontjes moeten doppen, hebben we ook het recht om uit te maken met wie, wat, waar, hoe.

Het recht om te discrimineren

Of zoals jurist Matthias Storme het benoemde: het recht om te discrimineren. Storme lanceerde dat begrip naar aanleiding van de Prijs voor de Vrijheid die hij in 2005 van Nova Civitas uitgereikt kreeg. Ik heb hem daarin altijd gesteund, lang vóór hij als N-VA-er bestuurder werd van het Interfederaal Gelijkekansencentrum, de officiële waakhond tegen alle discriminatie (België blijft met voorsprong politiek het grappigste land ter wereld).

Komt daarbij dat tal van grote bedrijven en instituten een zogenaamde diversiteitspolitiek voeren en positief discrimineren ten opzichte van personen met een migratie-achtergrond. De openbare omroep bijvoorbeeld hanteert de 4% norm op het vlak van het personeelsbeleid, dat staat zelfs in de beheersovereenkomst. De VRT discrimineert dus, en werft aan volgens racistische maatstaven, want het betekent onvermijdelijk dat men voor ‘gekleurde’ kandidaten de lat lager zal leggen, anders haalt men dat quotum gewoon niet. Voor mij allemaal niet gelaten, maar het werpt wel een ander licht op het zogenaamde racisme- en discriminatieprobleem

Net in de mediawereld is discriminatie schering en inslag: zo zit het opinielandschap gewoon in mekaar, men sluit in en sluit uit. De Standaard negeerde jarenlang opiniestukken van ondergetekende, tot ik het opgaf. Vermoedelijk niet omdat ze slecht geschreven of impertinent zijn, maar gewoon, nu ja, omdat het Sanctorum is. Moet ik me daarom slachtoffer voelen? Bij Unia aankloppen? Helaas, ik ben een witte man uit Oostende. Voor de rest bepaalt zo’n krant natuurlijk zelf haar bandbreedte, en is het niet-publiceren van een tekst of het doodzwijgen van een persoon een statement waar de lezer maar zijn/haar conclusies moet uit trekken.

discriminatieVRT

Mila

Een kwestie van integriteit

Conclusie: Mensen moeten kunnen kiezen, dat is een grondrecht. Een maatschappij die vrije keuzes belet, verliest alle veerkracht. Een liberaal als Bart Somers moet zich daar maar eens over bezinnen. Respecteert men dat niet, dan belanden we in de heksenjacht en de paranoia. We herinneren ons de zaak Mila, in februari van dit jaar: een zestienjarige lesbienne uit Grenoble die niet op de macho-avances van een moslim wenste in te gaan, en aansluitend voor raciste werd uitgescholden, een discussie die via Twitter escaleerde en waar vele geloofsbroeders van de afgewezene zich mee moeiden. Het werd een staatszaak, en ongelooflijk maar waar: De linkse feministen hielden zich gedeisd.

Zo’n gevallen van doorgeslagen politieke correctheid bewijzen dat de (anti-)discriminatielogica mensen in hun integriteit kan bedreigen. Soms creëert het verbod op discriminatie regelrechte censuur en onvrijheid. Komt daarbij dat beschermde minderheden zelf blijken uit te sluiten vanuit hun culturele waarden. Een vrouw die een Marokkaans theesalon niet binnen mag, bijvoorbeeld. Mijn buikgevoel zegt: dat ze die mannenbastions dan links laat liggen, en misschien zelf een ‘alternatief’ theesalon begint. Poets wederom poets, succes verzekerd. Hetzelfde denk ik zo bij de vrijmetselaarsloges die nog altijd vrouwen weigeren: mancaves moeten kunnen, respecteer het protocol.

Dus ja: discriminatie is het zout op onze culturele aardappelen. Negatieve en positieve, beide impliceren elkaar. Het is zelfs de grondslag van identiteit én diversiteit, in de openbare en privé sfeer. Persoonlijke smaak scherpt onze goesting en gevoel voor kwaliteit aan. Het feit dat u deze tekst tot op het einde gelezen hebt, is het beste bewijs.

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties