Een meesterlijke pen
Filip De Pillecyn staat niet meer op de lijst van veel gelezen auteurs in Vlaanderen. Deze ‘Prins der Nederlandse Letteren’ is ondergesneeuwd in de maalstroom van de geschiedenis. Terecht of onterecht?
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnement‘Als hij tot mijn familie had behoord, zou ik geen afstand van hem hebben genomen’. Serene, moedige woorden van Roger De Vos over de auteur wiens meesterwerk hij in het Frans had vertaald. Op zondag 30 september stelde prof. Emmanuel Waegemans (KU Leuven), voorzitter van het Filip De Pillecyncomité, de Franse vertaling van Mensen achter de dijk voor in het Emile Verhaerenmuseum in Sint-Amands. ‘Monsieur Henri’, zoals Roger De Vos de titel had hertaald van een boek dat was geschreven vanuit het perspectief van de gelijknamige hoofdfiguur.
In de stemmige ruimte van het provinciaal museum waarde de beschermgeest van de Schelde rond die Sint-Amands, geboortedorp van Emile Verhaeren (18551916), en Hamme aan de Durme, bakermat van Filip De Pillecyn (1891-1962), met elkaar verbindt. Een genius die de genodigden even deed vergeten dat zowel Verhaeren als De Pillecyn elk op zijn manier ‘omstreden’ is in dit land. De ene omdat hij als telg van de Franstalige bourgeoisie in het Frans dichtte in Vlaanderen, de andere omdat hij zich als lid van het Vlaams-Nationaal Verbond (VNV) tijdens de Duitse bezetting aan ‘een rijke culturele bedrijvigheid’ schuldig had gemaakt, zoals de Krijgsraad in haar vonnis in 1947 stelde. Er zijn echter nog literatuurliefhebbers die dichters om hun intrinsieke literaire waarde en boven het politieke strijdgewoel naar waarde weten te schatten. Die van de Stichting Emile Verhaeren spannen zich in opdat Vlaanderen zijn in het Frans geschreven literatuur op prijs leert stellen, terwijl die van het Filip De Pillecyncomité geen moeite onverlet laten om de ‘Prins der Nederlandse Letteren’ weer in de kijker te plaatsen.
De woorden van Roger De Vos zijn die van een wijs man, een Vlaming die zijn middelbaar onderwijs in het Frans heeft genoten en als niet-professionele vertaler aan het werk was getogen om het meesterwerk van De Pillecyn voor het eerst in het Frans te vertalen. Een man die zijn liefde voor het literaire werk en de dichter als persoon laat voorgaan op wat hij ook over deze als politiek geëngageerde moge denken. Zijn vertaling werd overigens door Dorian Cumps, professor Nederlandse Letterkunde aan de Sorbonne te Parijs, als ‘excellent’ aangeprezen in het maandblad Septentrion.
De Pillecyn mag dan wel in vergetelheid geraakt zijn, alleen aan zijn politieke activiteiten ligt dat niet. Zelfs aan de allergrootste literaire monumenten knaagt de lust voor het nieuwe. Het onvermijdelijk archaïsche taalgebruik schrikt lezers wellicht af. Het is ironisch dat net een Franse vertaling bijdraagt tot een frissere inkleding van zijn werk. Woorden die ons in het origineel vreemd in de oren klinken, komen verrassend eigentijds over in Monsieur Henr‘. Maar de politieke context waarin De Pillecyn zich bewoog, draagt in de publieke sfeer zeker niet bij tot een beter begrip van hem, al was het maar als auteur. Dat zullen de leden van het Verbond VOS, de in 1919 opgerichte Vlaamsgezinde oud-strijdersbeweging, wel gemerkt hebben die begin augustus 2012 als enige in Vlaanderen de vijftigste sterfdag van De Pillecyn herdachten aan de voet van zijn graf op Campo Santo in Sint-Amandsberg (Gent). Net die vereniging herinnert in haar wezen aan de pacifistische overtuiging die De Pillecyn uit de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog meebracht. Als medestichter van het Comité Heldenhulde, voorloper van het IJzerbedevaartcomité, bekommerde hij zich om een waardige herdenking van de gesneuvelde frontsoldaten. Op de IJzerbedevaarten in de jaren ’20 en ’30 vertolkte hij luid de verzuchting ‘Nooit Meer Oorlog’. Ook andere gedachten van hem hebben aan actualiteit niets ingeboet. Als medeoprichter van de Frontbeweging bepleitte hij samen met Hendrik Borginon in het pamflet Vlaanderens dageraad aan den IJzer zelfbestuur voor Vlaanderen binnen een federale structuur – toen nog een hemelsgroot taboe. Ook de ‘godsvrede’ die hij bepleitte, moet in het pluralistische Vlaanderen van vandaag nog altijd worden bevochten tegen onverdraagzame en extremistische krachten. In een pleidooi voor opname in het ‘literaire pantheon’ toonde professor Kris Humbeeck in Zacht Lawijd (2010, editie 9-4) aan hoe De Pillecyn in zijn eigen idealisme verstrikt geraakte. Het proces daarover is al gevoerd; zijn engagement als pacifist en federalist en bovenal zijn meesterlijke pen maken dat hij ondanks die politieke stempel nog altijd wordt gewaardeerd.
[logo internet] www.filipdepillecyn.be, www.emileverhaeren.beDirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.
Een volledige ambtstermijn zat er niet in voor de SPD’ers Brandt, Schmidt, Schröder en nu Scholz.
Evolueren we naar een politiek model zoals in een communistische eenpartijstaat? Ontdek het in ‘Ondernemen in Achterland 1.0’.