Assita Kanko (N-VA): ‘Een leeuwin kijkt niet om als de honden blaffen’
Assita Kanko.
foto © WM
Assita Kanko (N-VA) over haar passie voor schrijven en vrijheid: als een vis in het water in Europa.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe verkiezingen komen er aan en dat merk je aan de boekenmarkt. Ook Assita Kanko(N-VA) heeft een boek geschreven. Maar ‘Zoeken naar Vrijheid. Waarom ik niet zwijg’ overstijgt het verkiezingsgenre: Kanko’s boek is meer een biografie dan een politiek pamflet. Een lezenswaardig boek van een Vlaams-Afrikaanse vrouw die strijdt voor de waarden van het continent waar ze naartoe trok op zoek naar vrijheid. Een relaas van een complexloos-rechtse Vlaamse vrouw die geen blad voor de mond neemt.
Kanko zetelt op dit moment in het Europees parlement voor N-VA en staat op de tweede plaats op de Europese lijst, wat haar normaal een verlenging van haar mandaat moet opleveren. Ze heeft uitgesproken ideeën over haar rol in Europa, maar eerst een vraag die ons tijdens het lezen bleef plagen.
Veel politici nemen een ghostwriter onder de arm wanneer ze een boekje plegen. De geheel eigen, soms bloemrijke, stijl van dit boek doet anders vermoeden. Schreef u dit zelf of heeft u een poëtische ghostwriter gevonden?
‘(Lacht) Ik heb dit boek zelf geschreven. Ik ben ook vaste columniste voor de Nederlandse krant De Telegraaf. Schrijven is voor mij een manier om na te denken, om mijn gedachten te structureren. Ik ben emotioneel en intellectueel verslaafd aan lezen en schrijven. Dat doe ik al van kinds af. Als het te druk wordt, de chaos te groot, dan trek ik me terug en schrijf ik. Ik kom dan terug met een klare geest en duidelijke ideeën in het hoofd.’
Nederlands is niet je moedertaal. Op het gevaar af betuttelend te klinken: chapeau!
‘Ik spreek in totaal zes talen, waaronder twee uit mijn thuisland Burkina Faso. Verder zijn het de voor de hand liggende Europese talen: Engels, Frans, Nederlands en ook Duits, al is dat laatste wat roestig door gebrek aan praktijk.’
‘Ik schrijf in de taal waarin ik denk, en dat wordt bepaald door het publiek waarvoor ik schrijf. Dit boek is gericht aan de Vlaming. Het hele proces verliep dus in het Nederlands. Al is dat met mijn eigen accent. In elke taal die ik spreek heb ik een eigen accent. Dat werd me ooit op de Franse tv verweten. Maar ik ben daar fier op, het is mijn accent, de Assita-touch (lacht). Accenten geven veel mee over de persoon. Daarom hou ik ook zo van dialecten. Ze delen het verhaal van iemands achtergrond. Je mag best fier zijn op je afkomst, net zoals je ongestoord moet opkomen voor waar je voor staat. En dat zijn we in Europa jammer genoeg wat verleerd.’
Verklaar u nader?
‘Ik ben Europeaan, ik ben Vlaming. En daar ben ik fier op. Ik weet waarom ik naar hier kwam: voor de liefde en op zoek naar de vrijheid als vrouw en als individu. En daarom moet je alle stemmen kunnen laten horen, wat lang niet zo evident blijkt te zijn.’
‘Toen ik aankwam in het Europees parlement dacht ik: “Hier gebeurt het, hier gaan we de Europese manier van leven verdedigen!” Maar wat bleek? De eerste debatten gingen over hoe racistisch het is dat een vice-voorzitter net die bescherming van onze waarden in de titel zou voeren. Europeaan durven zijn is voor sommigen dus agressief en racistisch. Je eigen cultuur beschermen en willen bewaren is agressief en bedreigend. Dus moest die vice-voorzitter een andere titel krijgen onder druk van de linkse fracties, samen met een deel van de liberalen: de vice-voorzitter voor het promoten van onze manier van leven. Dat zet ons om in bedelaars! Wij moeten gaan knielen om respect te vragen. Dat krijg je dan niet, want je respecteert jezelf niet meer. En de kiezer voelt die pijn: je mag niet meer jezelf zijn, je moet zwijgen, maar je moet wél betalen. De Vlaming is daar terecht boos om. En dat drijft de bevolking naar de extremen, want de integratieproblemen worden niet opgelost.’
Begrijp ik het goed dat u vindt dat links de integratie tegenwerkt?
‘Dat vind ik wel, ja. Van hen mag je niet meer trots zijn op je eigenheid. Wanneer ik poseer met een Vlaamse Leeuw, krijg ik bijzonder agressieve commentaren vanuit die hoek. Een Vlaamse vlag werkt blijkbaar als een rode lap op een stier. Maar als er in onze straten mensen rondlopen met vlaggen die Hamas, een terroristische beweging, ondersteunen, lopen de linksen en de Groenen daar zonder problemen naast. Allerlei onzin uit het buitenland, zoals een Palestijnse vlag of IS-vlaggen, hier op Europees grondgebied, functioneert voor hen dan weer als honing voor een beer.’
‘Ofwel zien ze de realiteit niet die daar achter schuilgaat – vrouwenhaat, haat tegenover het Westen – ofwel doen ze het uit puur electoraal opportunisme. Want wat kan links nog verkopen aan de redelijke mens? Ze viseren een deel van de bevolking dat nooit geïntegreerd is, dat op subsidies leeft en daardoor voor hen gaat stemmen. Op alle niveaus gooit men met subsidies: de financiële hulp voor ngo’s vanuit Europa, lokale overheden die zogenaamde etnische socio-culturele organisaties financieel ondersteunen. Ze geven gewoon geld uit om stemmen te kopen. En om de culturele onderwerping van Europa te bewerkstelligen.’
‘Die culturele onderwerping heeft impact op de burger. Net zoals de centen die ze in die richting afleiden. Het is een bedreiging voor onze cultuur en onze welvaart. Als iemand zoals ik dat uitspreek en het heb over onze cultuur, onze welvaart, zijn ze niet akkoord. Maar ik ben Europeaan, ik ben Vlaming. En ik ben daar trots op. Mag dat nog?’
‘Ik vind het heel erg dat je zelfs niet meer trots mag zijn op wie we zijn. Dat dat zo verdrukt wordt, is toch wel heel vreemd? Europa en Vlaanderen hebben zoveel om trots op te zijn. Het is de beste plek ter wereld om vrij te zijn!’
In uw boek beschrijft u de weerstand die u opwekt, zowel ter linker- als ter rechterzijde. Een moeilijke positie, lijkt me.
‘Voor links ben ik een bounty (verwijzing naar de chocoladereep, zwart van buiten, wit van binnen, nvdr), voor sommigen ter rechterzijde een diva.’
‘Van links moet ik blijkbaar meestappen in hun verhaal van slachtofferschap en woke denken. Zij leggen net de nadruk op mijn huidskleur en vinden dat blijkbaar de essentie van wie ik ben. Het is voor hen niet te vatten dat ik voor mezelf kan denken, dat ik de ideeën kan hebben waar ik voor sta. We zijn wel erg ver afgedwaald van de droom van Martin Luther King, die hoopte dat iedereen zou beoordeeld worden op de inhoud en niet op de verpakking, de huidskleur.’
‘Voor sommigen ter rechterzijde ben ik dan weer een diva die zich te veel roert. Beide kanten kunnen blijkbaar niet verder kijken dan mijn huidskleur en zijn niet geïnteresseerd in waar ik voor sta.’
U zit bij de N-VA. Toch logisch dat de linkerzijde U dan aanvalt als politieke tegenstander?
‘Maar die aanvallen gaan niet inhoudelijk over mijn standpunten. Ze verwijten me dat ik me door de N-VA laat dicteren wat ik moet denken. En niet alleen omdat ze iets hebben tegen de N-VA, maar ook omdat ze niet kunnen inzien dat iemand zoals ik voor zichzelf kan denken. Het is juist omdat ik denk zoals ik denk, dat ik lid ben van de N-VA, niet omgekeerd! Telkens krijg ik dat etiket opgeplakt. Ik wil me daarvan losrukken, maar het is moeilijk om jezelf te mogen zijn. Net omdat ze weigeren naar de essentie van het individu te kijken.’
‘En net daarom heb ik zo’n respect voor Bart De Wever. Bart ziet de mensen. Bij hem had ik nooit het gevoel dat hij naar mijn kleur keek. Hij zag gewoon wie ik was. Het individu gaat toch zoveel verder dan al die kleine deelaspecten, zoals huidskleur? Ik wil kleurenblind zijn. Ik ben me pas zwart beginnen voelen toen ik in Europa kwam. Daarvoor was ik gewoon Assita.’
U zit in het Europees parlement, voor velen een ver-van-mijn-bed-show. Kan u daar zinvol werk verrichten?
‘Absoluut! Ik ben lid van de commissie Burgerlijke Vrijheden, Justitie en Binnenlandse Zaken. Dat is de meest wetgevende commissie van het parlement. Daar worden de thema’s behandeld die de Vlaming het meest wakker houden: misdaad, immigratiebeleid, mensenrechten. Ik zit daar op mijn plaats en ben daar zó gelukkig.’
‘Ik heb net de teksten ontvangen van de laatste wet waar ik aan meewerkte: een wet die het misdadigers en terroristen onmogelijk moet maken om onder de radar in Europa rond te reizen. Want hoe komt het dat niemand Lassoued, de terrorist die vorig jaar twee Zweedse voetbalsupporters vermoordde in Brussel, zag bewegen door Europa? Daar stellen we paal en perk aan. Ik heb ook een wet gemaakt waardoor we criminele netwerken droog kunnen leggen door hun geld makkelijker in beslag te nemen. Tot nu toe lukte dat maar voor 2 procent van de middelen. Dat kunnen we nu gevoelig opdrijven.’
‘En ik werkte ook mee aan belangrijke wetgeving ter bestrijding van geweld tegen vrouwen. Al was het een teleurstelling dat het stuk over verkrachting, waarbij er een Europese minimumstraf zou worden opgelegd, het niet gehaald heeft. Daar ligt voor een volgende termijn nog werk op de plank.’
U blijft opvallend positief en gedreven. Wordt u niet cynisch van de huidige situatie, zoals almaar meer burgers?
‘Nee. Ik werk graag en hard. En waar ik voor sta, is het verdedigen waard. We moeten onze waarden en manier van leven blijven verdedigen, ondanks alle tegenkanting. We mogen ons niet laten afblaffen met gratuite beschuldigingen van racisme of islamofobie, die alleen gebruikt worden om de aandacht af te leiden van de essentie van de problemen.’
‘Voor u zit een geïntegreerde vrouw, die Europa omarmd heeft en zich hier trots thuis voelt. Zo ziet integratie er uit! En veel meer migranten dan men durft vermoeden staan zo in het leven. Ze willen het beste voor hun kinderen en effectief integreren, niet bepamperd worden.’
‘En wat de kritiek en de aanvallen betreft op mijn persoon? Mijn zus zei daar ooit iets moois over: “Assita, een leeuwin kijkt niet om als de honden blaffen”.’
U kan ‘Zoeken naar Vrijheid’ van Assita Kanko hier bestellen.
Categorieën |
---|
Winny Matheeussen (1973) noemt zichzelf misantroop, hondenvriend en bergzitter.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens buigen zich over de nasleep van de Amerikaanse presidentsverkiezingen.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.