JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Diversiteit en de media

Over hoe de keuze van moderator de problematiek van de titel van het debat blootlegt

Lieve Van den Broeck22/4/2018Leestijd 4 minuten

‘Is die opinie het waard om in het debat betrokken te worden zelfs als die kwetsend wordt ervaren? Zo evalueren wij artikels voor Doorbraak.’ Pieter Bauwens, 17 april jl, Mahara Debating Society.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Toen ik uit de toiletten kwam viel ik plots uit mijn gedachtewolk terug in de realiteit. Twee jongemannen zaten geknield in een hoekje met hun gezicht naar de muur en hun achterste naar mij. Waarom staan die in de hóek? Er is er ene zijn lens kwijt! Toch niet. Ze zaten geknield op hun gespreide jassen … Ik wist ineens weer waar Mekka ligt. Ik was hier aan de Universiteit Antwerpen voor een debat over ‘Diversiteit en de media’ georganiseerd door Mahara, een islamitisch geïnspireerde studentenvereniging.

De lijder van het gesprek

Joël De Ceulaer en Yasmien Naciri (beiden van De Morgen), Kris Vanmarsenille (Gazet Van Antwerpen) en Pieter Bauwens (Doorbraak), waren aangekondigd als vier prominenten uit het Vlaamse medialandschap om hun licht te doen schijnen op deze kwestie. Mensenrechtenjuriste en columniste Yousra Benfquih zou het debat in goede banen leiden en dat liep grondig mis. Met een voor drie kwart gevulde aula in spanning en een voltallig ontspannen panel liet moderator Benfquih vijfenveertig minuten op zich wachten. Bleek dat ze zich van uur vergist had waarvoor excuses. Te laat komen, dat kan gebeuren.

Wat daarna gebeurde, dat kan níet maar het gebeurde toch: de moderator stal niet het debat, zij wérd het debat. Mevrouw Benfquih gedroeg zich als een panellid dat haar persoonlijke frustraties over ‘diversiteit en media’ kwam botvieren op de echte panelleden. Mevrouw Naciri kreeg geen enkele kritische vraag want die was het steeds met haar eens. De heer Bauwens ontnam ze herhaaldelijk het woord. Sommige mensen verlieten de aula, niet omdat er tumult was in de zaal, maar omdat er tumult was in het hoofd van de moderator.

Iemand in de zaal zette de moderator terug op de rails door haar te herinneren aan de titel van het debat. Ze leek zich te herpakken en wendde zich tot meneer De Ceulaer met een zeer pertinente vraag over een heikel interview van zijn hand. Meneer De Ceulaer smeekte haar om hem toe te laten ook de context te mogen schetsen om zéér accuraat te kunnen antwoorden. Zijn oprecht smeken was aandoenlijk. Het verergerde de zaak. Het tumult in haar hoofd groeide uit tot een cohorte vechtende hyena’s, die van die documentaire op National Geographic.

The Observer Effect

En toen was er plots rust. Zomaar. Kwam dat door meneer De Ceulaer? Die maande een toehoorder aan om te stoppen met filmen want dat lichtje van de camera patati en patata … Weten dat je gefilmd wordt, stuurt dat ongepast gedrag bij?

In de natuurkunde bestaat The Observer Effect: het louter observeren van een fenomeen verandert onvermijdelijk dit fenomeen zelf. Je kan onmogelijk een object waarnemen zonder dat licht het object raakt waardoor het object dat licht reflecteert en het object dus verandert. Terwijl de effecten van zo’n observatie meestal verwaarloosbaar zijn, ervaart het object wel steeds een verandering.

Het was niet mijn bedoeling om dit te testen op de moderator tot meneer De Ceulaer mij aanmaande. Ik stopte prompt met filmen. Joël ziet er sexy uit als hij streng is, doch dit geheel terzijde. Ik vroeg me af of mevrouw Benfquih haar gedrag zou veranderen nu ze wist dat ze gefilmd was en over het verder filmen onzeker zou zijn. Je kan zo’n verandering van het object minimaliseren door andere observatietechnieken te gebruiken. En dus filmde ik niet maar maakte ik onzichtbaar een geluidsopname om haar gedrag ‘voor en na’ objectief te kunnen vergelijken. Handig zo’n compromis à la belge met Joël zonder dat hij dat weet. Mevrouw Benfquih’s gedragsverandering was inderdaad verwaarloosbaar. Dertig lange minuten later besloot ze uitgeput: ‘Ik ben een beetje van mijn melk’. Dat zal dan gekabbelde melk geweest zijn.

Wanneer wordt shockeren haat?

Supervermoeiend artikel tot nu toe? Zo voelde ook het debat. Kan u zich als lezer helemaal inleven. Toch was er inhoudelijk ook goed nieuws. Panel en moderator waren het erover eens dat ook shockerende meningen aan bod moeten komen in de media. Punt. Er kwam geen ‘maar’. De moderator gaf wel een suggestie mee: ‘Wanneer wordt shockeren haat? Daar moet iedereen eens over nadenken.’

Wel, dat heb ik gedaan. Ik vind die permanente hoofddoeken in het straatbeeld een schokkende mening die, als ik eens rondkijk, aanzet tot haat. Ik verduidelijk mij nader.

Hoofddoekdragers adverteren met hun hoofddoek dat de vrouw ondergeschikt is aan de man. Zodra ik in Antwerpen buiten kom belagen zij mij met soera vers 92: ‘De mannen zijn boven de vrouwen gesteld, want God heeft de een boven de ander verkozen, en omdat ze over hun vermogen beschikken. De beste vrouwen zijn zij die gehoorzamen.’ Om u alvast voor te zijn, Mevrouw Benfquih, permitteer ik mij een Joëlleke: het is accuraat, het staat er exáct zo. En om daar zeker van te zijn heb ik ‘De Koran’ van Kader Abdolah gekocht, geen nitwit op dat vlak.

Voor alle duidelijkheid: ik haat niet de adverteerders, ik haat de advertentie. Veel burgers maken spijtig genoeg dat onderscheid niet meer, getuige de zeer grove uitlatingen op sociale media. Die hoofddoek als publiciteit voor ongelijkwaardigheid is voor velen van ons behoorlijk intimiderend in deze verlichte samenleving die we graag verlicht willen houden, haben Sie das nicht gewusst? Elke hoofddoek is een stomp in mijn maag. Ik word dan niet hysterisch zoals u, mevrouw Benfquih, ik schrijf het u gewoon beleefd. Die hoofddoeken zijn een permanente en groeiende advertentie waar ik niet kan aan ontsnappen tenzij ik mij opsluit in mijn huis. Empathie kan veel oplossen in een samenleving als het wederkerig is.

Hoe pluralisme promoten?

Zes maanden geleden was ik hier in dezelfde aula voor een lezingenreeks ‘de Islam voor ongelovigen’ met als docent Koenraad Elst, oriëntalist en filosoof. Er stond toen een politiecombi voor het gebouw en er waren politieagenten in burger aanwezig. Dat eerste kon ik zien, dat tweede werd mij ingefluisterd door iemand met kennis van zaken. Extremistische moslims hadden hier in 2010 Benno Barnard zwaar bedreigd tijdens zijn lezing over de politieke islam, vandaar deze maatregelen sindsdien. Het is lastig pluralisme promoten aan je universiteit als gewelddadige bedreigingen of hysterie het debat in de kiem smoren.

Dus, wat te doen bij schokkende meningen tijdens een debat? Adem in, adem uit. Gebruik rationele argumenten. En verman u.

 

Juriste. Eerst de naakte feiten en het gezond boerenverstand. Dan pas het recht.

Commentaren en reacties