Europeade 2016: Er is nog Europese solidariteit
Lukas De Vos bracht verslag uit van de Europeade in Namen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementIn volle Koude Oorlog, in 1964, startte Mon De Clopper een veldwerkinitiatief op om de – toen nog maar in zes landen – Europese samenwerking anders te schragen. Niet op economische grondslag, maar op uitwisseling van culturele gebruiken en gewoonten. De Clopper organiseerde Vlaamse Zangfeesten en was voorzitter van de Vlaamse Kameropera. Zijn ‘volkse’ aanpak vertrok uit het regionalisme en het vreedzaam naast elkaar bestaan van plaatselijke gewoonten. De oude Vlaamse oproep ‘Nooit meer Oorlog’ gold als leidraad. De rijkdom van de volksmuziek, de volksdans, de volkskunde, en zelfs het carnaval moest maar één doel dienen: eenheid in verscheidenheid bewerkstelligen. Dat werd de Europeade. Toenmalig voorzitter Bruno Peeters schreef in het huldeboek na de vijfendertigste Europeade: ‘Ondanks het welvaartsoptimisme voelden de stichters van de Europeade aan dat het eenwordend Europa een ziel, een hart miste. Bovendien leefde bij hen de gedachte, dat een van bovenuit, door regeringen en staten eengemaakt Europa, nooit gedragen zou worden door de vele miljoenen Europeanen. De stichters kregen gelijk. Vandaag is er geen scheiding meer tussen Oost en West.’
Toch blijft het vaak vechten tegen de bierkaai, nu Europa worstelt met een latente economische crisis, met het vluchtelingenprobleem, met het politiek egoïsme van de natiestaten (van een brexit tot het Hongaars ‘illiberalisme’). Misschien net daarom is het nuttig te kijken naar de onderlinge samenhang van gewone mensen, hun verlangens, hun spontane uitwisseling van ervaringen en cultuuruitingen. Dit jaar was het verzamelen geblazen in Namen, de Waalse hoofdstad. Voor het eerst liet het Belgisch koningshuis zich vertegenwoordigen. Prinses Astrid ruilde de militaire parade van de nationale feestdag in Brussel in voor een Europees project van Vlaamse oorsprong. Ze verontschuldigde zich overigens meteen dat ze dat in Namen kwam doen. Al was de poging tot politieke recuperatie met talrijke Franstalige ministers, voorop Paul Magnette, en evenveel ambassadeurs, nogal doorzichtig. Toeval of niet, Europeadevoorzitter Armand De Winter, nog maar de derde voorzitter van het initiatief en andermaal een Antwerpse Vlaming, ‘vergat’ de prinses te bedanken, hij begon meteen met de provinciegoeverneur. ‘Maar dat is een vergissing’, zei hij. ‘De microfoon stond nog niet aan, ik heb haar twee maal bedankt; alleen duurde het heel lang voor ik te weten kwam hoe ik haar en Lorenz moest aanspreken’. De 32 Vlaamse groepen voelden zich nogal onwennig bij de Brabançonne. Maar na het officiële gedeelte werd subtiel gecompenseerd: de vaste groep van KSA Oudenaarde, Hanske de Krijger, liet zijn blaas- en landsknechtkapel het Kerelslied aanvangen. Hoewel de Walen zich in alle eerlijkheid afvroegen wat die ‘Flamins’ nu eigenlijk brachten, applaudisseerden ze ongegeneerd voor de Thebaanse bazuinen en de krachtige opgooi van de vendelvlaggen.
‘Nooit is een Europeade beter ondersteund en steviger georganiseerd dan deze drieënvijftigste editie’, beklemtoonde De Winter. ‘Stad en provincie hebben er flink wat geld en publiciteit tegenaan gegooid. In de paasvakantie hing de stad al vol oranje vlaggen van de Europeade, daar zijn honderden straatwimpels en muurkasten bijgekomen, zelfs in het treinstation was een apart hoekje uitgebouwd. En we kregen er een record vrijwilligers bij: liefst 600. De ploeg van Frederik Laloux heeft volle twee jaar aan de voorbereiding gewerkt.’
Maar gaat in de politieke inkadering en toeristische reclame toch de grondboodschap niet verloren? Vrede, solidariteit, culturele opwaardering? Ik merkte ook dat de traditionele straatparade op zaterdag uitzonderlijk niet werd geopend met de Thebaanse trompetten, wel met een militaire evocatie met de haakbusschutters van Fosses-la-Ville en het Eerste Regiment van de Verenigde Belgische Staten (Namen heeft niet alleen een citadel, maar had ook een kazerne van de Eerste Lansiers, waar leuk genoeg een Afrikaanse tentoonstelling plaatsgreep, en waarachter de kermis in volle zwier was).
‘Misschien raakt die boodschap wel wat verwaterd, het is ook zo groot geworden. Wezenlijk is, denk ik, dat de nieuwe groepen, die uit het vroegere Oostblok dus, minder voeling hebben met die vredesgedachte. Het zijn ten slotte allemaal jonge democratieën, die zich voor het eerst weer helemaal kunnen uitleven in hun eigen tradities. Maar het wederzijds begrip is sterker dan ooit, dat is toch geen kleine verdienste. Sinds we in 2004 in Riga (Letland) de vroegere Muur doorbraken, loopt het snel. We zijn ook al naar Litouwen (Klaipeda, 2009), Estland (Tartu, 2011) en Polen gegaan (Kielce, 2014). De Balten en de Noordse landen hebben het gevaar voor oubolligheid weggenomen. Zij hebben een sterke zangtraditie, trekken zeer jong volk aan, en schrikken niet terug voor radicale vernieuwingen. De oorspronkelijke volksdans verpopt zich tot moderne choreografie. Fyyrkannti Ry uit het Finse Turku bracht bijna acrobatisch hedendaags toneel voor het theatergebouw. Onvoorstelbaar. Het is dan ook geen toeval dat we volgend jaar de Europeade in Turku zullen houden.’
Ondanks niet altijd even goeie ervaringen in Scandinavië? ‘Tja, vorig jaar hadden we te maken met een vrij onwillig stadsbestuur in het Zweedse Helsingborg. Dat had te maken met een late bestuurswissel in de stad, en met bureaucratische voorschriften. Zo mocht de parade op een vierbaansweg alleen de rechterrijstrook gebruiken, wat voor de meeste groepen ondoenbaar was, zeker toen de weg dan nog versmalde. Dat was gevaarlijk. Je hebt niet alles in de hand. Zo grinnikte de burgemeester van het Spaanse Zamora in 2000 dat het bij hem maar vier dagen per jaar regende; hij moest van de tribune in het Deense Horsens de pub in vluchten. Alleen: het jaar daarop brak er een geweldig onweer uit in Zamora, waardoor én de parade én het bal werden afgevoerd. Politiek is als het weer: onvoorspelbaar.’
Dat bleek. In Namen brak het zwoele weer de nacht voor de optocht, en de hele weg lang regende het. Een goed deel van de (dure) kostuums en muziekinstrumenten moesten in plastic ingepakt. Maar dat kon de pret niet drukken. Al ontging het me niet dat er veel meer deelnemers waren in Helsingborg dan dit jaar in Namen.
‘Klopt. Zo’n 4.500 deelnemers, tegen 6.000 vorig jaar. We hebben goed 160 groepen. Ondanks de enorme veiligheidsmatregelen hebben een dozijn groepen afgehaakt, vrijwel allemaal jeugdgroepen uit Italië. Da’s 500 man minder. De pers heeft erop gehamerd dat België een land met hoog risico op aanslagen was na Zaventem. Nochtans, de Fransen na Nice en de Duitsers zijn opnieuw in groten getale gekomen. Groepen uit München waren wat blij hier te zijn toen de aanslag op een McDonalds bekend raakte. Aanslagen zijn onwaarschijnlijk maar niet te voorzien.’
Dat bevestigt de coördinator voor de veiligheid Fernand Clément. ‘Wie bang is, krijgt ook slaag. Wij plegen elke morgen ruim overleg. Behalve de politie en de hulpagenten, zijn ook drie andere beveiligingsgroepen ingeschakeld. Roodhemden, die eigenlijk gewoon een centje komen bijverdienen. Een hard security-team, dat soms niet al te zachtzinnig optreedt. En nog een groep die ostentatief met een rood licht op het dak van de auto rondrijdt. Natuurlijk is ook een helikopter ingezet tijdens de parade, en deden we een beroep op de eigen beveiligingsdienst van Namur Expo. Zonder badge kom je daar niet in. Er zijn amper incidenten geweest.’
Behalve mijn natte broek dan, de kleine tribunes waren onvoldoende overdekt. De bluts met de buil, want er waren toch wel echte uitschieters dit jaar. Voor het eerst nam een groep uit Kosovo deel, met hun woeste gezangen en hun typisch witte muts. Het openingsgevecht tussen twee groepen steltenlopers was even indrukwekkend als acrobatisch. De Vlaamse vendelzwaaiers lieten zich niet intimideren door hun natte, veel zwaardere vlaggen. En de Waalse groepen lieten zich evenmin kennen, ‘voor het eerst hebben die groepen gezamenlijk repetities gehouden; Wallonië kent die uitwisseling nog niet, zoals wel gebeurt in Vlaanderen. Maar globaal is het onmiskenbaar dat de kwaliteit van zang en dans sterk vooruitgaat.’
Piet Pottie, die een halve eeuw lang de regie voerde van de openings- en slotopvoeringen, mag tevreden zijn. Hij was erbij sinds het eerste uur. Nu legt hij de riem eraf. Turku is hem te ver, Viseu (Portugal) in 2017 ook. En het Hessische Frankenberg dan in 2018? ‘Ben ik te oud.’ Armand De Winter kijkt er wel naar uit. ‘In 1994 hadden we daar een fantastische viering, dankzij burgemeester Rüdiger Hess. Die heeft zijn politieke loopbaan onderbroken, maar is nu opnieuw gekozen, en hij wil het voortouw nemen. Al is zijn stadje toch wel wat klein, amper 25.000 inwoners. Maar hij smeedt al plannen om de hele omgeving en de regio erbij te betrekken. Dat loopt wel los. Eigenlijk is de Europeade het enige Europese project dat niet stroef loopt op dit ogenblik. Daar kunnen andere instellingen een voorbeeld aan nemen.’
Foto: © Reporters
Categorieën |
---|
Lukas De Vos (1949) is senior journalist (VRT, knack.be), docent, essayist. Recente boeken: 'Land! Land!'(2011); 'Heen' (2012); 'Ivo Michiels Poortwachter Woordwachter' (2013); 'Met Thrillend Oog' (2016); 'Apache, Niet Zomaar een Indianenverhaal' (2017). Europakenner, Aziëdeskundige, filmspecialist (Snapshots VVF). In voorbereiding: 'De Duitse Strop' (2018).
Rechts gaat vooruit bij de recente federale verkiezingen in Zwitserland. Maar het land functioneert helemaal anders dan andere Europese democratieën.
Evolueren we naar een politiek model zoals in een communistische eenpartijstaat? Ontdek het in ‘Ondernemen in Achterland 1.0’.