JavaScript is required for this website to work.
Brussel deze week

Door corona gevelde volksvertegenwoordiger herstelt langzaam

Karl Vanlouwe: 'Geen gewone griep!'

Winfried Matheeussen9/4/2020Leestijd 4 minuten
Volksvertegenwoordiger Karl Vanlouwe, geveld door corona.

Volksvertegenwoordiger Karl Vanlouwe, geveld door corona.

foto © Karl Vanlouwe

Volksvertegenwoordiger Karl Vanlouwe vertelt over zijn corona-ervaring. ‘Geen gewoon griepje’.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Karl Vanlouwe, Vlaams volksvertegenwoordiger en deelstaatsenator (N-VA), herstelt langzaam van een corona-infectie. Op 23 maart werd hij opgenomen in het Universitair Ziekenhuis Brussel (UZBrussel) te Jette met onrustwekkende symptomen. Na een verblijf van een week mocht hij het ziekenhuis verlaten, maar het herstel verloopt langzaam en de lijdensweg is nog niet voorbij. Doorbraak had hem aan de lijn voor een toelichting.

Prikkelhoest

Doorbraak: ‘Goedemiddag, volksvertegenwoordiger, hoe maakt u het?’

Karl Vanlouwe: ‘Beter. Dank u. Ik kan terug een gesprek voeren. Het is begonnen met een prikkelhoest, maar twee weken geleden was dat een héél zware hoest geworden met koorts en kortademigheid. Ik kon geen zin meer uitbrengen zonder naar adem te snakken. Mijn huisarts heeft me dan op zondag 22 maart doorverwezen naar het UZBrussel, waar ik zuurstof toegediend kreeg. Het ging dan ’s avonds weer beter, zodat ik naar huis mocht. Het vermoeden was toen al wel dat er corona in het spel was.’

U mocht naar huis?

‘Ja, omdat mijn parameters na een paar uur zuurstof krijgen weer goed waren, maar de volgende dag, maandag, was de situatie weer hetzelfde, zelfs erger. Mijn huisarts heeft me ogenblikkelijk terug laten opnemen en dan heeft men bijkomende onderzoeken –met name een longscan en bloedonderzoek– gedaan. Op de longen zag men toen duidelijk de witte vlekken, waarna beslist werd me permanent aan de zuurstof te leggen.’

Rillen en daveren van de koorts

Hoe verliep de behandeling?

‘Ik kreeg terug zuurstof toegediend, omdat mijn saturatie (zuurstofgehalte in het bloed, nvdr) veel te laag was. Ik kreeg ook medicatie: Dafalgan, om de vier uur, tegen de koorts en Plaquenil(*), een middel tegen malaria. Maar het belangrijkste was de zuurstof. Ik kreeg aanvankelijk twee liter per uur. Dat werd wel snel opgedreven naar vijf à zes liter. Ik had een zware hoest, druk op de longen en ik was volledig verzwakt. Ik kon niet meer praten…

En dan de koortsaanvallen: rillen en beven, koud en warm. Dat ging met ups en downs, ik kon ’s ochtends hoge koorts hebben om dan in de namiddag weer bijna koortsvrij te zijn. Ze hebben tijdens de opname verschillende keren bloed afgenomen, aan het begin van de opname, maar ook tijdens een zware koortsaanval, om de waarden te vergelijken. Dat was de hel, ik zat zo te rillen en te daveren van de koorts dat het bijna onmogelijk was om juist te prikken, ze moesten mijn arm stevig vasthouden en dan nog is de naald er uit geschoten…

Vrijdagavond ging het eindelijk beter en waren mijn parameters genormaliseerd. Zaterdag (28 maart) hebben ze dan de zuurstof afgebouwd en ’s middags helemaal stopgezet. Zondagmiddag mocht ik naar huis.’

Verschillend ziekteverloop

Hoe zat het ondertussen met uw huisgenote?

‘Mijn vrouw is naar alle waarschijnlijkheid ook besmet. Die is ogenblikkelijk thuis in quarantaine gegaan, maar ze heeft geen symptomen, behalve dan een licht verlies van smaak- en reukzin. Die zijn ondertussen aan het terugkomen, maar ze heeft geen hoest, geen uitputting en kortademigheid zoals ik het heb meegemaakt.’

De ene mens is de andere niet…

‘Nee, het is me ook een raadsel. Ik ben in goede conditie, rook niet, sport veel. Ik rij veel met de fiets… Mijn kamergenoot was een gezonde man, heel sportief, niet-roker, maar die was er nog erger aan toe dan ik. Ik begrijp niet hoe het komt… En dan hoorde ik het verhaal van die verpleegster van veertig jaar, in Limburg, bij wie het op het hart is geslagen… Zij is er aan bezweken. Een drama. Hoe komt dat? Het zijn zeker niet enkel de zwakkeren die er onderdoor gaan…’

Weerslag

U bent nu een dikke week terug thuis. Hoe gaat het nu?

‘Ik ben nog steeds verzwakt, maar je hoort dat ik terug een normaal gesprek kan voeren. Het verschrikkelijke hoesten is voorbij maar de vermoeidheid zit er nog in. Ik heb vanochtend een twee uur durend skype-overleg gehad en dat laat zich nu voelen. Ik ga straks nog wat werk verzetten, maar ik denk niet dat ik het tot zes uur ga uithouden. Dit vreet aan je.

De pneumoloog wist me te zeggen dat het zeker twee maanden kan duren voor mijn longcapaciteit terug normaal is en de vermoeidheid verdwenen zal zijn. Twee maanden, en dan heb ik nog geeneens de ergste variant gehad. Ik ben nooit naar intensieve gemoeten en heb niet aan de beademing gelegen, er werd enkel extra zuurstof toegediend… Ik draag dit nog even mee…’

Quarantaine

Mag u al terug het huis verlaten?

‘Wel, toen de symptomen begonnen, een week voor mijn opname, hebben we onszelf al in quarantaine geplaatst. Mijn vrouw en ik kwamen niet meer buiten, enkel in de tuin. De boodschappen werden gedaan door vriendelijke buren…

Na mijn ontslag uit het ziekenhuis kreeg ik ook enkele richtlijnen mee: gescheiden slapen, afzonderlijk toilet, de deurklinken regelmatig ontsmetten,… Ik heb ook regelmatig contact met de huisarts. Die hoort en ziet dat het opmerkelijk beter gaat. We zijn uiteindelijk tot nu zondagmiddag volledig in quarantaine gebleven.’

Pas toch op!

Heeft u nog een boodschap voor de mensen?

‘Graag had ik ieder op het hart gedrukt toch op te passen en dit serieus te nemen. Ik hoorde van een inspecteur dat er in onze politiezone (Zone West, Vanlouwe woont in Ganshoren, nvdr) al meer dan 2000 pv’s werden opgemaakt. Het valt wel op dat naarmate de tijd vordert de maatregelen beter gerespecteerd worden. In het begin zag je nog veel mensen rondhangen op pleintjes en in de parken. Ik zag zelfs een groepje jongeren dat doodleuk een rokertje aan het delen was. Toen ik er hen op aansprak werd er lacherig gereageerd, maar zo geef je het virus natuurlijk gegarandeerd door. Niemand is onkwetsbaar. Daarbij moeten we ons inspannen om de kwetsbaren te beschermen. Dit kan enkel door de maatregelen goed op te volgen.’

Een woord van dank

‘Ik wil alle mensen van het UZBrussel bedanken. Hun professionalisme heeft me diep geraakt. De artsen, de verpleegkundigen, echt top! De zorg was van het hoogste niveau. Iedereen stond paraat. Op het bellen werd snel gereageerd, iedere dag kwam de dokter langs met een eerlijke stand van zaken. Correct en to the point, en altijd respectvol. Maar ook de mensen van de logistiek, de kuisploegen… Die staan ook in de frontlinie en doen vol overtuiging hun werk. Chapeau! Het moet me ook nog van het hart dat ik enorm tevreden ben dat ik in Brussel correct in het Nederlands ben opgevangen. Mijn kamergenoot was Franstalig en werd zonder probleem in zijn moedertaal geholpen, zoals het hoort. Een van de verpleegsters was Franstalig, maar sprak perfect Nederlands. Zo kan het ook! Het UZBrussel is een voorbeeld voor de andere ziekenhuizen in Brussel.’


(*) Het gaat hier om het veelbesproken middel Hydroxychloroquine.

Winny Matheeussen (1973) noemt zichzelf misantroop, hondenvriend en bergzitter.

Commentaren en reacties